32
DONDERDAG 28 MEI 1896.
VIII. Idem van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen.
(Zie Ing. St. n°. 115.)
Benoemd wordt de heer dr. A. Nijkamp, met 20 stemmen;
2 stemmen zijn uitgebracht op den heer dr. C. L. Rümke,
terwijl 1 biljet in blanco is.
De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne welwillende
medewerking.
IX. Verzoek van de weduwe M. Van Leeuwen, geb. La
Fleur, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 97.)
X. Idem van Mej. G. M. Breebaart, om ontslag als eerste
onderwijzeres in de handwerken aan de school derde klasse n°. i.
(Zie Ing. St. n°. 98.)
XI. Idem als voren van A. L. Van den Berge, als derde
onderwijzer aan de Jongensschool 2de klasse.
(Zie Ing. St. n°. 100.)
XII. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1896, ad
ƒ392500, Krankzinnigengesticht.
(Zie Ing. St. n»s. 102 en 119.)
XIII. Idem als voren, ad ƒ1322.48*, Archiefgebouw.
(Zie Ing. St. nos. 103 en 118.)
Op alle deze punten wordt achtereenvolgens zonder discussie
en zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt.
XIV. Voorstel tot regeling van de jaarwedde van den Boek
houder der Stedelijke Gasfabriek.
(Zie Ing. St. n°. 105.)
De Voorzitter. In de eerste plaats stel ik aan de orde
punt 1°. van het voorstel van B. en Ws.
De heer Van Hoeken. M. d. V. Ik zou gaarne eenige in
lichtingen wenschen te vragen, n. 1. of de werkzaamheden van
den boekhouder zoodanig zijn vermeerderd, dat eene verhoo
ging van ƒ200.met eene jaarlijksche opklimming van nog
eens ƒ100.gedurende vijf jaren, gewettigd is? Ik weet wel,
dat de vorige boekhouder ook een salaris had van ƒ2500.
maar of het daarom gewenscht is het salaris weer op dat
bedrag te brengen, dat zou ik wel gaarne van Commissa
rissen der Gasfabriek willen hooren.
De Voorzitter. Daarop kan ik antwoorden, dat sedert de
aanstelling van den vorigen boekhouder en die van den tegen-
woordigen zooals ook in het rapport van Commissarissen
is uiteengezet niet alleen de werkzaamheden zijn ver
meerderd, maar ook de verantwoordelijkheid aanzienlijk is
verhoogd. Op dien grond geloof ik, dat het zeer gemotiveerd
is het vaste traktement te brengen op ƒ2000.En als ik
er dit nog mag bijvoegen, geloof ik dat de Commissarissen
der Gasfabriek in deze hier de personen zijn, die speciaal in
een geval als dit de meest bevoegde beoordeelaars zijn; zij
waren unaniem eens, dat het voorstel volkomen in overeen
stemming is met den omvang der tegenwoordige werkzaam
heden. Natuurlijk is het altijd eenigszins moeielijk het cijfer
te bepalen van het bedrag, dat een ambtenaar toekomt. Maar
als wij zien, dat sedert het traktement werd bepaald op 1800.
de werkzaamheden zeer zijn toegenomen, dan geloof ik, dat
eene verhooging van ƒ200.in alle opzichten gemotiveerd is.
De heer Pera. Ik zou op het oogenblik niet direct eene
vergelijking willen maken tusschen een salaris van ƒ1800.—
en ƒ2000.—, wat het doel aangaat. De ambts-voorganger
heeft bij slot van zaken toch ook ƒ2500.gehad; zijn hem
dan toelagen geschonken, waardoor het salaris tot dat bedrag
verhoogd is?
De Voorzitter. De verhooging van den ambtsvoorganger
is op dezen grond gemotiveerd.
Toen destijds het voorstel van Commissarissen inkwam om
hét salaris van den voorganger te verhoogen met welk
advies B. en Ws. eens waren heeft de Commissie van
Financiën, in wier handen volgens het toenmaals vigeerende
reglement dergelijke voorstellen moesten worden gesteld, voor
gesteld het beoogde doel, nl. om het salaris op ƒ2500.te
brengen, te bereiken door den boekhouder eene personeele
toelage te verleenen van 700.per jaar; dan behoefde de
verordening niet gewijzigd te worden, en bij eene eventueele
vacature voegde zij er bij, kon dan eene beslissing
worden genomen, of al of niet tot de verhooging der jaar
wedde zou worden overgegaan. Dat voorstel der Commissie
van Financiën is toen door B. en Ws. overgenomen en door
den Raad aangenomen. Daardoor kwam dus feitelijk het trakte
ment van den toenmaligen boekhouder op ƒ2500.—.
Maar sedert 1890 is de toestand van de gasfabriek zeer
veranderd, zooals in het rapport der Commissie voor de Gas
fabriek duidelijk is aangetoond; de werkzaamheden zijn zeer
vermeerderd en daarmede de verantwoordelijkheid van den
boekhouder. Juist ook naar aanleiding van het toenmalig rap
port der Commissie van Financiën hebben Commissarissen
van de Gasfabriek gemeend hun voorstel in tweeën te moeten
splitsen1°. het vaste traktement te bepalen op 2000.en
2°. de resteerende ƒ500.te gieten in den vorm eener perso
neele toelage, overeenkomstig het besluit van den Raad, dat
toenmaals genomen is. Die toelage zal jaarlijks oploopen, zoodat
eerst in het jaar 1901 het maximum van ƒ2500.zal zijn
bereikt. Als motiet daarvoor kan dan tevens dienen, dat de
boekhouder dan zooveel jaren zijne betrekking zal hebben
vervuld. Maar de verhooging van het vaste traktement is
gemotiveerd op de groote uitbreiding der werkzaamheden aan
de gasfabriek, en op de grootere geldelijke verantwoordelijkheid.
(De heer Kerstens komt ter vergadering).
De heer Pera. Ik dank u voor de gegeven inlichtingen,
M. d. V., en stem volkomen toe, dat Commissarissen der Gas
fabriek als zoodanig meer in staat zijn te beoordeelen, wat
hier het salaris moet bedragen.
Omtrent het betoog van heeren Commissarissen, zooals dat
hier voorkomt, maak ik onwillekeurig de opmerking, dat het
destijds moeielijk ging dien ambtenaar aan te stellen op een
traktement minder dan ƒ1800.—, terwijl het voor mij nog
de vraag is, of de werkzaamheden toen reeds van dien om
vang waren, dat de latere uitbreiding van de fabriek reden
geeft om tot eene verhooging van salaris te besluiten, als
hier wordt voorgesteld. Is de arbeid van dezen ambtenaar
werkelijk zoo uitgebreid, dan bestaat er reden om in te
stemmen met het hier aangeboden voorstel.
De heer Van Hoeken. Ik ben nog niet overtuigd, M. d. V.,
dat die verhoogingen gewettigd zijn, hoewel ik volkomen
toestem, dat Commissarissen het best op de hoogte der zaak
zijn. Dat kleine verhoogingen plaats hebben voor verdienste
lijke ambtenaren, is. billijk, maar met die gedurige jaarlijksche
verhoogingen kan ik mij niet direct vereenigen. Een salaris
van ƒ2000.— is niet zoo gering dat ik begrijpen kan
waarom daar elk jaar weer ƒ100.bij moet komen. Ik kan
mij daarmede niet vereenigen, want als er elk jaar 100.
bij moet, zou hij thans te weinig hebben.
De Voorzitter. Een ambtenaar kan om twee redenen ver
hooging van traktement krijgen; in de eerste plaats wegens
vermeerdering van werkzaamheden en toeneming van ver
antwoordelijkheid; in de tweede plaats wegens langdurigen
diensttijd en betoonde groote bekwaamheid. Het tweede geval
voor vermeerdering van traktement valt meer in de termen
van eene personeele toelage, omdat men bij eventueele be
noeming van een opvolger niet weet, of men bij dezen ook
zal hebben te roemen over dezelfde groote bekwaamheid, ijver
en geschiktheid. En in elk geval kan hij niet dadelijk voor
het maximum in aanmerking komen, omdat hij niet kan
bogen op een langdurigen diensttijd.
Commissarissen hebben daarom hun voorstel gesplitst, de
jaarlijksche verhoogingon motiveerende 1°. door de gebleken
groote bekwaamheid en ijver van den titularis, en 2°. omdat,
als hij het maximum van ƒ2500.— zal bereikt hebben
hetgeen zijn ambtsvoorganger reeds had in 1890, en bij dus
11 jaren later zal krijgen, hij ook alsdan kan doen gelden
het motief van langdurigen dienst.
De beraadslaging wordt gesloten en de beide punten van
het voorstel worden achtereenvolgens bij acclamatie aan
genomen.
XV. Idem tot wijziging van de regeling van het aantal
keurmeesters van vee en vleesch.
(Zie Ingek. St. n° 108.)
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel aangenomen.
XVI. Verzoek van E. A. H. Seipgens, om ontslag als leeraar
aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, en voorstel tot het
verleenen van eene toelage.
(Zie Ing. St. n°. 109.)
De Voorzitter. Ik deel mede, dat het voorstel betreffende
het ontslag en dat betreffende de toelage afzonderlijk zullen
worden besproken en in stemming gebracht.
De heer De Goeje. Het doet mij genoegen, M. d. V., dat u
de beide voorstellen afzonderlijk in stemming brengt, want
ik vind ook, dat zij geheel van elkaar gescheiden moeten
blijven.
Ik wenschte n. 1. den datum van 1 Juni veranderd te zien
in 1 September, zooals ook door de Commissie van Toezicht
is voorgesteld. En wel op dezen grond. De adressant heeft
geen datum genoemd, maar ik houd mij overtuigd, dat wan
neer hij ontslag had gevraagd met ingang van 1 September,
er geen termen zouden zijn geweest om het ontslag niet