13 worden aangebracht een privaat, uitsluitend besterad ten gebruike van de bewoners van dit perceel en van perceel n°. 5; 3. bij de perceelen n®. 16 en 17, eigenaar J. G Leune, aal moeten worden aangebracht een privaat, uitsluitend bestemd ten gebruike van de bewoners van deze beide perceelen; 4. bij perceel n®. 4, eigenaar D. J. A. Parmentier, zal moeten wor den aangebracht een privaat, uitsluitend besterad ten gebruike van de bewoners van dit perceel 5. bij perceel n®. 11, eigenaar J. Ouwerkerk, zal moeten worden aangebracht een privaat, uitsluitend bestemd ten gebruike van de bewoners van dit perceel; 6. bij de perceelen n®. 1, 2, 3, 6, 7, 8, 12, 14, 15. 18 en 19, eige naar H. Dekker, zullen moeten worden aangebracht drie privaten, uitsluitend bestemd ten gebruike van de bewoners van deze perceelen met dien verstande, dat de verplichtingen onder 2 lot 6 genoemd zullen vervallen, indien, bjj gemeenschappelijk overleg der eigenaars ten minste vijl privaten voor de gezamenlijke bewoners der poort worden beschikbaar gesteld. Beveelt, dat deze herstellingen en verbeteringen behoorlijk ter be oordeeling en beslissing van Burg. en Weth. zullen worden aange bracht binnen acht weken te rckepen van den dag, waarop afschrift van dit Raadsbesluit, blijkens proces verbaal van den door Burg. en Weth. daarmede belasten beambte, aan den eigenaar en aan den hoofd bewoner van ieder perceel zal zijn medegedeeld of aangeboden, en dat, bij gebreke daarvan, de perceelen door de bewoners zullen moeten worden ontruimd, als zijnde de genoemde perceelen n®. 5, 20,16,17, 4, 11, l, 2, 3, 6, 7, 8, 12, 14, 15. 18 en 19, indien de aangewezen verbeteringen niet worden aangebracht, als schadelijk voor de openbare gezondheid, ongeschikt te achten voor het bewonen." II. Uaniëlspoort. In de Daniëlspoort, waarin dertien huizen staan, bevinden zich slechts twee privaten. Daaromtrent geldt hetzelfde, wal hierboven omtrent de Slagerspoort is gezegd, behoudens dat wij hier hel mini mum van hel vereischie aantal op vier meencn te moeten stellen. Omtrent de perceelen in deze poort hebben wij het volgende te rapportecren. Voor pereeel n®. 7, eigenaar F. J. Van Beukcring, achtte de Com missie van rooimeesters enz verschillende verbeteringen noodig. Deze zijn door Burg. en Weth voorgeschreven, doch niet aangebracht. De eigenaar is op onze oproeping niet verschenen. Blijkens een per soonlijk door ons ingesteld onderzoek is dit perceel, zonder geheele verbouwing, niet in bewoonbaren toestand te brengen. Uns advies luidt dus onbewoonbaarverklaring. Evenzoo luidt ons advies ten aanzien van perceel n® 8, toebehoorende aan de Vereeniging lot bevordering van den bouw van werkmans woningen. Dit huisje verkeert thans in nog veel meer verwaarloos den toestund dan toen liet door de Commissie van Rooimeesters enz. werd bezocht. Zonder geheele verbouwing is hel ongeschikt te achten voor bewoning. Evenals n°. 7 is hel thans onbewoond. Voor perceel n®. 11 zullen alsnog de herstellingen moeten worden bevolen, welke door Burg. en Weth. zijn voorgeschreven, doch niet zijn verricht. Wat de overige perceelen in de poort aangaat, zoo laten deze zeer veel te wcnschen over. De oppervlakte der vertrekken is klein, de toevoer van licht en lucht gebrekkig, de toestand van onderhoud weinig gunstig. Maar onze meening staan deze perceelen afgezien van de quaestie der privaten op de grens, waar bewoonbaarheid ophoudt en on bewoonbaarheid aanvangt. In dien twijfel meenen wij te moeten adviseeren, vooralsnog, be houdens het omtrent de privaten gezegde, niet tol toepassing der verordening over te gaan. Op grond van het voorafgaande geven wjj in overweging, te nemen het volgende besluit: »A. De Raad der gemeente Leiden verklaart, dat de perceelen ge legen in de Daniëlspoort n®. 7 en 8 slaande ten name van n®. 7 F. J. Van Beukering, 8 Vereeniging lot bevordering van den bouw van werkmans woningen, als schadelijk voor de openbare gezondheid, ongeschikt zijn voor het bewonen, en dat de gebreken, waardoor die ongeschikt heid wordt veroorzaakt, niet vatbaar zijn voor verbei ring; Bepaalt dat deze twee perceelen door de bewoners moeten worden ontruimd binnen vier weken Ie rekenen van den dag. waarop afschrilt van dit Raadsbesluit, blijkens proces-verbaal van den door Burg. en Weth. daarmede belasten beambte, aan den eigenaar en aan den hoofdbewoner van ieder perceel zal zijn medegedeeld of aangeboden B. De Raad bepaalt, dat aan ieder der volgende perceelen zullen moeten worden aangebracht de daarbij vermelde verbeteringen: 1. aan perceel n". 11, toebehoorende aan de Vereeniging tot be vordering van den bouw van werkmanswoningen, zal hel dak moeten worden hersteld door bet vernieuwen van muurplaten en goten; 2. bij de perceelen n®. 9, 10, 11, 12 en 13 toebehoorende aan de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen, zullen moeten worden aangebracht twee privaten, uitsluitend bestemd ten gebruike van de bewoners dezer vijf perceelen; 3®. bij de perceelen n®. 1, 2, 3, 4, 5 en 6, toebehoorende aan II. Dekker, zullen moeten worden aangebracht twee privaten, uitsluitend bestemd ten gebruike van de bewoners van deze zes perceelen; met dien verstande, dat de verplichtingen onder 2 en 3 genoemd zullen vervallen, indien, bij gemeenschappelijk overleg der eigenaars, ten minste vier privaten voor de gezamenlijke bewoners der poort worden beschikbaar gesteld. Beveelt, dal deze herstellingen en verbeteringen behoorlijk ter be oordeeling en beslissing van Burg. en Weth. zullen worden aange bracht binnen acht weken te rekenen van den dag, waarop afschrift van dit Raadsbesluit, blijkens proces-verbaal van den door Burg. en Weth. daarmede belasten beambte, aan den eigenaar en aan den hoofdbewoner van ieder perceel zal zijn medegedeeld of aangeboden, en dat, bjj gebreke daarvan, de perceelen door de bewoners zullen moeten worden ontruimd, als zijnde de genoemde perceelen n'. II, 9. 10, 12, 13, 1, 2, 3, 4, 5 en 6, indien dc aangewezen verbeteringen niet worden aangebracht, als schadelijk voor de openbare gezondheid, ongeschikt te achten voor het bewonen." Aan den Gemeenteraad, De Commissie voornoemd. H. L. Drucker. Th. W. Van Lidth de Jecde. Dr. A. Van Rhijn. N°. 35. Leiden, 7 Februari 1896. Dc Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen den in hare handen gestelden slaat van af- en overschrijving op de be grooting der dd. Schutterij voor het jaar 1895 en adviseert U dien goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf ad f 253.05. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 3G. Leiden, 10 Februari 1896. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van W. F. Verhcy van Wijk, hebben wij de eer U mede te deelen dat W. Van Wijk, leer ling der 1ste klasse van de lloogere Burgerschool voor Jongens vóór Kerstmis van het vorig jaar du school heeft verlaten wegens vertrek naar Rotterdam, zoodat cr termen bestaan gunstig te beschikken op het verzoek om vrijstelling van schoolgeld. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant vrijstelling of terugbetaling te verlecnen van schoolgeld voor W. Van Wijk, vroeger leerling der lloogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1895/96. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den G' meenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigde gevoelens te kennen de ondergeleekende Willem Frederik Verhey van VV'ijk, wonende te Leiden, als curator over zijnen broeder Thomas Van Wijk, gewoond hebbende te Zoeler- woudc, thans te Rotterdam; dal diens zoon Willem, leerling der Ie klasse der lloogere Burger school voor Jongens, met zjjne ouders naar hunne nieuwe woonplaats is vertrokken en sedert de Kerstvacantie de lessen der H. B. S. niet meer heelt gevolgd Waarom adressant de eer heeft te vragen vrijstelling van de be taling van schoolgeld voor hel tweede semester van den cursus 1895/96. 't Welk doende enz Leiden, 5 Februari 1896. Vei hey van Wijk. N°. 3Ï. Leiden, 10 Februari 1896. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van D. F. Mager hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant, J. H. F. Maijer, leerling van de 3de klasse der lloogere Burgerschool voor Jongens in Januari van dit jaar de school heeft verlaten wegens wijziging in zijne aanstaande betrekking, ten gevolge waarvan hjj de stad heeft vei laten. Vermits er alzoo termen bestaan om op het verzoek gunstig te beschikken wat de gevraagde vfijstelling betreft, geven wjj Uwe Ver gadering in overweging aan adressant vrijstelling te verleenen van schoolgeld, voor zijn zoon. vroeger leerling der lloogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1895/96 en afwijzend te beschikken op hel verzoek om terugbetaling van schoolgeld over het tweede kwartaal, omdat de zoon eerst in Januari de school heeft verlaten. Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. Aan HH. Burg. en Weth der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen: Dirk Fredrik Mager, Sigarenfabrikant op de Haarlemmerstraat hoek Mare n® 112, dal zjjn zoon J. 11. F. Mager, leerling der 3de klasse van de H. B. school, de school heeft verlaten wegens vertrek naar Amsterdam om daar voor leerling- machinist te worden opgeleid. Redenen waarom adressant beleefdelijk ontheffing verzoekt van het schoolgeld over beide laatste kwartalen, en restitutie van het betaalde schoolgeld over het 2de kwartaal. 't Welk doende, Leiden, 6 Februari 1896. D. F. Maijer. N®. 38. Leiden, 30 Januari 1896. Door Bestuurdcressen van de Christelijke school voor fabriekar- beidslers alhier is hel gebruik verzocht van eniige lokalen der Jon gensschool 2c klasse op hel Pieterskerkhof ten behoeve van hare Zondagsschool. Na ingesteld onderzoek is ons gebleken dat het verzoek kan wor den toegestaan, terwijl er termen beslaan om in dit geval het gebruik kosteloos te verleenen, evenals zulks is geschied krachtens Raadsbesluit van 31 Mei 1894, ten aanzien van het godsdienstonderwijs aan lsraë- lietische kinderen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan Bestuur deressen der Christelijke school voor fabrieksarbeidsters alhier tot wederopzeggens vergunning te verleenen oin ten behoeve van hare Zondagsschool eenige lokalen te gebruiken van de Jongensschool 2e klasse op het Pieterskerkhof, onder bepaling dat de kosten van ver warming, verlichting, schoonhouden en bediening alsmede voor herstel van eventueel aan gebouw of meubilair toegebrachte schade door de gebruiksters worden vergoed en dal de door of van wege Burg. en Weth. gegeven of te geven voorschriften omtrent het gebruik der lokalen worden opgevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muni.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 3