7 Art. 30 oud. Nieuw. Art. 59 oud. Art. 31 oud. Hierin wordt voorzien door art. 427, sub 3° van het Strafwetboek." Art. 34 oud. Nieuw. Nieuw. Nieuw. Art. 30. Het is verboden op of over den openbaren weg te werpen met steenen of andere harde voorwerpen, met vuil of met sneeuwballen. Art. 31. Het is verboden op of aan den openbaren weg personen uit te schelden of na te schreeuwen. Art. 32. Het is verboden eenig voorwerp, hoe ook genaamd, in, op of tusschen de rails van de tramwegen te leggen of te werpen. Art. 33. Het is verboden op den openbaren weg: a) wederrechtelijk op of in boomen, lantaarn- of tele foonpalen, muren, hekken of schuttingen of achter op rij tuigen te klimmen of zich daaraan vast te klemmen b) boomen of heesters te beschadigen; c) zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders vogelnesten te verstoren of op eenigerlei wijze te trachten vogels te vangen. Art. 34. Het is verboden in de plantsoenen op het gras of door de perken te loopen of bloemen te plukken. Art. 35 oud. „Hierin wordt voorzien door art. 424 van het Strafwetboek." Art. 36 oud. Art. 35. Het is verboden op den openbaren weg deel te nemen aan het pinkelspel, het voetbalspel of aan eenig spel met kaarten, dobbelsteenen of geldstukken, tenzij de Burge meester krachtens art. 457, 2°. Wetboek van Strafrecht tot het houden van dat spel verlof hebbe gegeven. Art. 36. Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van Burge meester en Wethouders: Art. 9 oud. ain den openbaren weg een gat te maken; Art. 37 oud. b) roosters of steenen uit de bestrating los te maken of daarin losliggende of tot herstel daarvan op den openbaren weg aanwezige steenen te verplaatsen. Nieuw. art. 37. Het is aan allen, die daarmede niet zijn belast, verboden lichten, voor de openbare verlichting bestemd of op open baar gezag voorgeschrevenaan te steken of uit te blusschen. Nieuw. Art. 38. Het is verboden wederrechtelijk afsluitingen of afschut tingen, hetzij krachtens bestaande verordeningen, hetzij met vergunning of op last van Burgemeester en Wethouders op den openbaren weg geplaatst, weg te nemen, te ver plaatsen of omver te halen. Nieuw. Art. 39. Het is aan allen, die niet met de bediening der brug belast zijn, verboden: a) de afsluiting van afgesloten bruggen te openen; bzich binnen de afsluiting van afgesloten bruggen te begeven c) te loopen op het beweegbare gedeelte van niet gesloten bruggen d) de afsluithekken der bruggen in beweging te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 17