DONDERDAG 21 NOVEMBER 1895.
87
ratting van Donderdag 21 November 1995.
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1®. Voorstel tot het benoemen van eene Raadscommissie van drie
leden in zake eene onbewoonbaarverklaring van perceelen in de
Slagerspoort en in de Danielspoort. (279 en 280)
2'. Benoeming van de leden der bovengenoemde Commissie. (279)
3®. Voorstel omtrent de verwarming en ventilatie in de Raadzaal. (259)
4®. Idem tot afbraak van het Commissarishuisje aan het Utrechtsche
Veer. (260)
5®. Verzoek van H. P. Th. Van Wensen, om vrijstelling van school
geld, Gymnasium. (261)
6®. Idem van W. J. Tilanus, om terugbetaling van schoolgeld, lager
onderwjjs. (262)
7®. Voorstel tot het verleenen van eene toelage uit de gemeentekas
aan den eervol ontslagen brugwachter J. Kienjet. (264)
8®. Verzoek van N. Vallentgoed Jr., om vrijstelling van de betaling
van schoolgeld, Kweekschool voor onderwijzers. (265)
9°. Idem van J. P. Rouma, om ontslag als derde onderwijzer aan de
Jongensschool 2de klasse (266)
10°. Voorstel omtrent de inrichting van lokalen in het Invalidenhuis
voor den Militieraad. (267)
11®. Idem tot het indienen van een adres aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken omtrent de Bank van Leening. (268)
12'. Idem omtrent het doen instellen van een onderzoek in zake de
eventueele oprichting van een abattoir. (269)
13®. Verzoek van de Afdeeling «Vooruit" van den Algemeenen
Nederlandschen Timmerliedenbond, in zake de oprichting van het
Krankzinnigengesticht. (270)
14*. Voorstel omtrent herstelling van de schoeiing achter de Infanterie
kazerne aan het Galgewater en de afbraak van het daar gelegen
schuitenhuis. (271)
15®. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1895, van het H. G. of
Arme Wees- en Kinderhuis. (272)
16®. Begrooting, dienst 1896, van het Gereformeerd Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (273)
17®. Voorstel omtrent het verleenen van geheele of gedeeltelijke
vrijstelling .van de betaling van schoolgeld voor de Kweekschool
voor onderwijzers. (274)
18®. Verzoek van I). Braaksma, om vrijstelling van schoolgeld, Hoogere
Burgerschool voor Jongens. (275)
19®. Idem van J. M. Platteel, echtgenoote van F. 0 De Vries, omtrent
doorhaling van hypothekair-verband op terreinen in de Waard
onder Leiderdorp. (278)
20®. Voorstel omtrent de bestendiging van de tarieven van de rente
en het administratieloon der Bank van Leening. (281)
21®. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Be
lasting, dienst 1895. Tweede gedeelte. (277)
Tegenwoordig waren 24 leden, als de heeren: Vcrhey van Wijk,
Zaaijcr, Uekhuyzen, Van Kempen, Kaiser, De Sturler, Van Dissel,
Kroon, Stadhouder, Van Rhijn, Zillesen, Fockema Andreae, Pera,
Du Rieu, Cock, De Vries, Van Hoeken, Verster van Wulverhorst.
llasselbach, Van Hamel, Kerslens, Driesscn, De Goeje en Van Lidth
de Jeude, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig met kennisgeving de heeren: Juta, Drucker en Siegenbeek
van lleukelom.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 28
October worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter. Naar aanleiding van de Notulen heb ik eene mede-
deeling te doen.
In de vorige Raadszitting bij de behandeling der begrooting, heb
ik medegedeeld, dat het muziekcorps der schutterij emolumenten zou
hebben tot een bedrag van f 1250 bij de voorstellingen in de comedie.
Ik heb die medcdeeling gedaan zooals zij mij is gegeven, maar het
blijkt dat ik verkeerd was ingelicht. Het bestuur van den schouw
burg en de commandant van de schutterij, hebben mij later medege
deeld, dat die emolumenten ongeveer 500 bedragen.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1'. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland, dd. 29 Octo-
ber/2 November jl. B, n°. 3549, (3e afd.) G. S., 121/1, ten geleide
van het goedgekeurd Raadsbesluit van 26 September jl. tot onder-
handsche verhuring van een lokaal in de Stadswaag voor Centraalbureau
van den telefoon.
2®. Missive van J. Roem, houdende mededeeling dat hij de benoe
ming tot lid van het Bestuur der Practischc Ambachtsschool aanneemt.
3®. Dankbetuiging van het politiepersoneel voor hel genomen Raads
besluit lot aanstelling van meerder politiepersoneel, ter bevordering
van Zondagsrust.
4®. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 4/11
November jl. B, n®. 3667, (3e afd.) G. S., 156/1, ten geleide van het
goedgekeurd Raadsbesluit van 28 Ocloberjl. tot onderhandsche ver
huring van het aan de gemeente toebehoorend vischwater aan J. C.
Spaargaren te Ocgstgeest.
5®. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 12/14 Novem
ber jl. B. n°. 1022, (4e afd.) G. S., n®. 87, waarbij wordt berust inliet
Raadsbesluit van 28 October jl. tot toekenning van een subsidie ad
2840 aan de Stedelijke Werkinrichting, voor 1896.
6®. Missive als voren dd. 12/16 November jl. B, n°. 3690, (3e afd.)
G. Sn'. 29, ten geleide van de goedgekeurde geineentebegrooting
yoor den dienst 1896.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van het Bestuur van den bakkersgezellenbond «Verbetering
zij ons Streven" houdende verzoek om politicbepalingen te maken ter
bevordering van meerdere Zondagsrust.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
2®. Bcgrooting. dienst 1896, van het Roomsch Kalh. Armbestuur
en het Wees- en Oudeliedenhuis.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
3®. Verzoek van Mevrouw A. J. Van der GoesVan Logbem, om
terugbetaling van schoofgeld, voor de Kweekschool voor onderwijzers
over den cursus 1894/95.
4®. Adres van het Bestuur der Leidsche Katoenmaalschappij, hou
dende verzoek om vergunning tot het doen maken van eene elec-
trischc verbinding voor het overbrengen van beweegkracht van de
drukkerij aan de lleerengracht naar de weverij aan den Vestwal.
5®. Verzoeken van verschillende personen, om vermindering van
hunnen aanslag in de plaats, directe belasting.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
6®. Rekening en suppletoire staat van begrooting, beide dienst
1894, van het College van Vrouwen-Kraammoeders, ter goedkeuring.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
7®. Missive van schipper Groenewcgen in zake afbraak van het
Coinmissarishuisje aan het Utrechtsche Veer.
Deze missive luidt aldus:
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
EdelAchtb. Heeren!
De ondergeteekende L. Groenewcgen, schipper, wonende te Leiden
heeft met groot leedwezen vernomen dat het schippershuisje slaande
gedurende ontelbare jaren, aan het Utrechtsche Veer, zal worden af
gebroken op grond dat het niet meer gebruikt woidt en van geen
nut is. De ondergeteekende verklaart dat hij dit zeer zou betreuren
want dat hij er voortdurend gebruik van maakt en zeer in zijn be
drijf zou benadeeld worden als hel weggenomen werd. Hij ligt met
zijn schuit vlak bij het huisje aan, en zoo het weggebroken wordt,
dan zou het onbillijk zijn tegen hem, terwijl aan anderen op de Aal
markt vergunning is verleend een dergelijk huisje te hebben. De
ondergeteekende vertrouwt dat de Raad daartoe niet zal overgaan.
Leiden, 20 November 1895. L. Groenewegen.
Te behandelen bij punt 4 der agenda.
Nog wordt medegedeeld:
1®. Dat op Dinsdag 19 November jl. bezoeken zijn gebracht aan
het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit, de Stedelijke Bank van Leening,
het Heilige. Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis en het Roomsch
Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis, waarbij de administratiën tot gcene
aanmerkingen hebben aanleiding gegeven.
^2". Dat een bedrag van 20000 in prolongatie is belegd bjj de
Rijnlandsche Bank, tegen ondérpand van effecten.
3®. Dat aan den eervol ontslagen stadswerkman J. Olivier, wegens
ongeschiktheid voor den dienst ten gevolge van ziekelijke gesteldheid,
een pensioen is toegekend van 256.60, berekend naar eene bezoldi
ging van 500 en 30 dienstjaren en 9} maand, ingegaan 1 November
1895.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is:
I. Voorstel tot het benoemen van eene Raadscommissie van drie
leden in zake eene onbewoonbaarverklaring van perceelen in de
Slagerspoort en in de Danielspoort.
(Zie Ing. St. n®. 279 en 280.)
l)e heer Zillesen. Het is, bedrieg ik mij niet, de eerste of tweede
maal, dat deze Verordening, nadat zij in April 1894 door den Raad
is goedgekeurd, in toepassing zal worden gebracht. Of het nu ligt
aan de zeldzame toepassing of waaraan ook, maar de zaak is mij niet
duidelijk en u zoudt mij, M. d. V., zeer verplichten door mij daar
omtrent ophelderingen te verschaffen, wanneer u daartoe in staat zijt.
Uit de over dit onderwerp gewisselde stukken heb ik gezien dat
door Burg. en Weth. eene Commissie is benoemd krachtens art. 1
van de Verordening, welke Commissie belast geweest is met het in
stellen van een onderzoek naar enkele perceelen waarvan de bewo
ning nadeelig geacht werd voor den gezondheidstoestand. Die Com
missie heeft een vrij ongunstig rapport uitgebracht en geadviseerd
tot het doen aanbrengen van meerdere verbeteringen, ten einde de
perceelen in een bewoonbaren staat te brengen. Burg. en Weth.
hebben dat proces-verbaal aan de verschillende eigenaars doen toe
komen met de bijvoeging, dat zij binnen 14 dagen hunne bezwaren
schriftelijk zouden kunnen uitbrengen. Schriftelijke bezwaren zijn
niet ingekomen en nadat de gestelde tijd verloopen was, is door
Burg. en Weth. opnieuw een schrijven gericht tot de eigenaars,
waarbij zij werden aangeschreven de verbeteringen, welke noodig
geacht werden, binnen een gestelden termijn, aan te brengen. Aan
die aanschrijving is door nagenoeg niemand gevolg gegeven en naar
aanleiding daarvan wordt nu door Burg. en Weth. krachtens art. 7
der Verordening het voorstel gedaan om eene Raadscommissie van
drie leden te benoemen, welke zal hebben in te dienen een met redenen
omkleed rapport en hare conclusie in een concept-Raadsbesluit moet
zamenvatten.
Tot dusverre is de zaak heel eenvoudig en ligt er niets onnatuur
lijks in. Maar wel is het mijns inziens onnatuurlijk, dat niemand
reclames heeft ingediend. Ik kan mij wel voorstellen dat onder de