DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1896. 59 onze gemeente zoude zijn. Ik geloof wel degelijk dat elke nieuwe of betere communicatie met naburige gemeenten een voordeel voor ons is; men moge het hooger of lager schatten, een voordeel blijft het. En zulk een voordeel verkrijgen wij hier, zonder dat ons daarvoor eenig subsidie wordt gevraagd, terwijl toch elders bij den aanleg van stoomtramlijnen van de betrokken gemeenten, in verschillenden vorm vrij groote sommen worden gevraagd. Wanneer wij dus hier eenvoudig den grond in gebruik afstaan, geloof ik, dat wij al zeer dankbaar moeten zijn, er zoo goedkoop af te komen. De heer Van Kempen. V. d. M.Ik wensch die dankbaar heid niet van IJ weg te nemen. Ik dank U voor de toelichting. De heer Verster van Wulverhorst. M. d. V. In de voor waarden worden onder Nos. 3 en 5 eenige werken opgenoemd en daarbij wordt bepaalddat die op kosten der concessio narissen zullen moeten worden uitgevoerd. In Nos. 4 en 6 wordt ook van uit te voeren werkzaamheden gesproken, zou het nu niet voorzichtig zijn om ook daaromtrent te vermelden, dat die op kosten der concessionarissen moeten geschieden, of wordt dit niet noodig geoordeeld De Voorzitter. Waar in art. 5 wordt gesproken van be strating voor rekening van concessionarissen, dunkt mij dat het vanzelf spreekt dat de bestrating tusschen de rails ook voor hare rekening komt. Wenscht men echter voorzichtig heidshalve die bepaling er bijgevoegd B. en Ws. hebben daartegen geen bezwaar en concessionarissen zeker ook wel niet. De heer De Vries. M. d. V. Kan hetgeen de heer Verster opmerkt niet daarin zijn grond vinden, dat de werkzaam heden bedoeld in art. 3 en 5 worden verricht door de ge meente, waarbij dan wordt bepaald dat de kosten komen voor rekening van concessionarissenterwijl de werkzaam heden, bedoeld in de artt. 4 en worden verricht door con cessionarissen? Omtrent een ander punt zou ik gaarne een enkele inlichting bekomen. In het voorstel is sprake van een stoomtram; de bedoeling is dus stoom als trekkracht te gebruiken. Nu heb ik evenwel uit het raadsverslag van de gemeente Hazerswoude gezien, dat men daar zeer sterk gekant is tegen het gebruik van stoom en een paardentram wil hebben, terwijl mij een ge rucht ter oore is gekomen, dat vanwege concessionarissen zoude zijn gezegd, dat zij dan een paardentram zouden aan leggen. Is dit zoo? De Voorzitter. Wij weten van niets dan van eene aan vrage van een stoomtram, daaraan houden wij ons. Indien naderhand concessionarissen, om welke redenen dan ook, een paardentram willen bezigen, dan is de vergunning vervallen en zal de Raad opnieuw moeten beslissen of hij eene nieuwe concessie voor een paardentram wil geven. De heer De Vries. Dus wanneer later concessionarissen de stoomtram wenschenfe vervangen door een paardentram, dan zal daartoe opnieuw eene vergunning van den Raad noodig zijn. De Voorzitter. Zeer zeker! De heer Du Rieu M. d. V.Is het zeker dat concessiona rissen zich zullen nederleggen bij de nieuwe voorwaarden sub 12 en 13 door B. en W. aan de voorwaarden toegevoegd? De Voorzitter. Concessionarissen vragen de vergadering: »een en ander onder de voorwaarden, zooals Uwe Raad zal goedvinden te bepalen." De wijzigingen in de concept-voorwaarden luiden alzoo als volgt: In plaats van tot wederopzeggens wordt gelezengedurende den tijd der concessie. Aan de voorwaarden worden toegevoegd: 1°. de vergunning vervalt wanneer de geheele lijn niet is voltooid en in exploitatie gebracht binnen twee jaar na de dagteekening der vergunning. 2°. Concessionarissen moeten gedoogen dat er water- en gasleidingsbuizen onder de trambaan worden gelegd of be staande buizen worden hersteld, vernieuwd of weggenomen, zullende het in orde maken van de trambaan blijven voor rekening van concessionarissen. 3°. de standplaats te Leiden zal worden bepaald onder goed keuring van Burgemeester en Wethouders. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl de heer De Sturler verklaart zich buiten stemming te willen houden. XII. Verzoek van C. Huge, om ontslag als tweede onder wijzer aan de Jongensschool, 1ste klasse. (Zie Ing. St. n°. 224.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 1 December een eervol ontslag verleend. XIII. Voorstel tot verhuring van de bovenwoning perceel Nieuwsteeg n°. 10 (Zie Ing. St. n°. 227.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIV. Bezwaarschriften tegen het kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1896 (Eerste gedeelte). (Zie Ing. St. n°. 226.) De Voorzitter. Ik wensch dit punt in besloten vergadering te behandelenverlangt nog iemand het woord in de open bare vergadering. Niemand het woord verlangende wordt de openbare ver gadering gesloten en veranderd in eene met gesloten deuren Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 3