DONDERDAG 11 JULI 1895. 57 De Voorzitter. Het zal natuurlijk een ernstig overleg zijn. hoewel ik op dit oogenblik niet overtuigd ben dat verlenging der concessie schadelijk kan zijn. Burg. en Welh. kunnen echter de onderhande lingen met de firma heropenen en in eene volgende Vergadering rapport uitbrengen over die nadere onderhandelingen. De heer Du Rieü. M. d. V.! Wat dit betreft, daarmede kan ik mij zeer goed vereenigen. TT Ik wilde van u alleen eene zekere geruststelling vernemen, hebt met ernstige woorden de gevaren geschilderd, waaraan het stadhuis is blootgesteld, zijn nu die gevaren in de nieuwe inrichting boven de Waag minder? De Voorzitter. Daar is het veel minder. Hier moet men zich be helpen; het lokaal wordt o a. gebruikt als logeerkamer voor de meisjes. En nu gaat het toch niet aan dit alles in het stadhuis te ^WiT stellen dan voor, de behandeling der zaak uit te stellen en Burg. en Weth. op te dragen nadere onderhandelingen met de ürma Ribbink, Van Bork C». te voeren. *De beraadslaging wordt gesloten en overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten Burg. en Weth. te machtigen nadere onder handelingen met de concessionarissen te openen. XVII. Verzoek van het Hoofdbestuur der Schippersvereniging Schut- tevaer, omtrent de plaatsing van een licht aan het einde van de £ijl. (Zie Ing. St. n*. 160.) Op dit verzoek wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming afwijzend beschikt. XVIII. Voorstel omtrent de herstelling van eenige bruggen. (Zie Ing. St. n*. 166.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XIX. Verzoek van J. Lokker, om ontslag als derde onderwijzer aan de school 3e klasse n*. 1. (Zie Ing. St. n*. 168.) XX. Idem van T. A. O. De Ridder, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. n'. 170.) XXI. Idem als voren van J. M. Van Houten. (Zie Ing. St. n*. 170.) YY1I Idem van H. A. J. Krüger, om een stoep te leggen aan de Mare. (Zie Ing. St. n#. 174.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. YYIH idem van de Directie der Broodfabriek Ceres, om ontheffing van de bepaling van art. 221 der Algemeene Politieverordening. (Zie Ing. St. n#. 175.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming afwijzend op beschikt. XXIV. Voorstel tot wijziging van de in de zitting van 10 Juni 1895 vastgestelde Verordening op het bouwen en sloopen. (Zie Ing, St. n*. 177.) De heer Cock. M. d. V! Ik zal den Raad niet lang ophouden en ook geene nieuwe stemming over het gewijzigde voorstel *™gen, ik ben en blijf tegen art. 31, ook zooals dit door Gedeputeerde Staten is gewijzigd. Gedeputeerde Staten hebben in beginsel hetzelfde zwaar tegen liet artikel als ik, maar aan dat bezwaar komt de nu voorgestelde redactie slechts voor een klein gedeelte te gemoet. Ik blijf bij mijne meening dat waar een hoogere wetgever deze materie reeds heeft geregeld, een lagere zich daarmede niet mag inlaten. Maar Gedeputeerde Staten vinden het artikel nu goed. De Raad zal het ook wel goedvinden en mij blijft dus slechts over te verklaren dat ik geacht wil worden tegen gestemd te hebben. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XXV. Idem tot het verleenen van afschrijving of terugbetaling van plaatselijke directe belasting, dienst 1894. (Zie Ing. St. n«. 178.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. besloten. XXVI. Idem tot het uitgeven van perraissiën voor het jagen op waterwild langs de Vroonwateren. (Zie Ing. St. n'. 179.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XXVII. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1895, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n*. 180.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. XXVIII. Verzoek van C. R. Van Ruyven, om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwjjs. (Zie Ing. St. n*. 181.) XXIX. Verzoek van B. E. Spijker, om een stoep te leggen voor perceel Garenmarkt n°. 12. (Zie Ing. St. n°. 182.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. De Voorzitter. Ik heb thans nog alleen mede te deelen dat het mijn voornemen is om eene Vergadering van den Raad te beleggen op aanstaanden Donderdag. Mag ik met het oog op den zomer, de heeren die in de stad z(jn, uitnoodigen wel te willen opkomen. Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders More

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 9