48
DONDERDAG 13 JUNI 1895.
genoegen nemen, mits uit uw voorstel blijke, dat dit werkelijk uwe
bedoeling is, opdat nooit later kan geeischt worden de voorafgaande
goedkeuring tot opneming van een patiënt, wanneer tegen de op
neming in het algemeen met het oog op de plaatsing van provinciale
krankzinnigen geen bezwaar bestaat.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ook ik wil als mjjne meening
te kennen geven dat de brief van het Dag. Bestuur uitstekend gefor
muleerd is. Op gepaste en voorzichtige wijze is aan Gedep. Staten
te kennen gegeven, dat de Raad zich op dit oogenblik nog niet zoo
kan verbinden om met de voorwaarden, zooals zij nu gesteld zyn,
genoegen te nemen, wanneer niet op de een of andere wijze aan het
bezwaar van den Raad wordt te gemoet gekomen.
Het is dus. dunkt my, een wenk aan Gedep. Staten, dat wij nog
niet met handen en voeten gebonden zijn, een wenk tot voorzichtig
heid dus.
De heer Zillesen. Ik wensch nog ééne kleine inlichting. Als
Gedep. Staten nu niet genegen zyn zich bij ons voorstel neder te
leggen, als zij dus vasthouden aan hunne redactie, wat dan? Is het
dan a prendre ou a laisser? Mij dunkt, dat zal dan het slot zyn.
De Voorzitter. Dan zal de redactie van Gedeputeerde in de Pro
vinciale Staten behandeld worden.
Ik meen dat de heer Zillesen de zaak niet geheel en al begrijpt.
Omtrent de bedoeling bestaai tusschen Gedep. Staten en den Gemeente
raad hoegenaamd geen verschil. Gesteld eens dat Burg. en Weth.
gebruik makende van de door den Raad gegeven machtiging, ge
schreven hadden: wy keuren dat alles goed, altijd in verband met
ons vorig schryven en de missive van 4/5 Juni van Gedep. Staten
die de heeren zullen gelezen hebben. Rees nu later verschil over
de vraag of er voorafgaande goedkeuring noodig was, dan zouden
Gedep. Staten gewezen kunnen worden op de correspondentie waarin
zy zelf de bedoeling hadden weergegeven. Het is echter beter die
quaestie te vermijden, juist omdat zij misschien eerst over 10 jaar
aan de orde zal komen. Men behoeft dan niet meer te gaan zoeken
in de correspondentie naar de bedoeling van de voorwaarde, die niet
rechtstreeks uit de redactie zelve voortvloeit. Het kan verder ook
zijn nut hebben dat in deze gewichtige zaak het gehcele dossier is
afgedrukt en voorkomt in de gedrukte stukken en in de Handelingen
van den Gemeenteraad. Mocht er dan ooit geschil ryzen dan blijkt on-
middellyk dat reeds mi de zaak onder de oogen is gezien. Ik acht
het echter bijna geheel onmogelijk dat daarover ooit geschil zal ont
staan, want Gedep. Staten zijn het met ons eens. Maar juist daarom
vragen wy hun, om onze gemeenschappelyke bedoeling in de redactie
zelve uit te drukken; daar kan geen bezwaar tegen bestaan.
De heer Pera. Onder 4*. lees ik: »De plannen en bestekken voor
de paviljoens en den verderen opbouw van het gesticht moeten aan
de goedkeuring van Gedep. Staten worden onderworpen.'' Nu is er
sprake van, dat het bestaande kasteel zal gebruikt worden voor
Directeurs-woning enz. Bestaat er nog gevaar, dat dit toezicht van
Gedep. Staten in dezen tot moeilijkheid zal aanleiding geven, omdat
men het niet doelmatig acht?
De Voorzitter. Ik geloof dat dit niet mogelijk zal zyn. Voorloopig
zijn reeds de uitgewerkte plannen en leekeningen aan Gedeputeerde
Staten medegedeeld en wanneer een dergelijk kardinaal punt tot verschil
aanleiding zou geven, zouden Gedeputeerde Staten dit nu hebben
opgeworpen.
De heer Siegenbeek var Heüeelom. Mag ik er byvoegen dat als
ik mij niet bedrieg, het plan is bet kasteel te gebruiken als direc
teurswoning, recreatiezaal enz. en het niet is opgenomen in het plan
van het eigenlijke gesticht. De Provinciale Staten willen toezicht
houden op de plannen voor de paviljoens, ingericht voor de
krankzinnigen, maar het zal hun wel onverschillig zijn, hoe de
directeurswoning is.
De Voorzitter. Zij hebben ook den verderen opbouw van het
geslicht te beoordeelen. Daartegen kan geen bezwaar bestaan, te
minder nu Gedeputeerde Staten reeds van het plan kennis hebben
genomen. Het gebouw is in elk opzicht geschikt voor het doel waar
voor het bestemd zal moeten worden.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt in stemming gebracht en
aangenomen met algemeene stemmen.
De Voorzitter. Deze brief zal heden gezonden worden aan Gede
puteerde Staten opdat zij volgens hun schrijven nog in deze week
hun voorstel aan de Provinciale Staten moeten indienen.
II. Rekeningen van de Stedelyke Gasfabriek.
(Zie Ing. St. n*. 150.)
De heeren Juta, Zillesen en Kaiser, Commissarissen der Stedelijke
Gasfabriek verlaten tydelijk de vergadering.
Deze rekeningen worden zonder beraadslaging of hoofdelyke stem
ming goedgekeurd.
III. Verslag van Commissarissen der Stedelyke Gasfabriek.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré