8 dat zij die school door samenloop van omstandigheden heeft moeten verlaten; dal zij niettegenstaande mijn uitdrukkelijk verbod naar school is gebracht eu de lessen van bel kwartaal JanuariMaart heeft gedurende een dag bijgewoond. Verzoekt hierom vrijstelling van schoolgeld over genoemd kwartaal. Met de meeste achting. Uw dienstw. dienaar, Amsterdam, 12 Januari 1896. L)r. Réthy, Leidschegracht 111. N®. 17. Leiden, 17 Januari 1896. Ondergcteekenden, in Uwe Vergadering van 12 December 1895 benoemd ten einde omtrent bel voorstel van Burg. en Weth. van 2 December 1895 bet verslag uit te brengen, bedoeld in art. 7 der Verordening van 5 April 1894 «betreffende bet bewonen van ge bouwen, welke als schadelijk voor de openbare gezondheid, voor be woning ongeschikt zijn" hebben de eer het volgende te rapporlecren. Dooi' een persoonlijk onderzoek vonden wij volkomen bevestigd de mededeelingen, voorkomende in het verslag der Commissie van Ge neeskundigen, Rooimeesters en Gemeenle-Architeet, van 9 November 1895. De gebreken der drie woningen in de Schagenpoort zjjn van zoo ernstigen aard, dat deze perceclen ongeschikt zijn te achten voor bewoning. Met name is de woonruimte te eenenmale onvoldoende: het eenige woonvertrek, in deze pcrceelen aanwezig, heeft eene oppervlakte van niet meer dan 5 a 5J M!. Van verbetering der gebreken kan onder deze omstandigheden geen sprake zijn. Eene bespreking met den eigenaar, die in eene Vergadering onzer Commissie is verschenen, heeft ons geen aanleiding kunnen geven, deze meening te wijzigen. Op grond van het voorafgaande geven wij U in overweging, het volgende besluit te nemen. De Raad der gemeente Leiden verklaart, dat de perceelen, 'gelegen in de Scbagenpoort, en genummerd uiet de nummers één, twee en drie, staande ten name van J. Van Zijp, alhier, als schadelijk voor de openbare gezondheid ongeschikt zijn voor het bewonen, en dat de gebreken, waardoor die ongeschiktheid wordt veroorzaakt, niet vatbaar zyn voor verbetering; Bepaalt dat deze drie perceelen door de bewoners moeten worden ontruimd binnen vier weken te rekenen van den dag, waarop af- schift van dit Raadsbesluit, blijkens proces-verbaal van den door Burg. en Weth. daarmede belasten beambte, aan den eigenaar en aan den hoofdbewoner van ieder perceel zal zijn medegedeeld of aangeboden. Aan den Gemeenteraad. De Commissie voornoemd, N®. 18. Leiden, 21 Januari 1896. Wjj hebben de eer U hiernevens over te leggen de stukken be treffende het verzoek van Mejuffrouw C. H. Slok. om ontslag uit de betrekking van derde onderwijzeres aan de openbare school der 4e klasse n®. 1, onder mededeeling dat er bij ons tegen de inwilliging van het verzoek geene bedenkingen Instaan. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging haar dat ont slag eervol te verleenen en zulks ingevolge haar verzoek met ingang van 1 April a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Ter voldoening aan het voorschrift van art. 10 der Verordening van den 25cn Januari 1894 (Gemeenteblad van Leiden 1894 n°. 7) heb ik de eer U, wegens mijn voorgenomen huwelijk, beleefd te verzoeken my eervol uit mijne betrekking van 3e onderwijzeres aan de Openbare school 4de klasse n®. 1 te ontslaan met ingang van 1 April 1896. Leiden, 17 Januari 1896. Mej. C. II. Slok. Aan den Heer Burgemeester van Leiden. Ter voldoening aan het verzeek, vervat in Uwe apostille van den 20en Januari 11. n®. 278, heb ik de eer U te berichten, dat er bij mij geen bezwaren beslaan tegen de inwilliging van bet verzoek van Mej. C. H. Slok en dal baar derhalve met ingang van 1 April a. s. hel door haar gevraagde ontslag eervol zou kunnen gegeven worden. Het hoofd der Openb. school 4e kl. n°. 1, Leiden, 21 Januari 1896. P. G. Hocks. N°. 19. Leiden, 9 Januari 1896. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van L. II. Verhoog, hebben wy de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant, H. H. Verhoog, de lloogere Burgerschool voor Jongens en de dochter van adressant B. J. Verhoog, de lloogere Burgerschool voor Meisjes vóór 1 December jl. hebben verlaten wegens vertrek naar Oost-Indië. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant terugbetaling of vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor de lloogere Burgerscholen te verleenen over de laatste drie kwartalen van den cursus 1895/96. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Lambertus Hendrik Verhoog, onderwijzer 1ste klasse in N. O.-lndië; dal wegens aanslaand vertrek naar Indië zijn zoon Herman Hen drik, die de Hoogere Burgerschool voor Jongens, en zijne dochter Berta Josephina die voor Meisjes van den eersten dezer maand af niet meer bezoeken. Redenen waarom hij verzoekt van de betaling van het schoolgeld voor de 3 laatste kwartalen 1895/96 vrijgesteld te worden. Hetwelk doende, Leiden, 28 December 1895. L. H. Verhoog. N'. 20. Leiden, 9 Jannari 1896. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van C. B. Duyster Jr.> hrbbcn wij de eer U mede te deelen dat de pupil van adressant, C J. Lodder, de Hoogere Burgerschool voor Jongens op 20 December jl. heeft verlaten wegens vertrek naar de Jongensschool 2de klasse alhier, zoodat er wel termen bestaan de gevraagde ontheffing van schoolgeld te verleenen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging terugbetaling of vrijstelling van de betaling van schoolgeld te verleenen aan C. B. Duyster Jr. voor zijn pupil C J. Lodder, vroeger leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1895/96. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Hll. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Cornelius Balthasar Duyster Jr. alhier; dat zijn pupil C. J. Lodder, sedert 1 Januari 1896, de Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft verlaten. Reden waarom de ondergeteekende UEd. Achtb. beleefd verzoekt om vrijstelling van de nog te betalen termijnen van den cursus 1895/96 van bovengenoemde school. 't Welk doende, Leiden, 7 Januari 1896. C. B. Düïster Jr. N®. 21. Leiden, den 17 Januari 1896. De Commissie van Financiën heeft dc eer u mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burg, en Weill, van 13 Januari jl. (Ing. St. n°. 9) in zake de verbetering van de Beesten markt, zoodal zij Uwe Vergadering in overweging geeft dienovereen komstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. N®. 22. Leiden, 20 Januari 1896. Ten aanzien van nevensgaand verzoek van het Bestuur der Afdce- ling Leiden der Nederlandsche Weerbanrheidsvereeniging hebben wij de eer U mede te deelen dat blijkens ingesteld onderzoek, bezwaar beslaat tegen het gebruik van de Gymnastiekzaal aan de Pieterskerk gracht voor excercitien inct het geweer, op grond dat zulks voor den houten vloer nadeelig is, terwijl daarvan gedurig herstellingen het gevolg zyn, die den geregelden gang der lessen, waarvoor de zaal eigenlijk bestemd is, storen. Wat de theoretische oefeningen betreft bestaat er, na ingewonnen advies van de belanghebbende autoriteiten, geen bezwaar om daarvoor een lokaal der lloogere Burgerschool voor Jongens te gebruiken. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging afwijzend op het verzoek tc beschikken wat betreft het gebruik van de Gyinnas- lickschool aan de Picterskerkgracht voor de excercitien en aan adres sant tol wederopzeggens te vergunnen voor de theoretische oefeningen een lokaal der lloogere Burgerschool voor Jongens te gebruiken legen betaling van 10 voor elk wekelijksch uur per jaar en van de kosten van verwarming, verlichting, schoonhouden en bediening en verder onder bepaling dal alle kosten van herstel van eventueele schade aan gebouw of meubilair door adressant worden vergoed en dat de door of van wege Burg. eu Weth. vastgestelde of nog vast te stellen be palingen moeten worden nageleefd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan dc EdelAchtb. HH. Leden van den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden Hcrmanus Chrisliaan Gooszen, Louis Gerard Dc Jonge, Gerardus Sala, het bestuur der Nederlandsche Weerbaarheidsvereeuiging, afdeeling Leiden, dat de afdeeling Leiden der N. W. V. (afdeeling Leiden) wenscht de beschikking over een lokaal in hel gebouw der G. H. B. S. voor Jongens met vijfjarigen cursus, en een in het gemeente gymnastiek lokaal op de Pieterskerkgracht, dat ze dc beschikking over die lokalen wenscht gedurende een uur per week voor de behandeling van de theorie en de praktijk van militaire oefeningen. 't Welk doende, H. C. Gooszen President. L. G. De Jonge Secretaris. G. J. Sala Penningmeester. N°. 23. Leiden, 23 Januari 1896. In de Raadszitting van 12 December jl. werd aangehouden het verzoek van de Kon Nederlandsche Grofsmederij in zake verbreeding en verlaging van de brug over de Binnenvestgracht enz. zijnde alstoen door ons College geadviseerd om afwijzend te beschikken op het* verzoek wal betreft de voorgenomen verlaging van de brug tot 0.50 meter boven bet watervlak. Sedert is een nader verzoek ingediend, dat hierby wordt overge legd, waarbij wordt verzocht de brug te mogen verlagen met 12 centimeters.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1896 | | pagina 2