GEMEENTERAAD VAN LEIOEN. I 79 IINGEKOMEN STUKKEN. N*. 260. Leiden, 28 October 1895. Zooals Uwe Vergadering bekend is bevindt zich nog steeds op het Utrechtsche Veer het zoogenaamde Commissarishuisje, hetwelk gebruikt wordt door de Utrechtsche schippers. Het huisje verkeert in onoogenlijken toestand en ontsiert de buurt, terwijl voor het gebruik geen huur of vergoeding wordt betaald en het huisje nu en dan van gemeentewege werd opgeknapt. Reeds in 1875 is in den Raad de afbraak van bedoeld huisje ter sprake gebracht, onder anderen omdat het Commissariaat van het Veer tusschen Leiden, Woerden en Utrecht was opgeheven. (Zie Zittingsverslag van 27 Mei 1875 en Ing. Stukken n*. 118 van dat jaar.) Intusschen was destijds de meerderheid van den Raad voorloopig gestemd voor het behoud van het huisje ook op grond dat het ge meenschappelijk jaagpad tusschen Leiden, Woerden en Utrecht nog in wezen was. Het komt ons voor dat er thans, nu al sedert geruimen tijd het gemeenschappelijk jaagpad is opgeheven en het in Zuid-Holland ge legen deel aan de provincie Zuid-Holland is overgedragen, alleszins termen bestaan om tot de afbraak van het huisje over te gaan, zullende alsdan de schippers, die thans nog daarvan voor het bergen van goederen gebruik maken, op andere wijze in die behoeften moeten voorzien, hetgeen voorzeker in alle opzichten billijk kan wor den geacht, terwijl zij sedert tal van jaren zonder eenige betaling het huisje hebben gebruikt. Wij geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in over weging tot de afbraak van het zoogenaamde Commissarishuisje op het Utrechtsche Veer te besluiten. N*. 264. Leiden, 31 October 1895. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. NV 261. Leiden, 28 October 1895. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van H. P. Th. Van Wensen, hebben wy de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant, H. I. J. M. Van Wensen, den 18 September jl. voor het laatst de lessen aan het Gymnasium heeft bijgewoond en sedert deze inrichting voor goed heeft verlaten, terwijl er onzes inziens, wel termen bestaan gunstig op het verzoek te beschikken. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zijn zoon vroeger leerling van het Gymnasium, over de laatste drie kwartalen van den cursus 1895/96 Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat zijn zoon, leerling der 2de klasse, op 20 September 11. het Gym nasium heeft verlaten en verzoekt u mitsdien beleefdelijk hem vrij stelling te verleenen van 3/4 gedeelten der schoolgelden. Hoogachtend Leiden, 22 October 1895. H. P. Th. Van Wensen. N'. 263. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 13—19 October 1895. Wij hebben de eer U mede te deelen dat de brugwachter J. Kienjet den 7 April 1887 als zoodanig aangesteld, al sedert geruimen tijd zijne werkzaamheden niet heeft kunnen verrichten als zijnde blijkens ingesteld geneeskundig onderzoek lijdende aan long- en keelleering. Op dien grond hebben wij aan genoemden brugwachter legen 1 December a. s. eervol ontslag verleend. Vermits hij *nog geen tienjarigen dienst heeft vervuld en alzoo geen aanspraak op pensioen heeft, zouden er, onzes inziens wel termen bestaan hem eenige tegemoetkoming te verleenen voor levensonder houd met hel oog op zijnen slechten gezondheidstoestand. Wij geven Uwe Vergadering uit dien hoofde in overweging aan J. Kienjet eervol ontslagen brugwachter, tot wederopzeggens eene toe lage te verleenen uit de gemeentekas tot een bedrag van 225 per jaar zijnde de helft van zijne bezoldiging ad f 450 met ingang van 1 December 1895. N*. 262. Leiden, 28 October 1895. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van W. J. Tilanus geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant, wegens vertrek uit de gemeente met 1 November a. s. terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor een kind, leerling der Jongensschool 2e klasse en een kind, leerling aan de Leerschool over de maanden November en December, lot een bedrag van vier gulden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden, Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Tilanus Willem Joris, le luitenant bij het 3e regiment huzaren; dat bij op 1 November e. k. is overgeplaatst naar 's Gravenhage dat hy in verband daarmede zijne beide kinderen Hendrik Willem en Arnold Dirk Adriaan sedert 31 October e. k. de scholen der 2e klasse van de hoofden der school, »de heeren Van Wijk en Van Dijk" niet meer bezoeken. Redenen waarom requestrant beleefdelijk verzoekt, in het genot te worden gesteld van twee maanden restitutie van het ingegaan kwartaal schoolgeld. 't Welk doende, Leiden, 23 October 1895. W. J. Tjlands. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N'. 265. Leiden, 4 November 1895. Door N. Vallentgoed Jr. is bij nevensgaand adres terugbetaling verzocht van schoolgeld voor de Kweekschool voor onderwijzers, over de maanden Juli en Augustus omdal) hij den 26 Junijl de school heeft verlaten. Vermits krachtens het Raadsbesluit van 15 December 1892 regelende de heffing van schoolgeld voor de leerlingen der Gemeentelijke Kweek school voor onderwijzers en onderwijzeressen het schoolgeld per kwartaal is verschuldigd en daarin van geene terugbetaling voor het tusschentijds verlaten van de school sprake is, geven wij Uwe Ver gadering in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren! Ondergeteekende wendt zich met verschuldigden eerbied, door dezen tot U. Sedert 26 Juni 11. heeft ondergeteekende schriftelijk zijn ont slag bij den Directeur der Kweekschool voor Onderw. te Leiden, ingediend. Daar ik deel genomen heb aan het examen voor de hoofd akte nam ik met den 26 Juni (dag van het schriftelijk examen voor bedoelde akte) met het oog op den nog korten duur van den toen loopenden cursus en het groote verlies van tijd aan het bezoeken der Kweek school voor mij verbonden, mijn ontslag ten einde den beschikbaar geworden tijd aan mijne studie te besteden. Nu heeft ondergeteekende als buitenbewoner, de verplichte schoolgelden ook over het laatste kwartaal JuniJuli—Augustus aan den Gemeente-Ontvanger voldaan. Door dezen is ondergeteekende zoo vrij zich tot U EdelAchtbare Heeren te wenden met het verzoek of zijn ontslag gewettigd was en hij daardoor in aanmerking kan komen door Uwe bemiddeling terug betaling te bekomen der schoolgelden over de maanden Juli en Au gustus. Na beleefde aanbeveling in Uw EdelAchtbare gunst teeken ik mij Uw EdelAchtbare Dienstw. Dienaar, Katwijk a/d Rijn, 2 Nov. '95. N. Vallentgoed Jr. Chr. onderwijzer. N* Datum. Uur. Aantal. i Gemiddelde Eng. Standkaarsen. October 15 19 6.30-8.30 6.30—8.30 6.30—8.30 6.30—8.30 6.30—8.30 6.30—8.30 6.30—8.30 8 8 16.8 16.8 16.6 16.8 16.4 16.6 16.4 N'. 266. Leiden, 31 October 1895. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook bij ons geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van J. P. Bouma, om eervol ontslag uit de betrekking van derden onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse, zoodat wij U in over weging geven het gevraagd ontslag eervol te verleenen, overeenkom stig het advies van het hoofd der school met ingang van 7 Decem ber a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen J. P. Bouma, 3e onder wijzer a. d. Openb. Jongensschool 2e kl. te Leiden, dat hij uit genoemde betrekking eervol ontslagen wenscht le worden en wel tegen 9 December a. s. of zooveel vroeger als Uw College mocht willen bepalen. 't Welk doende enz., Leiden, 28 October 1893. J. P. Boüma. Aan den EdelAchtb. Heer Burgemeester van Leiden. De ondergeteekende heeft de eer UEd. Achtbare te berichten, dat er van zijnen kant geen bezwaar beslaat tegen de inwilliging van het verzoek om ontslag, ingediend door J. P. Bouma, 3en onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse. Alleen neemt de ondergeteekende vrijheid UEd. Achtbare voor te stellen, dit ontslag te doen ingaan op Zaterdag 7 December en niet zooals adressant vraagt, op Maandag 9 December. J. D. Van Wijk, Leiden, 31 October 1895. Hoofd der Jongensschool. N®. 26?. Leiden, den 7 November 1895. Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen een schrijven van den Voorzitter van den Militieraad in het 3e district dezer provincie, waaruit blijkt dat het tegenwoordig keuringslokaal in het Raadhuis, door de aan den Militieraad toegevoegde geneeskundigen, voor de keuring van militieplichtigen ongeschikt wordt geacht. De Voorzitter verzoekt op dien grond, dat voor dat doel een andor. 13 14 16 17 18 7 8 7 8 7

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 12