GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
Francois Jas.
i:k<in i:\ stitkhkn.
71
N°. 211. Leiden, 27 Augustus 1890.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van N. J. C.
Jeekelhebben wij de eer U mede te deelen dat J. L. F.
Jeekel, zoon van adressant, tot den lOden December 1895
de lessen aan bet Gymnasium gevolgd heeft en den 11 den
December is weggebleven, terwijl de Rector den 2den Maart
1896 van den heer Jeekel bericht ontving dat hij zich ver
plicht had gezien zijnen zoon in den loop der maand December
van het Gymnasium af te nemen.
In aanmerking nemende dat de leerling Jeekel in het
tweede kwartaal gedurende tien dagen van het onderwijs
genoten heeft, bestaan er in geen geval termen vrijstelling
van schoolgeld te verleene'n over genoemd kwartaal en geven
wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vrijstelling
of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zijn zoon,
vroeger leerling van het Gymnasium, over de laatste twee
kwartalen van den cursus 1895/96.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Zoeterwoude, Juni 1896.
Aan
den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde achting te kennen
Nicolaas Johannes Cornelis Jeekel, wonende te Zoeterwoude
(Zoeterwoudsche Singel II n°. 59);
dat zijn zoon Jacob Louis Frederik Jeekel is geweest leer
ling van het Gymnasium te Leiden;
dat hij dientengevolge is aangeslagen in de plaatselijke
directe belasting (heffing van schoolgeld) dier gemeente voor
het dienstjaar 1895/6;
dat gemelde leerling evenwel in de maand December 11.
het Gymnasium heeft verlaten.
Redenen waarom hij beleefd verzoekt vrijstelling voor de
drie kwartalen van dat dienstjaar.
't Welke doende, enz.
N. J. C. Jeekel.
N°. 212. Leiden, 31 Augustus 1896.
Wij hebben de eer hierbij over te leggen de ontwerp
begroting der gemeente voor 1897 met Memorie van Toe
lichting. De begrooting bedraagt in ontvangst en uitgaaf
f 856232.De Plaatselijke Directe Belasting is uitgetrokken
op f 188000.en de onvoorziene uitgaven op f 16932.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 213. Leiden, 3 September 1890.
Tengevolge van het aan den onderwijzer A. L. Van den
Berge verleend eervol ontslag is aan de Jongensschool 2e
klasse eene vacature van derden onderwijzer ontstaan, ter
vervulling waarvan wij de eer hebben Uwe Vergadering
hierbij eene voordracht aan te bieden. Die voordracht is
opgemaakt in overleg met den Arrondissements-schoolopziener
na ingewonnen bericht van het hoofd der school en als
volgt samengesteld:
1°. H. G. Martin, werkzaam aan eene der Openbare scholen
binnen deze gemeente;
2°. M. Bron, werkzaam te Tiel, leerling der Groninger
Kweekschool
en 3°. S. Broekhuizen, onderwijzer te Leiden,
Onder mededeeling dat de verschillende stukken en rap
porten ter inzage van de leden in de Leeskamer zijn neder-
gelegd, verzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 214. Leiden7 September 1896.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat het blijkens
door de Commissie van Fabricage ingesteld onderzoek, drin
gend noodig is het vaste hoofd met beschoeiing en val der
Morschpoortsbrug te doen vernieuwen.
Het bestaande landhoofd, van hout samengesteld moet
door steen worden vervangen met omloopende vleugels,
waarvoor een flinke paalfundeering wordt vereischt.
Verder is het noodig dat achter de bestaande beschoeiing
eenige baarddelen worden aangebracht tot keering van den
ondergrond, dat het schotwerk wordt vernieuwd en ongeveer
6 ankers tot versterking worden aangebracht.
De houten liggers van den val der brug zullen door ijzeren
vervangen moeten worden waarop een eiken dak wordt
bevestigd van strooken zwaar 18X6 cM.
De kosten van een en ander zullen bedragen f 2720.
Vermits het werk niet kan worden uitgesteld tot het vol
gend jaar zijn daarvoor geen gelden op de ontwerp-begroo-
tirig voor 1897 uitgetrokken, maar hebben wij ons verplicht
gezien Uwe Vergaderjng te moeten voorstellen die gelden
op de begrooting van dit jaar beschikbaar' te stellen, en
wel door verhopging van Volgn. 90, onderhoud van bruggen
en overzetveren met f 2720, te vinden door afschrijving van
dat bedrag van den post voor Onvoorziene Uitgaven.
Wij geven U dus in overweging tot de vaststelling van
den hierbij overgëlegden staat van af- en overschrijving
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 215. Leiden, 10 September 1896
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van F. Jas te
Noordwijk, hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon
van adressant eerst in Mei van dit jaar tot de Hoogere
Burgerschool voor Jongens is toegelaten, op grond waarvan
wij Uwe Vergadering in overweging geven aan adressant
vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeldvoor
zijn zoon, sedert Mei leerling der Hoogere Burgerschool voor
Jongens, over de eerste twee kwartalen van den cursus 1895/96.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Noordwijk, 5 September 1896.
Aan
den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge-
teekende, Francois Jas, wonende te Noordwijk;
dat hij aangeslagen is geworden voor een geheel jaar
schoolgeld voor zijn zoon;
dat hij volgens bijgaand aanslagbiljet heeft betaald de
termijnen 1°. Maart tot ultimo Augustus, dus zes volle
maanden;
dat zijn zoon eerst met 15 Mei jl. de H. B. school in uwe
gemeente is gaan bezoekenreden waarom hijondergetee-
kende, beleefd verzoekt van de betaling der twee kwartalen
1°. September 1895 tot ultimo Februari 1896 ontheffing te
mogen ontvangen.
't Welk doende, enz.
N°. 210. Leiden, 10 September 1896.
Ten vervolge op de mededeeling van den Voorzitter in de
raadsvergadering van 1 September jl. dat een 122tal kinde
ren van scholen 3e klasse in het zoogenaamd Soephuis op
de Haarlemmerstraat tijdelijk zijn geplaatst, ten gevolge van
het vermeerderd aantal leerlingen wegens de grensuitbreiding.
hebben wij de eer U mede te deelen dat moest worden over
gegaan tot de tijdelijke aanstelling voor de maand September
van een derden onderwijzer en van twee derde onderwijze
ressen en tot de aanschaffing van eenige schoolbanken, be
dragende de kosten dier schoolbanken 270.Wij geven Uwe
Vergadering mitsdien in overweging ons ter zake het noodig
crediet te verleenen, zullende na afloop van de najaarsinschrij
ving voor de scholen 3de en 4de klasse, de noodige voor
stellen worden ingediend ter voorziening in het gebrek aan
plaatsruimte en aan onderwijzend personeel.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 217. Leiden, 10 September 1896.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat het op de
begrooting voor dit jaar uitgetrokken bedrag van 3850.
wegens het aandeel dezer gemeente in de kwade posten der
Directe Belastingenonvoldoende is geblekenvermits de
ter zake aan het Rijk verschuldigde uitkeering f 4468.495
bedraagt.
Wij stellen U voor den betrekkelijken begrootingspost
(volgn. 167) met f 618.49* te verhoogen, door afschrijving
van de Onvoorziene Uitgaven en te dien einde den hierbij
gevoegden staat van af- en overschrijving vast te stellen,
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.