6 en Wethouders van den openbaren weg langs dat perceel de sneeuw en het ijs weg te ruimen of te doen wegruimen en bijeen te brengen of te doen bijeenbrengenin de straten midden op de straat, op de grachten aan den walkant en op de pleinen op een afstand van 4 M. van den gevel of muur. Nieuw. Wanneer een gebouw door meer dan één gezin bewoond wordt, zijn de beneden-hoofdbewoners en bij gebreke van deze, de boven-hoofdbewonersieder voor het door hem bewoonde gedeelteaan de bovenstaande verplichtingen onderworpen Art. 26 oud, Art. 21. 2e lid. Behoudens het bepaalde bij het 2e lid van art. 23, is het verboden sneeuw of ijs van den openbaren weg, behalve van de stoepen, weg te ruimen of daarop bijeen te brengen, vóórdat de in het vorige artikel vermelde aanzegging van wege Burgemeester en Wethouders is ontvangen. Art. 28 oud. Art. 22. Het is verboden: abij vriezend weer de straat te schrobben; b) de straat te besproeien bij vriezend weêr of terwijl menschen, rij- of trekdieren voorbijgaan. Art. 29 oud. Art. 23. Het is verboden sneeuw of ijs van daken of uit goten op den openbaren weg te werpen, tenzij iemand op den weg de voorbijgangers waarschuwe. 'Degene op wiens last het reinigen der daken of goten heeft plaats gehadis verplicht de sneeuw of het ijs dadelijk weg te ruimen of te doen wegruimen. Nieuw. Art. 24. Het is verboden over den openbaren weg openslaande deurenvensters luiken en zonneschermen andersdan behoorlijk vastgezet, open te laten staan. Met uitzondering van die der bovenverdiepingen, mogen zij alleen plat tegen den muur worden vastgezet. Art. 27 oud. Art> 25. De eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een ge bouw, muur, hek of schutting is verplicht het aanhechten van naambordjes of lantaarns op last van Burgemeester en Wethouders te gedoogen. Art. 38 oud, Art. 26. 3e lid. .g ver(.)0(jen een nieuw gelegde straat of het ver nieuwde gedeelte eener reeds bestaande straat binnen de eerste 4 weken na de in gebruik stelling te schrobben of te vegen, Art. 32 oud. Art. 27. Het is verboden: azonder vergunning van Burgemeester en Wethouders eenig stuk aan te plakken op de aanplakborden der gemeente of op gemeentegebouwen; Nieuw. fr) zonder toestemming van den eigenaar, gebruiker of beheerder op bijzondere eigendommen aan te plakken; c) zonder daartoe bevoegd te zijn de op wettige wijze aangeplakte stukken af te scheuren of onleesbaar te maken. Art. 32a oud. Art. 28. Wanneer venten op den openbaren weg of aan de huizen aanleiding geeft tot volksoploopen, ongeregeldheden of over last voor de ingezetenen, zijn de venters verplicht op dé eerste aanmaning van wege de Politie het venten te staken. Art. 33 oud. Art. 29. Het is verboden zonder schriftelijke vergunning, door of namens den Burgemeester gegeven, op den openbaren weg liedjes te zingenmuziek te makenvertooningen te geven of voordrachten te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 16