DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1895. 73 De heer Driesen. Het dividend van verleden jaar weet ik niet, maar vroeger keerde de Maatschappij 4 pCt. a 5 pCt. uit. De heer Drucker. Ik wcnsch den heer Jula nog even te ant woorden en de quaestie terug te brengen op het terrein waar zy hoort en weg te brengen van dat, waarop de firma ze ook gaarne zoude plaatsen. Wy staan hier niet voor eene nieuwe concessie van 28 jaren, maar voor de vraag, of wij ons nu reeds voor den tijd na 1905 willen binden. Wanneer er sprake ware van eene nieuwe concessie-aanvrage voor 25 jaren, dan weet ik niet hoe ik daarover zoude denken. Maar dat wordt ons niet gevraagd. Wat mogeljjk gevaar voor ongunstiger voorwaarden betreft, zoo is noch door den heer Fockema Andreae noch door mij ontkend, dat aan niet-verlenging eenig risico is verbonden, maar dat willen wjj er op wagen. Er wordt altijd gezegd dat de abonnementsprijs hier zoo laag is in vergelijking met Amsterdam, Rotterdam en andere groote plaatsen. Mag ik er nog op wjjzen, dat onwederlegbaar is aangetoond dat boe meer abonnenten er zijn, hoe kostbaarder de inrichting wordt. In eeue grootere stad met een aantal van 2000 abonnenten bijv. is de exploitatie per abonné allicht duurder dan bij een net van 200 abonné's. De hoogere prijs in grootere steden wordt daardoor ge rechtvaardigd. De Voorzitter. Als dat waar is, vrees ik voor dc levensvatbaar heid hier. Als door vergrooting van het getal abonnementen, de exploitatie duurder wordt, is het juist raadzaam de concessie te ver lengen op de oude voorwaarden en den lagen abonnementsprijs, zoo dat de Maatschappij en niet wij de kosten dragen. Er zyn nu twee voorstellendat tot verlenging der concessie in 1905 en het subsidiaire. Om tot eene zuivere stemming te komen, zou het het beste wezen eerst over de verlenging te stemmen; anders zou ik moeten beginnen met de opzegging van de buur van het stadhuis. Later zullen wjj dan behandelen, bij aanneming van het primaire voorstel de voorwaarden, waarop de verlenging der con cessie in 1905 zal worden verleend al of niet gewjjzigd, of wel, mocht het primair voorstel worden verworpen, die van het subsidiaire voorstel, ook al of niet gewjjzigd. De heer Van Hamel verlaat de vergadering. Het voorstel van Burg. en Weth. om de concessie te verlengen, aanvangende in 1905, wordt met 13 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen hebben gestemd de heeren Dekhuyzen, Driessen, De Goeje, Van Hoeken, Kroon, Stadhouder, Siegenbeek van Heukelom, De Vries, Fockema Andreae, Pera, Van Rbijn, Van Lidlh de Jeude en Drucker. Voor hebben gestemd de heeren De Sturler, Hasselbach, Eerstens, Van Dissel, Verster van Wulverhorst, Juta, Kaiser, Van Kempen, Verhey van Wjjk en Zaaijer. Het subsidiaire voorstel wordt in stemming gebracht en met 21 tegen 2 stemmen aangenomen. Vóór hebben gestemd de heeren Dekhuyzen, De Sturler, Driessen, De Goeje, Hasselbach, Kroon, Eerstens, Stadhouder, Van Dissel, Ver ster van Wulverhorst, Siegenbeek van Heukelom, Juta, Van Kempen, De Vries, Fockema Andreae, Pera, Van Rhjjn, Van Lidth de Jeude, Verhey van Wjjk, Zaaijer en Drucker. Tegen hebben gestemd de heeren Van Hoeken en Ka.ser. De heer Drocker. Ik geloof niet dat de regeling van de wijze van tegemoetkoming zoo dringend is. Wanneer er niets tegen is, zou ik in overweging willen geven, dat Burg. en Weth. de zaak nog eens overwogen en dan weder bij den Raad brachten. Liefst zou ik de quaestie in dien zin geregeld zien, als door den beer Van Hamel is aangegeven, nl. dat voor ieder jaar dat de con cessie korter duurt dan tot 1920, eene zekere vergoeding wordt ge geven. De Voorzitter. Burg. en Weth. hebben dit overwogen maar zyn er tegen. Hoewel wy er op gerekend hadden de zaak nu te behandelen, willen wjj de behandeling van het subsidiaire voorstel, waartoe in beginsel besloten is, in eene volgende vergadering nader aan de orde stellen. Ik wensch evenwel dat de Raad nu toch uitmaakt of onder deze omstandigheden de huur van het locaal op het stadhuis wordt opge zegd. Er is haast bjj. Men moet weten dat de huur tegen 1 Januari dient te worden opgezegd, opdat de overbrenging vóór den winter geschiede. Wjj dienen de opzegging te doen vóór 1 October a. s. Vinden de heeren het goed dat wij in elk geval opzeggen de huur van het telephoonbureau hier en aannemen de huur van de Waag? De heer Drucker. M. d. V.l Ik wilde nog slechts eene vraag doen. Burg. en Weth. stellen voor, de huur van het cenlraal-station te brengen van f 50 op ƒ100 'sjaars. Zou men de huur nu niet op het oude bedrag kunnen laten om daardoor de concessionarissen te gemoet te komen; wellicht ware dan daartegenover de andere quaestie meer in bet belang der gemeente te regelen. De Voorzitter. Burg. en Weth. vinden geen vrjjheid om van de huur van 100 af te gaan. Bij het bepalen van een huurprjjs moet men letten op de localiteit welke men voor dien prijs verkrijgt. De zaak van de tijdsbepaling is overigens vrij eenvoudig. Ik zou wenschen voor te stellen, dat wanneer in 1905 de concessie niet wordt verlengd voor 10 of 15 jaren, de schadevergoeding van ƒ5000 zal worden toegekend. De zaak kan dan nu in eens worden afgedaan en behoeft niet tot eene volgende vergadering te worden aangehouden. De heer De Goeje. Maar wanneer nu in 1905 by de nieuwe con cessie door den concessionaris voorwaarden worden gesteld die de de gemeente onaannemelijk acht, en daarom de concessie niet doorgaat moet dan toch de schadevergoeding van 5000 worden gegeven. De Voorzitter. In 1905 is de firma volkomen vrjj om de voor waarden te stellen die zjj wil, wanneer de Raad alsdan wenscht. dat de telefonie in deze gemeente door dezelfde firma wordt voortgezet. Kan de Raad zich met die voorwaarden niet vereenigen, dan eindigt de telefoondienst of moet de gemeente zelf de zaak gaan exploitceren, of aan een anderen concessionaris, wellicht op veel bezwarenden voor waarden, dan nu (in 1895) waren te verkrijgen, opdragen. Wordt in 1905 de bestaande concessie door den Gemeenteraad niet verlengd dan moet door de gemeente de schadevergoeding van 5000 uitgekeerd worden. De heer Drucker. De zaak ware het eenvoudigst te regelen door in het subsidiair voorstel te voegen de woorden: «voor 10 jaren En zou dus moeten gelezen worden: te besluiten dat, wanneer de con cessie na afloop van de bestaande in 1905 niet voor 10 jaren mocht worden verlengd, aan de concessionarissen als tegemoetkoming in de gemaakte kosten voor de verplaatsing van het Lentraalbureau eene vergoeding uit de gemeentekas zal worden verleend ten bedrage van 5000. De Voorzitter. Beter ware het te zeggen: voor 10 jaren of meer. Er zal wellicht bij de concessionarissen het bezwaar bestaan, dat voor de verlenging een ander aantal jaren wordt genoemd dan zij oor spronkelijk hebben aangevraagd. Daarom is de by voeging: of meer, gemaakt. In dien zin gewjjzigd nemen Burg. en Weth, het voorstel van den heer Drucker over. De heer Fockema Andreae. Slechts een enkele vraag. Moet er niet bjjstaan «indien tengevolge van de beslissing van den Raad de con cessie niet voor 10 jaar of meer wordt verlengd" of is de bedoeling dat de firma, wanneer zij geene verlenging van de concessie voor 10 jaar of meer verlangt, toch ook aanspraak op 5000 heeft? De Voorzitter. De bedoeling is dat als de Raad de concessie niet wil verlengen, de firma op genoemde som aanspraak heeft. Dit bljjkt uit de correspondentie. Ik zal het er duidelijkshalve invoegen. De heer Van Kempen. Die concessie zal toch niet verleend worden op de bepalingen die nu gelden, want de firma kan dan andere maken, missehien zoo bezwarend dat de Raad zegt het niet te kunnen doen en in vredesnaam maar de 5000 geeft. De heer Hasselbach. M. d. V.l In hoeveel tjjd zal de firma de in richting moeten overbrengen? De Voorzitter. Wjj hebben te doen met eene zeer fatsoenlijke Maatschappij; zjj zal wel haar best doen de overbrenging zoo_spoedig mogelijk te doen plaats hebben. Het is natuurlijk in haar eigen be lang, dat het vóór den winter geschiedt. Wjj zijn geen deskundigen en geen technici genoeg om te kunnen beoordeelcn hoe lang het moet duren. De verplaatsing van palen is noodig. Het zal ook van het weêr afhangen; wanneer er storm komt zal het werk vertraagd worden. Ik zou het geheel overlaten aan de regeling tusschen Burg. en Weth. en de Maatschappij. De heer Hasselbach. Met het oog op den winter, die voor de deur staat, deed ik mijne vraag. De overbrenging is in dien tijd zeer moeiljjk en kostbaar. Het gewijzigde subsidiaire voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. X. Staat van af- en overschrijving op de begrooting 1895, ad f 34, (kosten parallelklassen.) (Zie Ing. St. n'. 227 en 236.) De heer Pera. M. d. V.! De gemeente heeft voor de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes toch al zulke kolossale uilgaven te doen, dat het moeieljjk aangaat oin daaraan nog meer ten koste te leggen. Ik heb daarom tegen de inwilliging van dit voorstel nog al eenig bezwaar. De Voorzitter. Wanneer men eenmaal eene inrichting van onderwijs heeft, dan moet zij ook goed zyn. Reeds het vorig jaar was er sprake van de handwerken te splitsen. Men heeft het dit jaar nog eens op de oude manier beproefd, maar het gaat niet langer.^ De Commissie van Toezicht is overtuigd dat splitsing noodzakelijk is en wjj zijn dus verplicht een daartoe strekkend voorstel te doen. Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XI. Voorstel tot het opnemen in het Pensioenfonds van den Eersten Keurmeester van vee en vleesch en van de Controleurs van Politie. (Zie Ing. St. n«. 228 en 242.) XII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting 1895 ad ƒ160 Herstelling van Gobelin-behangsel. (Zie Ing. St. n'. 229 en 236.) XIII. Voorstel omtrent de aanstelling van een adsistent in de Schei kunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en splitsing van klassen, met staat van af- en overschrijving ad 167. (Zie Ing. St. n°. 231 en 240.) XIV. Staten van af- en overschrijving op dc begrooting 1895, ad 911 aandeel in de kwade posten en ad 281. Grondlasten enz. (Zie Ing. St. n'. 232 en 240.) XV. Voorstel tot uitbreiding van het personeel aan de Jongensschool 2de klasse met één derden onderwijzer. (Zie Ing. St. n*. 237.) XVI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, 1895, ad 250. Toelage aan de Vereeniging Kennis is Macht. (Zie Ing. St. n". 234 en 236.) Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 5