38
Eene afzonderlijke toelichting op de verschillende artikelen wordt
overbodig geacht.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie voor de Huishoude
lijke Verordeningen.
F. Was.
C. Cock.
Fockema Andreae.
N®. 128. Leiden, den 22 Mei 1895.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat er ook bij ons geen be
zwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van de
Wed. H. J. Hulshoff, geb. Siddré, om ontslag uit de betrekking van
lid van het college van Vrouwen-Kraammoedcrs.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging haar dat ont
slag eervol te verleenen onder dankbetuiging voor de door haar in
die betrekking belangeloos bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Ter beantwoording van Uwe missive n®. 434, dd. 7 dezer, heeft
het college van Vrouwen-Kraammoeders te Leiden de eer U mede te
deelen, dat bij hen geen bezwaar beslaat tegen het eervol ontslag
van Mevrouw de Wed. Hulshoff, geb. Siddré, als lid van bovenge
noemd college.
Het College van Vrouwen-Kraammoeders,
Leiden, 17 Mei 1895. Mevr. Wed. CodvéeBoucher.
Mevr. BurgersdijkBlanken.
De ondergeteekende Wed. H. J. Hulshoff, geb. Siddré heeft by
deze de eer UEd. Achtb. te melden, dat zy wegens vertrek naar el
ders bedankt als Vrouwe-Kraammoeder.
Aan HH. Burg. en Weth. 't Welk doende,
der gemeente Leiden. Wed. H. J. HulshoffSiddré.
N®. 12». Leiden, den 27 Mei 1895.
Ter vervulling van de vacature aan de openbare Meisjesschool 2de
klasse, ontslaan door het aan Mejuffrouw S. H. E. Prjns verleend
eervol ontslag, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene
voordracht aan te bieden, opgemaakt in overleg met den Arrondisse-
ments-Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der school,
ter benoeming van een tweede onderwijzeres aan de genoemde
school, als:
1*. Mejuffr. W. Roeringh, zich noemende en schrijvende W. Klinkert,
3de onderwijzeres aan de betrokken school;
2*. Mejuffr, J. J. De Haas, 3de onderwijzeres aan de openbare
Jongensschool 1ste klasse en
3'. Mejuffr. H. M. Poelman, 3de onderwijzeres aan de openbare
Meisjesschool 1ste klasse.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten ter inzage van
de leden in de Leeskamer zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid
U te verzoeken tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N*. 130. Leiden, 30 Mei 1895.
Blijkens de door Commissarissen der Stads-Bank van Leening over
gelegde rekening, heelt het beheer dier instelling over het jaar 1894
een nadeelig saldo van f 442.19' opgeleverd, welk bedrag van Com
missarissen voornoemd zal moeten worden uitgekeerd.
Wij stellen Uwe Vergadering voor gemeld bedrag, tot dek
king waaraan geen artikel in de gemeentebegrooting voor 1894 is
aangewezen, rechtstreeks te voldoen uit den post voor Onvoorziene
Uitgaven van dat jaar en te dien einde vast te stellen den hierbij
overgelegden staat model A.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 131. Leiden, 20 Mei 1895.
Blijkens bericht van de Commissie van Fabricage zijn eenige her
stellingen en vernieuwingen noodig aan het woonhuis Aalmarkt
n*. 5, verhuurd aan den Algemtenen Haven- en Marktmeester, zich
bepalende tot: het plaatsen van een kozijntje in den binnenmuur van
de voorkamer, het afhakken en asphalteeren van den gangmuur, het
bijwerken van scheuren, het maken van een houten vloertje in de
keuken, het verbreeden van de keukenkast, herstellingen aan den
keldervloer, het verleggen van den gangvloer en eenige nieuwe
tegelen, het repareeren van de stoep, het bekleeden met zink van
de aanrechtbank in de keuken, het maken van een beschot op zol
der, het vernieuwen van een gedeelte zoldervloer, het bijplakken van
behangsels en het maken van een draairaampje op zolder, waarvan
de kosten zjjn geraamd op f 210.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging de voor deze werk
zaamheden benoodigde gelden beschikbaar te stellen door verhooging
van het betrekkelijk artikel der begrooting voor dit jaar Volg. 175
met dit bedrag, te vinden door afschrijving van den post voor Onvoor
ziene Uitgaven, wordende een staat van af- en overschrijving ter
vaststelling overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 132. Leiden, 16 Mei 1895.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van H. W. Hoogeboom,
hebben wjj de eer U mede te deelen dat door adressant als houder
van twee honden de belasting ad 6 op 1 Februari jl. is voldaan
en dat in de Verordening op de heffing van eene plaatselijke belas
ting op de honden (Gem.blad n°. 3 van 1882) geene bepaling voor
komt krachlens welke terugbetaling kan worden verleend, zoodat aan
het verzoek van adressant tot terugbetaling van de helft der belas
ting niet kan worden voldaan.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging afwijzend op
het verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekende, 1 Mei verhuisd naar Leiderdorp, verzoekt beleefd
restitutie van de helft der door hem betaalde hondenbelasting over
1895 ad zes gulden, (dus drie gulden) daar hij voor dezelfde beesten
voor 1895 ook te Leiderdorp belasting moet betalen.
't Welk doende.
Leiden, 1 Februari 1895. H. W. Hoogeboom.
N®. 133. Leiden, 20 Mei 1895.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van C. Hemmes, geven
w(j Uwe Vergadering in overweging, aan adressant, wegens vestiging
in de gemeente met 1 Mei jl., terugbetaling te verleenen van school
geld voor zijne dochter, leerlinge der Meisjesschool 1ste klasse, over
de maand April tot een bedrag van vijf gulden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan het Gemeentebestuur te Leiden.
Geeft met eerbied te kennen: Hemmes, Claas, iste Luitenant bij
de Infanterie,
dat hij sints 1 Mei jl. woonachtig is te Leiden, Kaiserstraat n*. 14,
dat zijn kind Jeannette, sedert 6 Mei de school bezoekt aan de
Boommarkt,
dat hy schoolgeld heeft betaald voor de maanden April, Mei en
Juni.
Redenen waarom hy U eerbiedig verzoekt, hem restitutie te willen
verleenen van het bedrag aan schoolgeld, zijnde, vijf gulden, over de
maand April.
't Welk doende,
Leiden, 15 Mei 1895. C. Hemmes.
N®. 133. Leiden, 27 Mei 1895.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van de Wed. C. W.
Zeverijn, om terugbetaling van schoolgeld wegens vestiging in de
gemeente met Mei, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
adressante terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor drie kin
deren, leerlingen der Meisjesschool 1ste klasse, over de maand April,
tot een bedrag van f 11.25
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekende Wed. C. W. Zeverijn, geeft met verschuldigden
eerbied te kennen;
dat zij zich in Mei metterwoon in deze gemeente heeft gevestigd;
dat drie harer kinderen als leerlingen tot de Meisjesschool 1ste
klasse zyn toegelaten;
dat adressante het verschuldigde schoolgeld voor het bezoeken dier
school, over het 4de kwartaal 1894/95, ten volle heeft betaald;
dat zij echter meent op grond van de bestaande voorschriften,
aanspraak te mogen maken op gedeeltelijke teruggave van het be
taalde schoolgeld.
Weshalve zij zich tot uwen Raad wendt, met het beleefd verzoek
haar teruggave te willen verleenen van hetgeen door haar over dat
kwartaal te veel is betaald, zijnde een bedrag van f 11.25.
'tWpile doende
Leiden, 16 Mei 1895. C. W. ZeverijnVan Oordt.
N'. 135. Leiden, 21 Mei 1895.
Door E. J. De Bruyn, wonende Kort Rapenburg n°. 4 is, in verband
met de voorgenomen verbouwing van het door hem aangekocht
perceel Kort Rapenburg n°. 2 de eigendom aangevraagd van een ge
deelte water van den Rijn langs laatstbedoeld perceel, groot 26 cen
tiaren, en van een strook grond achter perceel n°. 4, groot 10 cen
tiaren, thans bij hem in gebruik en waarvoor een jaarlijksche recog
nitie van f 2 wordt betaald.
Na onderzoek door de Commissie van Fabricage, is gebleken dat
tegen de inwilliging van het verzoek geenerlei bezwaar bestaat en dat
eene verandering van den bestaanden toestand in het belang van den
welstand te dezer plaatse zeer gewenscht kan worden geacht.
Door het Hoogheemraadschap Rijnland is bereids vergunning ver
leend voor het innemen van een gedeelte van den Rjjn bij de Bor-
stelbrug, terwijl geen toestemming van Gedeputeerde Staten, krach
tens de Provinciale Verordening ter voorziening in scheepvaartbe-
langen (Prov. Blad n®. 60 van 1885) wordt vereischt, omdat de Ryn
daar ter plaatse niet tot hoofdverbinding strekt en dus daarop van
toepassing is de uitzondering bedoeld bij art. 1 sub a der bedoelde
Verordening.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging:
1'. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd
is een gedeelte water van den Rijn bij de Borstelbrug, kadastraal
bekend Sectie G, n®. 1007, groot ongeveer 26 centiaren;
2'. aan J. De Bruyn, wonende Kort Rapenburg n®. 4 te Leiden, in
eigendom af te staan een gedeelte water van den Ryn bij de Bor-