GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 35 IirCiEKOIIES NTI kli>:\. N°. 115. Leiden, 31 Mei 1896. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Com missie der Bewaarscholen geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming van een lid dier Commissie over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden den 21stenMei 1896. Ter voldoening aan het voorschrift, vervat in Art. 15 onzer Instructie, hebben wij de eer U aan te bevelen Dr. A. Nijkamp en Dr. C. L. Rümke ter vervulling der vacature, in onze Commissie ontstaan door het vertrek van Prof. Dr. H. Treub. De Commissie der Bewaarscholen te Leiden, A. L. De Sturler, Voorzitter. J. A. Van Dijk, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. No. 116. Leiden, 21 Mei 1896. Blijkens bericht van de Commissie van Fabricage zijn de volgende werkzaamheden noodig aan de pachterswoning van de Spanjaardsbrug n.l. eene gedeeltelijke vernieuwing van goten en het maken van een deur met kozijn naar den kelder, waarvan de kosten zullen bedragen ƒ70,—. Vermits daarvoor geen gelden op de begrooting zijn uitgetrokken, geven wij Uwe Vergadering in overweging de vereischte machtiging tot de uitvoering van dat werk te verleen en, zullende te zijner tijd, zoo noodig, een voorstel tot verhooging van het betrekkelijk artikel der begrooting worden ingediend. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 117. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 39 Mei 1896. 1 Mei. 3 7-8.45 7 16 8 2 4 7-9 8 16.8 3 5 7-9 7 16.4 4 6 7-8.45 8 16.6 5 7 7-9 7 16.4 6 8 7—9 8 16.6 7 9 7-9 8 16.6 N°. 118. Leiden, den 22 Mei 1896. Bij de Commissie van Financiën bestaan geene bedenkingen tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde overbrenging in de begrooting van 1896 van het overschot der gelden voor den bouw en de inrichting van het archiefgebouw bestemd. Zij adviseert U mitsdien tot vaststelling van den daarop betrekking hebbenden Suppletoiren staat van begrooting. Aan den Gemeenteraad. De Comm. v. Fin. N°. 119. Leiden, den 22 Mei 1896. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen de voordracht van Burgemeester en Wethouders, opgenomen in n°. 102 der Ingek. Stukken, betrekkelijk de kosten voor den bouw van het Krankzinnigengesticht op het buitengoed Endegeest. Zij stelt U mitsdien voor den daarbij overgelegden Suppletoiren staat van begrooting, dienst 1896, vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Comm. v. Fin. No. 120. Leiden, 22 Mei 1896. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat blijkens het op gemaakt kohier der Plaatselijke Directe belasting voor 1896, het belastbaar inkomen bedraagt 5485392 tegen 5496913 in 1895. Aangezien op de begrooting van dit jaar de opbrengst der PI. Dir. Belasting op 161000 is uitgetrokken, welke som met 5% voor kwade posten moet worden verhoogd, zal de heffing moeten bedragen 169050. Bij eene heffing van 3% van het belastbaar inkomen zoude de opbrengst f 164561,76 bedragen, of 4488,24 minder dan de raming; bij eene heffing van 3,1 zoude ƒ170047,15 of 997,15 meer dan de raming worden opgebracht. Wij geven U met het oog op het geringe bedrag dier meerdere opbrengst, in overweging het heffingsprocent vast te stellen op 3,1 en het kohier dienovereenkomstig vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon. N°. DATUM. UUR. AANTAL. Gemiddelde Eng.Standkaarsen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 1