87 eenige kosten zijn verbonden, welke zooals in het adres wordt mede gedeeld, voor rekening zullen komen van adressante. Alvorens evenwel dat speciaal deskundig onderzoek wordt inge steld, is het, onzes inziens, noodig dat vooraf door den Gemeenteraad eene beslissing worde genomen over de vraag ol tegen het verleenen van de gevraagde vergunning al of niet in beginsel bezwaar bestaat, ten einde te voorkomen dat uitgaven worden gedaan voor het tech nisch onderzoek, die later zouden blijken overbodig te zijn geweest wanneer principieele bezwaren bij den Gemeenteraad mochten beslaan tegen het spannen van kabels over de huizen en de openbare straat. Wij hebben op dien grond gemeend vooralsnog geen technisch onderzoek te dezer zake te doen instellen, maar, alvorens daartoe over te gaan, eene beslissing van Uwe Vergadering uit te lokken. Mocht uit de behandeling van hel verzoek blijken dal hij Uwe Ver gadering gecnc principieele bezwaren bestaan tegen de inwilliging van het verzoek en dat alzoo Uwe Vergadering genegen zal worden bevonden de vereischle vergunning voor het spannen der kabels over de openbare straat te vcrleenen onder de noodige voorzorgsmaat regelen ter voorkoming van gevaar voor de openbare veiligheid en voor de huizen waarover de kabels zullen worden gespannen, dan kan met het technisch onderzoek en het ontwerpen van de noodige voorzorgsmaatregelen een aanvang worden gemaakt, terwijl alsdan voldoende waarschijnlijkheid bestaat dat geene overbodige uitgave ten laste wordt gebracht van adressante. Wij geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in over weging te besluiten dat aan de Leidsche Katoenmaatschappij tot wederopzeggens en behoudens de rechten van derden zal worden vergund twee kabels te spannen over de openbare straat tusschen de drukkerij gelegen aan de Heerengracht en de weverij aan den Vest- wal voor de overbrenging van elcctriciteit lot voortbrenging van be weegkracht onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de kabels uit sluitend worden bestemd voor de overbrenging van electricileit tot voortbrenging van kracht en directelijk noch indirectelijk mogen worden aangewend voor verlichtingsdoeleinden, wanneer althans uit een alsnog in te stellen deskundig onderzoek blijken mocht dat het gevaar hetwelk de kabels kunnen opleveren voor de openbare veilig heid en voor de huizen waarover zij gespannen worden door doel treffende voorzorgsmaatregelen kan worden voorkomen. Mocht in dezen zin door Uwe Vergadering worden beslist dan zal onverwijld met het instellen van een deskundig onderzoek worden aangevangen en de uitslag daarvan aan U worden medegedeeld, waarop de vergunning door Uwe Vergadering kan worden verleend onder de voorwaarden bovengemeld en verder onder de alsnog te ontwerpen voorwaarden na ingesteld deskundig onderzoek. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied Ie kennen de Leidsche Katoen- maatschappij voorheen De Heyder cfi C°. fabrikante te Leiden, dat zij ter uitbreiding barer industrie gaarne tot proef eene electrische verbinding wenscht te leggen tusschen hare drukkerij, gelegen aan de Hecrengrachl alhier en hare weverij aan den Vestwal alhier, om later wanneer die proef met den gewensehtcn uitslag wordt bekroond tot het leggen eencr vaste verbinding over of onder den beganen grond over te gaan. Reden waarom zy zich tot Uwen Raad wendt met het eerbiedig verzoek haar toe te staan voorloopig twee kabels voor electrische krachtsoverbrenging te mogen spannen boven den beganen grond. Zy is bereid de kosten die aan het onderzoek dezer aanvraag mochten zijn verbonden voor hare rekening te nemen. 't Welk doende, De Leidsche Katoenmaatsehappij voorheen De Heyder C"., Leiden, 14 November 1893. Carl. Th. Driessen. N®. 392. Leiden, 16 November 1895. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten de navolgende uitgaafposten der gemeentcbegrooting voor 1895, waarvan de raming niet voldoende is gebleken te verhoogen. Volgn. 67. Jaarwedden der sluiswachters, brugwachters enz. 3880. Tengevolge van de bij Raadsbesluit van 6 Juni 1895 toegekende traciementsverhooging der brugwachters, de aanstelling van meer personeel (bij de vaststelling der begrooting was gerekend op 24 terwijl er thans 32 zijn) en de daardoor meerdere kosten van klee ding, zal op dezen post ongeveer f 3880 te kort komen. Eene ver hooging met f 3880 wordt voorloopig voldoende geacht. Vol"n. 91. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen f 1860. Voor het maken van de nieuwe beplantingen in het plantsoen zijn in het voorjaar werkzaamheden verricht door de slraatmakers, waar door op dit artikel een bedrag van 512 is uitgegeven hetwelk op den post onderhoud van straten en pleinen is bespaard. Tengevolge van de lustrumfeesten heeft de gemeente in zake het onderhoud van het Park, uitgaven gehad lot een bedrag van 845 73s, welke som echter van het studentencorps wordt terugontvangen en verantwoord op den post: Andere ontvangsten niet tot de voren staande behoorende. (Volgn. 41) Bovendien zal door de grootcre onderhoudskosten der hekwerken en het aanschaffen van planten voor de nieuwe perken van het plant soen, nog eene verhooging van het art. met 500 noodig zijn. Eene aanvulling van dezen post met f 1860 wordt dientengevolge voorgesteld. Volgn. 93. Onderhoud van pompen en riolen f 1400. Rij Raadsbesluit van 18 Juli 1895 werd f 1000 toegestaan voor de ruiming van de Dolhuisgracht. Na afloop dier werkzaamheden bleken de kosten f 1620 te hebben bedragen, behalve de kosten van sehui- lenhuur op Volgn. 97 gebracht. De aansluiting van het riool van de Pieterskerkgracht aan dat in de Langebrug, vorderde een uitgaaf van f 395. Bovendien hebben de groolere kosten van ruimen en herstellen van andere riolen eene hoogcre uitgaaf van f 400 veroorzaakt. Eene verhooging van het art. met f 1400 wordt voorgesteld. Volgn. 94. Onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren en andere waterwerken f 2450. De werken ten behoeve van de invordering der havengelden, voor zoover ze op dit artikel moesten worden gebracht, kostten 2280.14. Hiervoor werd bij Raadsbesluiten van 20 December 1894 en 14 Maart 1895 een crediel toegestaan. Bovendien heeft het extra schoonmaken en schuimen van grachten eene uitgave van 162 gevorderd. Verhooging van het art. met 2450 wordt noodig geacht. Volgn. 97. Onderhoud van vaartuigen f 160. De noodzakelijke aanschaffing van een stalen roeiboot waarvan de kosten f 110 beliepen en de huur van schuiten in verband met bet ruimen der Dolhuisgracht, maken eene verhooging van dit artikel met 160 noodig. Volgn. 109. Jaarwedden der Inspecteurs, dienaars en verdere be ambten van politie, mitsgaders van de veldwachters f 1570. In verband met de bij Raadsbesluit van 31 Januari 1895 gewijzigde organisatie der politie zal eene verhooging van dezen post moeten plaats hebben. Een bedrag van f 1570 wordt voorloopig voldoende geacht. Volgn. 111. Onderhoud der wachthuizen, mitsgaders, vuur en licht in dezelve 900. Als onderdeel van de werken voor de invordering der havengelden, waarvoor bij Raadsbesluiten van 20 December 1894 en 14 Maart 1895 een crediet werd toegestaan, is op dit artidel uitgegeven f 792 voor aanschaffing van een brugwachtershuisje en de verplaatsing van andere. Eenige onvoorziene werkzaamheden deden de gewone uitgaven stijgen, zoodat aanvulling van dit art. met f 900 noodig is. Volgn. 163. Kosten van openbare vermakelijkheden en feesten ƒ950. Bij Raadsbesluit van 20 December 1894 werd aan de 3 October- vereeniging een subsidie van ten hoogste 800 verleend voor de 3 October-viering, van welk bedrag in dit jaar geheel zal worden ge bruik geinaaakt. Bij het opmaken van de begrooting was een bedrag van f 7UU evenals vroeger uitgetrokken, benevens f 2000 met hel oog op de Lustrumfeesten. Deze hebben aan de gemeente eene uitgave van f 2253.09s veroorzaakt; de 31 Augustus-viering 142.16s en de ont vangst van HH. MM. de Koninginnen en de leden van het Zoölogisch congres f 444.46s. Eene verhooging van het art. met f 950 wordt voorgesteld. Volgn. 164. Kosten van assurantie der geraeentegebouwen f 15. De geraamde som bleek niet voldoende; eene verhooging van 15 is noodig. Het totaal der voorgestelde verhoogingen bedraagt f 13185 en kan gedeeltelijk worden gevonden uit het nog beschikbaar bedrag op den post voor Onvoorziene Uitgaven ad f 3985.50, voorts door de terug ontvangen gelden van het Studentencorps in zake de kosten vooi bel Park en eindelijk door de lioogere opbrengst van de brug-, kaai- haven-, sluis-, dak-, boom- en veergelden, Volgn. 9 der bcgrooting, ten gevolge ven de heffing van havengeld zijnde de ontvangst op dezen post boven de raming tot dusverre f 8940. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de voorge stelde verhoogingen te besluiten door vaststelling van de hiernevens overgelegde staten van af- en overschrijving en van suppletoire be- grooting respectievelijk ad 3985.50 en 9199.50. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N». 393. Leiden, 3 December 1895. Onder overlegging van nevensgaande stukken hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te doelen dal er ook bij ons geen bezwaar bestaal tegen de inwilliging van hel verzoek van Mejuffrouw A. E. M. Bongcnaar, om eervol ontslag uit de betrekking van tweede onder wijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de openbare school der 3e klasse n°. 1, weshalve wij U in overweging geven haar dat ont slag te verleenen, met ingang van 1 Februari 1890. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteedende, tweede onderwijzeres in de vrouwelijke hand werken aan de openbare school 3e kl. n°. 1, neemt de vrijheid U eervol ontslag uit deze betrekking te verzoeken, wegens huwelijk, en wel tegen 1 Februari 1896. Met hoogachting, Uw dienstw. dienaresse, Leiden, den 28 Nov. 1895. A. E. M. Bongenaar. Leiden, den 29en Nov. 1895. In antwoord op Uw apostille van gisteren, waarbij een verzoek van Mej. A. E. M. Bongenaar, 2e onderwijzeres in de vrouwelijke hand werken aan mijne school, om eervol uit hare betrekking te worden ontslagen tegen 1 Februari 1896, hel) ik de eer U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen eene gunstige beschikking op dat verzoek. Aan den lieer Burgemeester Het hoofd der O. S. 3e kl. n°. 1. der gemeente Leiden. A. Van der Harst. N®. 294. Leiden, 2 December 1895. Wij hebben de eer U mede te deelen dat op grond van art. 1 der Verordening van 5 April 1894 (Gem.blad n®, 2 van dal jaar) be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 3