18 der stad wonen, en 266 in het Oostelijk deel of Hoogeland. Aan den Noordelijken rand van het Zuidelijk deel vindt men eene breede strook, gevormd door straten, waarin de meer gegoede ingezetenen der stad wonen. Dit zijn: het Noordeinde, de Breestraat en de Hoogewoerd en daaraan evenwijdig gelegen de Boom-, Bloem-en Aalmarkt, Apothekers- dijk, Visch- en Botermarkt, Nieuwe Rijn en Utrechtsche veer. Zoo is dan voor de bevolking der scholen 3e klasse van het Noordelijk en het Zuidelijk deel eene natuurlijke grensscheiding aangewezen; de eene ten Noorden van de beschreven strook, de andere ten Zuiden daarvan; ouders van schoolgaande kinderen haasten zich dan ook, volgens mededeeling der schoolhoofden, wanneer zij van het eene deel naar het andere verhuizen, overplaatsing der kinderen te verzoeken naar de school in de wijk, waarin zij wonen. Het Oostelijk deel of Hoogeland" neemt in vergelijking met de twee andere deelen eene eigenaardige plaats in. Vooreerst behoort de bevolking van de Hoogstraat tot de Hooigracht bijna geheel tot de meergegoedenten tweede staat in het deel van de Hooigracht tot de Heerengracht eene bijzondere school; eindelijk sluit het derde deel Oostelijk van de tl eeren gracht zich even gemakkelijk aan het Noordelijk als aan het Zuidelijk deel aan. Thans gaan al de leerlingen uit dit Oostelijk deel op de scholen in het Zuideneen gedeelte zoude evengoed op de scholen in het Noorden kunnen geplaatst worden. De wijkverdeeling alzoo, die in 1889 tot stand is gekomen, heeft de bezwaren, die het schoolgaan bemoeielijken kunnen, zooveel mogelijk weggenomen. II. Wat het tweede punt betreft, wij gaan van de beschou wing uit, dat op niet veel meer dan 530 leerlingen in eene school mag gerekend worden. Immers laat de wet op het L. O. geene grootere scholen toe dan van 000 kinderen, dus 600 plaatsen. Daar echter de hoogere klassen zwakker bezet zijn dan de lagere, kunnen geen 600 kinderen aanwezig zijn, tenzij de lagere klassen sterker bezet zijn dan de voorschriften op den bouw der scholen of de onderwijsregelen toelaten. III. Wat de vermeerdering van de schoolbevolking betreft, die is wel het meest aan de Noordzijde te verwachten. Het is een in het oog vallend feit, dat de Zuidzijde bij voorkeur in beslag genomen wordt voor de woningen der meergegoeden (langs den Zoeterwoudschen Singel, de trekvliet, Vreewijk met uitzondering van de Laatste straat, den Witten Singel, Rijn- en Schiekade), en dat deszelfs ligging minder geschikt is voor woonplaats der werklieden, dewijl die ver van hunne werkplaats verwijderd is. Daarentegen is het Noordelijk deel der stad bij voorkeur de woonplaats der werklieden. Langs de geheele Noordelijke lijn neemt de arbeidsbevolking voortdurend toe. Op grond van bovenstaande beschouwingen meenen wij nu de volgende bezwaren tegen het door Uw College voorgestelde plan te mogen ontwikkelen. In dat plan is de plaats voor de nieuwe schoei in het Zui delijk deel gekozen, en wel aan den Zuidelijken rand daarvan (de Heerenstraat). Zoo zullen dan drie scholen komen in het Zuidelijk deel met 1075 leerlingen; slechts twee scholen in liet Noordelijk deel met 1327 kinderen Deze verhouding is al zeer ongunstigte meer omdat zooals wij boven aan merkten, de vermeerdering van leerlingen juist het meestin het Noorden te verwachten is. Er zal bij herhaling eene verschikking en verschuiving van leerlingen van het N. naar het Z. noodig zijn. Ook is niet te bepalen, hoeveel leerlingen uit de tegen woordige bevolking van het Noordelijk geannexeerde deel zich weldra bij de reeds opgenomenen zullen voegen. Leiderdorp en Oegstgeest hebben niet voorzien in de behoefte aan onder wijs in het Stadsdeel. Langs verschillende wegen hebben vele ouders gelegenheid tot onderwijs voor hunne kinderen gezocht, maar het laat zich verwachtendat zij weldra plaats op de Gemeentescholen zullen aanvragen, en zoodoende het aantal iu het Noordelijke gedeelte wonende leerlingen, die naar de scholen in het Zuiden moeten verwezen worden, vergrooten. De grootste bezwaren brengt het door Uw College voorge stelde plan met zich, wat betreft de nieuwe indeeling der schoolwijken zooals die op de ons toegezonden kaart zijn aangegeven. De natuurlijke grenzen van Rijn, Ouden en Nieuwen Rijn tusschen Noordelijk deel, Zuidelijk deel en Hoogeland, waarvan wij de werkelijk onmisbare voordeelen boven hebben uiteengezet, gaan daarbij grootendeels te loor. Immers wordt daarbij het te veel van ruim 200 leerlingen voor de twee scholen in het Noordelijk deel vereffend door 300 leerlingen van de school n°. 3 naar n°. 4 over te plaatsen en 100 leerlingen van n°. 1 naar n°. 2. Er zullen dus 300 leerlingen van het Noordelijk naar het Zuidelijk deel gezonden worden en omgekeerd 100 leerlingen van het Zuidelijk naar het Noordelijk deel. De grenslijn tusschen het Noordelijk en Zuidelijk deel ver- krijgt daardoor een grilligen vorm en loopt door den Stations weg, de Steenstraat en de Oude Vest tot aan de Mare, langs de Mare tot aan de Hoogstraat, langs den Ouden Rijn tot aan de Heerengracht, langs de Heerengracht tot aan de Groene- steeg, door de 4e, 5e en 6e Groenesteeg tot aan de begraaf plaats, vanwaar zij voortgaaude in den Nieuwen Rijn te recht komt. Kinderen uit de Haverzaklaan met aangrenzende straten, te zamen 127, uit de Morschstraat en omgeving 84, aan den Morschweg 24 (dus te zamen 235) zullen langs de Beesten markt over de Blauwpoortsbrug met het drukke scheepvaart en havenverkeer door de Paardensteeg over de Borstelbrug en langs het Kort Rapenburg naar het Zuideinde van de Lan- gebrug moeten gaan, en dus op dezen langen weg in sterke mate de bezwaren ondervinden die wij boven beschreven, en die bovendien het schoolverzuim zeer in de hand zullen werken. Deze kinderen bereiken thans langs de Aagtenstraat of Binnenvestgracht over de Lammermarkt in weinige mi nuten de school n°. 3. Ook de kinderen van de 4e, 5e en 6e Groenesteeg, die volgens dat nieuwe plan naar de school n°. 2, de kinderen van den hoek Ouden Rijn en Heeren gracht, die naar de school n°. 4 zouden verhuizen, moeten een langeren weg gaan dan thans. Op al deze gronden moeten wij de uitvoering van het voor gestelde plan ontraden. Daarentegen komt het ons overwegend wenschelijk voor, dat de nieuwe school in het Noordelijk deel gebouwd worde. Wij vestigen daarvoor het oog op het terrein van de kleerenklopperij aan de Verwerstraat, dat aan de Gemeente behoort en groot genoeg is, dat op een deel daarvan de nieuwe school kan verrijzen. In het Noordelijk deel komen dan drie scholenen de Rijn (met Ouden en Nieuwen Rijn) blijft de grensscheiding tusschen de Noordelijke en de Zuidelijke schoolwijken. De voorgestelde plaats is gemakkelijk te bereiken voor kinderen uit den Heerensingel, Oostelijk deel Langegraclit, de omgeving van de Haven en den Zijlsingel, de straten bij de Heerengracht. Zij ligt in het stadsgedeelte, waar de meeste uitbreiding der arbeiderswoningen is te verwachten. Zij kan opnemen het »te veel" van de leerlingen der school n°. 2 en verder de kinderen uit het Oostelijk deel (Hoogeland), waarvan thans 147 op school n°. 1 en 122 op school n°. 4 gaan. (zie bijliggenden staat). Wij verkrijgen alzoo voor de 3 scholen in het Noordelijk deel een getal van ongeveer 1600 leerlingen; dus op elke 532: van n°. 3 592 leerl. no. 2 735 n°. 1 147 n°. 4 122 1596 leerl. van de drie scholen Dit laat eene vermeerdering van meer dan 100 leerlingen toe, want het cijfer van 532 kan tot 570 opgevoerd worden. De school n°. 3 behoudt hare wijk; school n°. 2 wordt van de overbevolking verlost; doelmatige grenzen tusschen n°. 4 en n°. 5 zijn gemakkelijk te vinden. De kinderen uit het Oostelijk deel (Hoogeland), die, zooals boven gezegd, meest allen Oostelijk van de Hooigracht wonen, kunnen de school n°. 5 of n°. 2 langs een veiligen weg bereiken, die korter is dan wanneer zij naar n°. 4 of 5 moeten gaan. Wat vervolgens het Zuidelijk deel betreft, de scholen n°. 1 en n°. 4 kunnen daarvoor voldoende geacht worden, als de kinderen uit het Oostelijk deel afgetrokken worden. n<>. 1 563 - 147 416 n°. 4 553 122 431 School Heerenstraat 225 1072 leerlingen voor de twee scholen, dus op elke school 536, hetgeen nog eene uitbreiding met 2 x 35 leerlingen toelaat Immers, zooals wij boven opmerkten, is eene belangrijke vermeerdering van schoolbevolking in het Zuiden niet te verwachten. In het stadsdeel, waaruit de kinderen van de school Heerenstraat komen is in tegenoverstelling met de stadsgedeelten van Oegstgeest en Leiderdorp de toe stand reeds sedert eenige jaren goed geregeld, zoodat het cijfer van 225 vertrouwbaar is. Ook kan de school n°. 1, waar thans nog het gymnastieklokaal in gebruik is genomen, nog iets vergroot worden zoo dit noodig mocht blijken. Wat de grens tusschen de beide schoolwijken betreft, ook deze is gemakkelijk te vinden. Ten slotte vergunnen wij ons nog deze opmerking, al willen wij daaraan geen bizonder gewicht hechten, dat tijdens den bouw eener nieuwe school op het door ons voorgestelde terrein de school in de Heerenstraat zoolang in werking kan blijven. Vatten wij bovenstaande beschouwingen samen, dan is, naar onze overtuiging, thans maar ééne goede regeling voor de scholen 3e kl. mogelijk: de verdeeling der stad in een noordelijk gedeelte met drie, en een Zuidelijk gedeelte met 1 De kinderên uit het Oostelijk deel moeten verdeeld worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 10