8 Nieuw. Nieuw. Art. 38 oud. „Het le en 3e lid van dit artikel zijn geregeld in de ar tl. 18 en 26. Het 2e lid kan vervallen Art. 39 oud. Art. 6 oud. Art. 78 oud, le alin. Art. 79 oud, le alin. Nieuw. Art. 78 oud, 2e alin. Nieuw. Art. 80 oud, en art. 81 oud. Art. 54 oud, le ged. Art. 79 oud, 2e lid. Art. 40. Het is verboden zich tegen het goedvinden van den be woner van eenig huis op de daarvóór gelegen stoep te blijven ophouden. Art. 41. Het is verboden op den openbaren weg een ander lastig te vallen met aanbiedingen om diens goederen te dragen of hem den weg te wijzen. Art. 42. Het is verboden den geregelden gang of de volgorde van de gewapende macht of van een met toestemming van den Burgemeester gehouden optocht of van een begrafenisstoet te belemmeren of te storen. Art. 43. Het is verboden vee op den openbaren weg te plaatsen elders, dan waar dit door het bevoegd gezag is toegestaan. Art. 44. Het is verboden stieren en ook ander vee, wanneer dit blijken van woestheid geeft, over den openbaren weg te vervoeren, anders dan van kniebanden voorzien en door een daartoe geschikten geleider aan een behoorlijk touw of een ketting vastgehouden. Art. 45. Het is verboden runderenpaardenezelsmuilezels muildieren, schapen, varkens, bokken of geiten: a) op den openbaren weg los te laten loopen; b) in de plantsoenen te laten grazen; c) over de wandelpaden en gazons der plantsoenen en buiten noodzaak over de voor voetgangers bestemde klinker straten of de trottoirs te drijven of te leiden. Het verbod sub. a geldt niet voor runderen, schapen, varkens, bokken en geiten, wanneer voor voldoend toezicht wordt zorg gedragen. Bij het drijven van runderen is het toezicht alleen dan voldoende, wanneer zich voor één of twee runderen één geleider, voor drie tot twaalf runderen twee geleiders, voor dertien tot twintig runderen drie en voor ieder tiental daar boven telkens één geleider meer, bij de drift bevinden. Art. 46. Het is verboden runderen op den openbaren weg anders dan stapvoets te drijven of noodeloos op te jagen. Art. 47. Wanneer de in artikel 45 genoemde dieren onbeheerd op den openbaren weg worden aangetroffen, worden zij door of van wege de Politie geschut. In het eerstvolgend nummer van een in de gemeente verschijnend dagblad wordt van het schutten kennis gegeven. Heeft de eigenaar zich binnen 8 dagen daarna niet aan gemeld, dan worden de dieren in het publiek verkocht. De opbrengst wordt na aftrek van alle kosten in de gemeente kas gestort en aan den eigenaar, wanneer deze zich aan meldt, uitbetaald. Meldt deze zich echter aan vóór den verkoop, dan kan hij tegen betaling der gemaakte kosten de dieren terugbekomen. Art. 48. Het is verboden op den openbaren weg twee of meer trekdieren anders dan behoorlijk aan elkander vastgebonden aan de hand te leiden. Art. 49. Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van Bur gemeester en Wethouders niet-uitvliegend pluimgedierte op den openbaren weg te laten loopen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 18