44
dat het Bestuur niet in staat is deze voorwaarde te aanvaarden,
tenzij de Gemeenteraad de stedelijke toelage ad 4000 wil verhoogen
met f 1000 en alzoo brengen op 5000;
dat aangezien dit de aan bet Bestuur eenig mogelijk bekende weg
is om de Rijks-toelage met f 2000 vermeerderd te zien, het Bestuur
den Gemeenteraad beleefd maar dringend verzoekt de bedoelde ver
hooging, te beginnen met het jaar 1896. toe te kennen in overwe-
f'innnemende dat eene verhooging van de stedelijke toelage met
1000 eene vermeerdering van inkomsten van 3000 aan de Prac-
tische Ambachtsschool verzekert.
Het Bestuur legt den Raad hierbij over een copy van genoemd
adres aan den Minister met bijlagen, waaruit de Raad zien kan dat
onze school vergelijkenderwijze de goedkoopste zal blijven van de
thans in Nederland bestaande ook nadat de inkomsten met 3000
zullen zjjn vermeerderd, en bovendien van het schrijven van den
Minister van 18 April 11., Afd. O, N®. 967 en verklaart zich be
reid en in staat zoo noodig alle gewenschte inlichtingen te geven
zoo mondeling als schriftelijk.
Leiden, 7 Mei 1895.
Hetwelk doende,
Het Bestuur der Vereeniging
»De Practische Ambachtsschool"
P. J. Kaiseb, Voorzitter.
G. Vak Dkiejl, Secretaris.
155- Leiden, 10 Juni 1895.
Wij hebben de eer mede te deelen dat er ook bij ons geen be
zwaar bestaat tegen de inwilliging van bet verzoek van R. Jesse Rz.,
om in de betrekking van Gemeente-Apotheker te worden gecontinueerd,
zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven hem wederom voor
den tyd van drie jaren in zijne betrekking te bestendigen.
De betrekkelijke stukken worden hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekende, by Raadsbesluit van 4 Juni 1870, benoemd
tot Gemeente-Apotheker, heeft de eer zich tot U te wenden met het
verzoek om in die betrekking te worden bestendigd.
Met de meeste hoogachting,
Uw Dw. Dn.,
Leiden, 5 Juni 1895. R. Jesse Rz.,
Gemeente-Apotheker.
Leiden, 7 Juni 1895.
Ter beantwoording Uwer apostille dd. 6 Juni n°. 2439 en onder
terugzending van het daarbijgevoegd adres, hebben wy de eer U te
berichten dat er bij onze Commissie gecne bedenking is tegen het
verzoek van den heer R. Jesse Rz., om continuatie als Gemeente-
Apotheker en verzoeken U den adressant in zijne betrekking te willen
bestendigen.
Aan den Heer Burg.
van Leiden.
De Commissie voor de Gemeente-Apotheek.
D, De Loos, Voorzitter.
C. Frakckeh, Secretaris.
N®. 156. Leiden, 6 Juni 1895.
Aangezien uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat de inkom
sten van M. Koese, leerling der Kweekschool voor onderwjjzers, wo
nende te Lisse, minder bedragen dan f 600 per jaar, geven wij Uwe
Vergadering in overweging aan M. Koese voornoemd, ingevolge art.
3 van het Raadsbesluit van 15 December 1892 (Gem.blad n®. 1 van
1893) geheele vrijstelling te verleenen van de betaling van school
geld voor onderwijzers.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den EdelAchtb. Raad der gemeente Leiden.
Geeft met den meesten eerbied te kennen M. Koese, onderwijzer
te Lisse, die de teekenlessen aan den cursus voor hoofdacte volgt,
dat hij uit hoofde van zijn laag tractement zijnde ƒ550geheele
of gedeeltelijke vrijstelling verzoekt van het betalen van schoolgeld.
't Welk doende,
Leiden, 4 Juni 1895. M. Koese.
N'- 15 Leiden, 13 Juni 1895.
In verband met brandgevaar, de toeneming van het aantal abon-
nenten op de Telefoon en de invoering van een geregelden dag- en
nachtdienst is het zeer wenschelijk dat het Centraalbureau, thans
gevestigd in het lokaal op het Raadhuis gelegen achter de tegen
woordige Leeskamer worde verplaatst.
Dit lokaal is krachtens Raadsbesluit van 9 Februari 1888 voor dit
doel aan de concessionarissen voor den aanleg en de exploitatie van de
Telefoon, de HH. Ribbink, Van Bork en C®. tot wederopzeggens ver
huurd voor ƒ50 'sjaars.
Over de verplaatsing is in overleg getreden met de concessionarissen
voornoemd, tengevolge waarvan deze hebben verzocht de lokalen boven
de Waag voor Centraalbureau te mogen inrichten, en die localiteit te
mogen huren tegen betaling van een huursom van 100 per jaar,
onder voorwaarde dat alsdan de hun voor 15 jaren verleende uit
sluitende concessie worde verlengd.
Over die aanvrage om verlenging van de concessie zijn door ons
met concessionarissen onderhandelingen gevoerd, tengevolge waarvan
wij tot de overtuiging zijn gekomen dat er alleszins termen bestaan
voor verlenging van de concessie onder de noodige waarborgen en
wel voor denzelfden tijd als waarvoor de oorspronkelijke concessie
is verleend.
In de eerste plaats zijn aan eene overbrenging van het Centraal
bureau naar de Waag belangrijke kosten verbonden, ze zijn toch ge
raamd op 5000. Het is alzoo te verklaren dat de concessionarissen
alvorens tot die uitgave over te gaan, verzekerd zijn dat hun na
afloop van de concessie in 1905, de exploitatie niet worde ontnomen,
terwijl die concessie slechts voor een betrekkelijk gering aantal jaren
(15) is verleend.
Vervolgens hebben concessionarissen tot dusver steeds op de meest
uitstekende wijze aan hunne verplichtingen voldaan en thans, zonder
daartoe nog verplicht te zijn, een volledigen dienst bij dag en nacht,
Zon- en Feestdagen daaronder begrepen, ingevoerd, wat zeker in het
belang is van de gemeente en van de abonnenten, zoowel bij brand
als in andere voorkomende gevallen, terwijl de hier geldende abon
nementsprijs voorzeker niet hoog kan worden geacht.
Bij verlenging van de concessie zal intusschen moeten worden
voorzien in eene eventueele verlaging van den abonnementsprijs
wanneer daarvoor te eeniger tijd aanleiding mocht bestaan, in ver
band met den abonnementsprijs in andere gemeenten in gelijke om
standigheden als Leiden verkeerende, zoomede van den prijs voor
gemeentelijke inrichtingen in het vervolg te betalen.
De concessie is krachtens Raadsbesluit van 11 Februari 1886, ver
leend bjj acte van 31 Januari 1889 behoudens de vergunning der
Hooge Regeering en van de rechten van derden met uitsluiting van
anderen voor. den tijd van 15 jaren, ingaande op den dag waarop
met de exploitatie wordt aangevangen, zijnde de vergunning van de
Regeering verleend bij besluit van den Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid van 30 Augustus 1887 krachtens machtiging des
Konings van 20 Augustus 1887, n®. 6.
De exploitatie van de Telefoon te dezer stede is aangevangen den
1 Maart 1890.
De voorwaarden waaronder de concessie is verleend luiden als
volgt:
Art. 1. Dat aan den concessionaris in het algemeen wordt toege
staan om gemeentegebouwen of inrichtingen tot steunpunten te ge
bruiken voor de toestellen der electro-telefonische geleidingen, welke
moeten bestaan uit isolatoren met een draad, zoomede het stellen
van palen, waarvan de vorm en hoedanigheid door Burg. en Weth.
moeten worden goedgekeurd, ten behoeve van die geleidingen te
plaatsen op de openbare straten, wegen, pleinen en wateren, mits op
zoodanige hoogte als door Burg. en Weth. zal worden bepaald. Voor
iedere aanhechting of stelling op een gebouw of inrichting der ge
meente en voor iederen paal op de openbare straat moet de conces
sionaris echter afzonderlijke vergunning van Burg. en Weth. hebben
bekomen voor tot de plaatsing wordt overgegaan.
Aan die vergunningen worden zoodanige voorwaarden verbonden
als Burg. en Weth. noodig achten, die tevens bevoegd zijn die voor
waarden ten allen tijde te wijzigen of de vergunning om bijzondere
redenen in te trekken zonder dat dit den concessionaris eenige aan
spraak geeft op schadevergoeding.
Art. 2. De concessionaris is verplicht tusschen het Centraalbureau
tot welks oprichting hij zich verbindt en de volgende perceelen kos
teloos verbindingen met bijlevering van de vereischte telefoon
toestellen te maken, te onderhouden en kosteloos te bedienen;
a. Het gebouw van het Commissariaat van politie;
b. De woning van den Directeur van het brandwezen.
Art. 3. Geene werken mogen langs, in of over de openbare straten
en wateren der gemeente worden uitgevoerd, dan nadat de in te
dienen plannen door Burg. en Weth. zjjn goedgekeurd, die goedkeu
ring sluit echter geene machtiging in tot het bevestigen van verbin
dingen of tot het aanbrengen van andere werken aan eigendommen
van particulieren met wien de concessionaris zich hieromtrent moet
verstaan.
Art. 4. De uitvoering en het onderhoud moeten geschieden op de
wijze door of van wege Burg. en Weth. te bepalen ook wat betreft
den lyd van werken of de te nemen voorzorgen voor de instandhou
ding en de veiligheid van het verkeer of van de gebouwen, alle
kosten van die voorzorgsmiddelen, van de werken zelve, van het
onderhoud daarvan en van de daaruit voortvloeiende wijzigingen of
herstellingen van de werken in of aan eigendommen der gemeente
of van particulieren, komen ten laste van den concessionaris.
Art. 5. Wanneer in het algemeen belang voor gemeentewerken of
ook uit andere overwegingen ter beoordeeling van Burg. en Weth.
wijzigingen moeten gebracht worden in de werken van den conces
sionaris komen de kosten dier veranderingen te zijnen laste.
Art. 6. Wanneer door den concessionaris aan de verplichtingen in
de twee overige artikelen omschreven niet op de eerste aanzegging
van wege Burg. en Weth. wordt voldaan zijn deze bevoegd om on
verminderd de bepaling van art. 14 littera d de uitvoering op kosten
van den concessionaris te doen geschieden.
zekerheid en waarborg voor de nakoming van zijne
verplichtingen uit deze concessie voortvloeiende, deponeert de conces
sionaris bij den ontvanger der gemeente Leiden effecten ten genoegen
en ter neoordeeling van Burg. en Weth. te zamen eene beurswaarde
van duizend gulden bedragende.
coupons zullen op de vervaldagen aan den concessionaris worden
uitgereikt, terwijl bij daling der beurswaarde de effecten tot genoemde
waarde van duizend gulden moeten worden aangevuld.
Burg., en Weth. zijn gerechtigd om wanneer de kosten van al het
geen zij krachtens deze concessie aan den concessionaris in rekening
kunnen brengen niet door dezen op de eerste aanmaning worden
voldaan de gedeponeerde effecten geheel of gedeeltelijk ten beurze
van Amsterdam te doen verkoopen en uit de opbrengst zich het
alzoo door den concessionaris verschuldigde te doen betalen onver
minderd de aansprakelijkheid van den concessionaris voor het tekort
komende.