DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1896.
57
Zitting; van Donderdag 24 Septemb. 1S90,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer H. C. JUTA, Wethouder.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Jongens
school 2e klasse. (213)
3°. Idem van een Commissaris der Bank van Leening. (225)
3°. Verzoek van N. J. C. Jeekel, om vrijstelling van de be
taling van schoolgeld Gymnasium. (211)
4°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, 1896,
ad f 2720.(Vernieuwing Morschpoortsbrug) (214 en 221)
5°. Verzoek van F. Jas te Noordwijk, om vrijstelling van
de betaling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor
Jongens. (215)
6°. Voorstel omtrent uitbreiding van het onderwijzend perso
neel lager onderwijs en aanschaffing van school meubelen
wegens de vermeerdering van het aantal leerlingen ten
gevolge van de grensuitbreiding. (216)
7°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting 1896
ad ƒ618.49* (aandeel der gemeente in de kwade posten).
(217 en 220).
8°. Verzoek van Mej. W. J. C. Hepp, om ontslag als tweede
onderwijzeres aan de Leerschool. (218)
9°. Idem als voren van A. A. Dikshoorn, als derde onder
wijzer aan de school 3e klasse n°. 4. (219)
10°. Voorstel omtrent de splitsing van klassen aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens. (222)
11°. Verzoek van C. J. Baron Leembruggen en T. A. O. De
Ridder, om vergunning tot het leggen van rails voor
een stoomtram van Leiden naar Alfen langs den zuide
lijken berm van den Hoogen Rijndijk. (223)
12°. Idem van C. Huge, om ontslag als tweede onderwijzer
aan de Jongensschool le klasse. (224)
13°. Voorstel tot verhuring van de bovenwoning perceel
Nieuwsteeg n°. 10. (227)
14°. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe
Belasting, dienst 1896 (Eerste gedeelte). (226)
Tegenwoordig waren 20 leden, als de heeren: Van Dissel,
Van Hoeken, Fockema Andreae, Van Lidth de Jeude, Stad
houder, Kaiser, De Goeje, De Sturler, Du Rieu, Verheij van
Wijk, Pera, Egbert De Vries, Van Kempen, Kroon, Hassel-
bach, Dekhuyzen, Zillesen, Verster van Wulverhorst, Van Rhijn,
alsmede de heer Juta, Voorzitter.
Afwezig de heeren: Van Hamel, Cock, Zaaijer, Drucker,
Driessen, Siegenbeek van Heukelom, Kerstens.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen:
10. Missive van den heer Dr. R. Horst, houdende mede-
deeling dat hij de benoeming tot lid der Commissie van toe
zicht op de Scholen voor Middelbaar onderwijs aanneemt.
2°. Idem van den heer Dr. W. N. Du Rieu van de benoe
ming tot lid der Commissie voor het oud-Archief en van den
heer J. J. llasselbach als lid der Commissie van Fabricage.
3°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd.
1/7 September j.l., B. N°. 2727 (3e afd.) G. S. n°. 65/3 ten
geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 20 Augustus j.l.
tot verhooging van de Gemeentebegrootingdienst '1896, in
ontvangst en uitgaaf met ƒ551.08 (onbetaald gebleven vorde
ringen in 1895) en met 15771.45 (overbrenging van tot
belegging bestemde gelden).
4°. Dispositie als voren tot voldoening van een bedrag van
551.08 uit den begrootingspost 1896: Onvoorziene Uitgaven,
voor onbetaald gebleven vorderingen in 1895.
5°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
dd. 8/12 September j.l., B. N°. 2851 (3e afd.) G. S. n<>. 133 ten
geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 1 September j.l.
tot verkoop van gemeentegrond aan de Bakkerssteeg hoek
Kaiserstraat, aan de Wed. J. Van Weeren geb. Verver.
6°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 14/22
September j.l. B. N°. 2935 (3e afd.) G. S. n°. 56, ten geleide
van het Koninkl. besluit van 3 Sept. j 1., houdende goedkeu
ring van het raadsbesluit tot wijziging van de verordening
op de heffing eener plaats, directe belasting wat art. 1 betreft.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van het Bestuur der Leidsche Schouwburgver-
eeniging, houdende verzoek om toekenning van het gewone
jaarlijksche subsidie ad ƒ1500.voor 1897, onder overlegging
van de rekening en verantwoording over het speelseizoen
1895/96.
Wordt behandeld bij de gemeentebegrooting voor 1897.
2°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen
aanslag in de plaatselijke directe belasting dienst 1896.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Begrootingen, dienst 1897, van de Stedel. Werkinrichting
en van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en
Vrouwenhuis.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
4°. Adres van de taalleeraren aan de Hoogere Burgerschool
voor jongens, houdende verzoek om hunne jaarwedden in
overeenstemming te brengen met die van hunne ambtgenooten
voor geschiedenis en aardrijkskunde.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Begrooting dienst 1897 van de Stedel. Bank van Leening.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
6°. Verzoek van Mr. D. Van Houten te 's Hage, om den
eigendom van een stuk gemeentegrond gelegen bij de Utrecht-
sche brug, deel uitmakende van het perceel Sectie A N°. 828,
groot ongeveer 30 centiaren en tot verplaatsing van het op
dien grond aanwezige politiewachthuisje naar de overzijde
van de brug.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
Ten slotte deelt de Voorzitter mede,
1°. dat op '14 September j.l. heeft plaats gehad de opneming
van de boeken en de kas van den Gemeente-ontvanger, waarvan
procesverbaal is opgemaakt, dat ter inzage van de leden in
de leeskamer is nedergelegd en in afschrift gezonden aan de
Ged. Staten.
2U. dat thans een bedrag van 100,000.in prolongatie
is belegd bij de Rijnlandsche Bankvereeniging.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Jongens
school 2de klasse.
(Zie Ing. St. n<>. 213.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Du RieuDe Sturler en
Fockema Andreae verzoeken met mij het stembureau uit te
maken.
Met algemeene (19) stemmen wordt benoemd de heer H.
G. Martin; 1 briefje was in blanco.
II. Idem van een Commissaris der Bank van Leening.
(Zie lng. St. n« 225.)
Wordt met 19 stemmen benoemd de heer Mr. H. Van der
Hoeven; de heer Essers bekwam 1 stem.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor
hunne welwillende medewerking.
III. Verzoek van N. J. C. Jeekel, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld Gymnasium.
(Zie Ing. St. ii°. 211.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van B. en Ws. beslist.
IV. Staat van af- en overschrijving op de begrooting 1896,
ad 2720.— (Vernieuwing Morschpoortsbrug).
(Zie Ing. St. n<>. 214 en 221.)
De heer Van Hoeken. M. d. V.! Nu de brug toch voor
een gedeelte moet vernieuwd worden, zou het nu ook niet
wenschelijk zijn om haar te verleggen in de richting van de
Morschstraat en het nu geannexeerde gedeelte van den weg;
dit komt mij voor dat nu gereedelijk kon plaats hebben.
De heer De Sturler. Ofschoon ik de situatie hier niet
juist kan aangeven, meen ik toch te mogen beweren, dat het
zeer moeilijk zal zijn aan den wensch van den heer Van
Hoeken te voldoen. Het water vormt daar een kom en over
het smalste gedeelte daarvan ligt de brug. Wordt dus eene
andere richting genomendan zal de brug langer moeten
worden, wat heel wat geld zal kosten.
De heer Van Dissel Toevallig ben ik eenigszins op de
hoogte wat het leggen van deze brug betreft, omdat de zaak
toen ook in onderzoek is geweest bij Rijnland. Ik herinner
mij nog zeer goed, dat de heer Schaap, toenmaals gemeente
architect, heel veel moeite heeft gehad om de brug te leggen
zooals zij nu ligt, omdat zij aan verschillende eischen moest
voldoen, ten aanzien vari den toegang tot den singel en dien
naar den Morschweg. Na veel wikken en wegen is toen de
tegenwoordige richting gekozen, zoodat ik werkelijk geloof
dat het zeer bezwaarlijk zal zijn om nu in eens uit te maken,
dat de richting veranderd zal worden.
De Voorzitter. Ik wil wel zeggen, dat op den wensch
van den heer Van Hoeken zal worden gelet, maar indien
blijkt, dat tegen de vervulling daarvan ernstige bezwaren
bestaan, dan zal natuurlijk de tegenwoordige richting behouden
blijven.