GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 81 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 1IO. Leiden, 2 Mei 1895. Onder aanbieding Tan nevensgaand rapport van Commissarissen der Bank van Leening, waarmede w(j ons vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den onlangs benoemden onderkassier bij de Bank van Leening S. A. Schoevers, tot wederopzeggens toe eene persoonlijke toelage toe te kennen ten bedrage van f 100 'sjaars. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Ten gevolge van: 1°. het bij besluit Uwer Vergadering van den 31 Januari 1895, aan den heer W. Mathol De Jongh eervol verleend ontslag als Con troleur van de Bank van Leening; 2®. de daarop in Uwe Vergadering van 28 Maart jl. gevolgde be noeming van den onderkassier D. De Bruyn tot de genoemde betrek- king; en 3*. de krachtens punt 3 der Verordening van 18 December 1874 (Gemeenteblad n®. 17) en art. 10 der Verordening van 9 Juli 1885, (Gemeenteblad n°. 3) door ons gedane benoemingen, zal met ingang van 1 Mei a. s. het personeel der ambtenaren van de Bank z(jn samengesteld als volgt: Hoofdkantoor. Controleur, D. De Bruyn, tot dusver onderkassier. Onderkassier, S. A. Schoevers, tot dusver boekhouder, Boekhouder, J. G. Den Tonkelaar, tot dusver hoofdbeambte aan het hulpkantoor B (Lammermarkt—Mare). Klerk, D. Van der Hoeven. Hulpkantoor A (Utrechtsche Veer) Hoofdbeambte, D. Eggink, waarnemend, doch wiens eigenlijke be trekking is taxateur aan het Hoofdkantoor, Tweede beambte, J. De la Bye HWZn. Hulpkantoor B (LammermarktMare.) Hoofdbeambte, J. Overduin, tot dusverre assistent aan dat kantoor, Tweede beambte, B. H. Jansen Jr., tot dusverre niet in betrekking by de Baok, Bediende, aan de beide hulpkantoren gezamenlijk verbonden, W. F. Zuurdeeg. Wü hebben onderzocht, of wellicht, naar aanleiding van de gedane benoemingen, het bedrag der jaarljjksche inkomsten van één of meer der bovengenoemde titularissen opnieuw moet worden vastgesteld of geregeld, en hebben de eer U bij dezen den uitslag van dat onder zoek te doen kennen. Om Uwe Vergadering een juist inzicht in deze aangelegenheid te geven, achten w|j het wenschel|jk haar tevens volledig in te lichten omtrent de aan onze ambtenaren toekomende jaarwedden en andere voordeelen, waarb|j w|j de veranderlijke in rekening brengen, zooals ze in 1894 z|jn genoten. A. Hoofdkantoor. I. de Controleur genoot tot dusverre: a. ingevolge Raadsbesluit van 15 Juni 1882* (Gemeenteblad n°# 16)] als vaste jaarweddef 1750. b. ingevolge besluit van Commissarissen van 10 Februari 1888, genomen krachtens Raadsbesluit van 9 Februari 1888 (Gemeenteblad n®. 4, waarbij art. 6 van het Raads besluit van 15 Juni 1882 is gewjjzigd in dier voege, dat de verdeeling van het administratieloon, ontvangen bjj het Hoofdkantoor, aan Commissarissen wordt overgelaten), 25 nCt. van dat administratieloon, ten bedrage laatstelijk van156*52 c. het vrjje gebruik der voor hem bestemde woning; d. ingevolge Raadsbesluit van 19 Februari 1891, eene persoonlijke toelage tot wederopzeggens toe van 150. alzoo te samen f 2056.52 en vrjje woning. De heer De Bruyn wist toen hjj naar de betrekking van Controleur solliciteerde, dat de onder d vermelde toelage voor den nieuwen titu laris zou komen te vervallen. Te zijnen aanzien is derhalve geene nieuwe regeling noodig. Zjjne inkomsten zullen ingevolge de onder a en b vermelde besluiten, bestaan uit de onder die letters vermelde bedragen benevens het genot van vrije woning. II. De Onderkassier genoot tot dusverre: a. ingevolge het onder I, a. vermelde Raadsbesluit, als vaste jaar wedde b. ingevolge het onder I, b. vermelde besluit van Com missarissen, 15 pCt. van het administratieloon, ontvangen aan het Hoofdkantoor ten bedrage laatstelijk van 93.91 c. ingevolge Raadsbesluit van 19 Februari 1891, eene persoonlijke toelage tot wederopzeggens toe, van 100. alzoo te zamen 1168,91' W|j achten het billijk, aan den nieuwbenoemden titularis, behalve de onder a en 6 hierboven vermelde inkomsten (op welke h|j volgens de daarb|j vermelde besluiten aanspraak heeft tot wederopzeggens toe ook eene persoonlijke toelage als hierboven onder c vermeld, toe te kennen. Immers, gelijk aanstonds bljjken zal, genoot hij laat stelijk, als boekhouder, aan jaarwedde, administratieloon en toelage te zamen f 1018.91*. Als onderkassier zou hy aan jaarwedde en administratieloon alleen (a en b hierboven) genieten 975 93.91 f 1068.91». Hij zou alzoo slechts f 50 per jaar vooruitgaan, een vooruitgang, die met het oog op zijne vermeerderende werkzaamheden en de veel grootere verantwoordelijkheid, die op hem zal komen te rusten, zeker niet voldoende zoude zijn. III. De Boekhouder genoot tot dusverre: a. ingevolge het onder I, a. vermelde Raadsbesluit, als vaste jaar weddef 825. b. ingevolge bet onder I, b vermelde besluit van Com missarissen 15 pCt. van het administratieloon, ontvangen aan het hoofdkantoor, ten bedrage laatstelijk van f 93.91' c. ingevolge Raadsbesluit van 19 Februari 1891, eene persoonlijke toelage, tot wederopzeggens toe, van 100.— alzoo te zamen 1018.91» Er bestaat, naar ons inzien, geene voldoende reden, om ook aan den nieuwen titularis eene persoonlijke toelage toe te kennen. In het genot komende van de onder a en b hierboven vermelde inkom sten (op welke hjj volgens de daarbij vermelde besluiten aanspraak heeft) gaat, daar wij aan het tot dusverre door hem genoten voordeel van vrije woning eene waarde van ongeveer f 150 meenen te moeten geven, het bedrag der door hem genoten jaarlijksche belooning on geveer 200 vooruit. IV. De Klerk (feitelijk thans tevens taxateur) is en blijft in het genot van a. zjjne vaste jaarwedde; by het onder I, a, vermelde Raadsbesluit bepaald opf 675. b. 20 pCt. van het a<hniqi?trat|eloon, ontvangen aan het Hoofdkantoor, ingevolge het onder I, b, vermelde besluit van Commissarissen, ten bedrage laatstelijk van 125.22 c. eene persoonlijke toelage, tol wederopzeggens toe, in gevolge Raadsbesluit van 19 Februari 1891, ten bedrage vaq 100.— alzoo te zamen f 900.22 B. Hulpkantoren. De by Hulpkantoor B gedane benoemingen maken geene byzondere voorzieningen noodig. De inkomsten toch van de beambten by de Hulpkantoren zijn ge regeld als volgt: 1°. Ingevolge art. 12 der Verordening van 9 Juli 1885 (Gemeente blad n®. 3) komt van het aan het Hulpkantoor ontvangen administra tieloon aan de beambten ten goede, en wel: aan den eersten beambte55 pCt, van de -5 tweeden 35 en aan den aan de beide hulpkantoren gezameniyk verbonden bediende10» aan beide kantoren ontvangen. 2®. Aan ieder der hoofdbeambten wordt toegelegd f 325 voor huur voor banklokalen en woning en f 100 voor vuur en licht in de bank- lokalen. 3°. De tegenwoordige waarnemende Hoofdbeambte D. Eggink, wiens eigeniyke betrekking is taxateur aan het Hoofdkantoor, is in het jaar 1887 met zijn goedvinden aan het hoofd van Hulpkantoor A (Utrechtsche- veer) gesteld, doch met behoud zijner jaarwedde als taxateur. 4®. Aan de andere beambten der Hulpkantoren worden krachtens de bevoegdheid, die ons in de laatste jaren geregeld by art. 13 der door Uwe Vergadering goedgekeurde begrooting der uitgaven van de Bank is toegekend, toelagen toegelegd en wel, ingevolge besluiten van Commissarissen van 9 Juli en 7 Augustus 1886 en van 8 April 1887, als volgt: Hulpkantoor A. Aan den tweeden beambte t 150.— 60.— f 210.— B. Aan den hoofdbeambte f 200.— f 80.— 280.— Aan den tweeden beambte f 150.— 60 210.— A. en B. Aan den bediende f 100. f 60.— 160.— alzoo te zamen f 860. Deze toelagen, oorspronkelijk ten bedrage van 800.zijn ingevolge ons schreven aan den Gemeenteraad van 31 Januari 1887, verhoogd tot 1150. Bij de begrooting voor 1889 is, tengevolge van het overlyden van den hoofdbeambte van Hulpkantoor A, en de daarop gevolgde detacheering van den taxateur D. Eggink naar dat Hulpkan toor, het bedrag van /1150 verminderd met 280, vroeger aan den hoofdbeambte van dat Hulpkantoor toegelegd, en alzoo gebracht op f 870. Eindelijk is bij de begrootingen voor 1890 en volgende jaren de post uitgetrokken op het werkelijk uitbetaald bedrag van f 860. Ingevolge de vermelde regeling zyn nu laatstelijk, in 1894, door de beambten der Hulpkantoren de navolgende voordeelen genoten: Hulpkantoor A. (Utrechtsche Veer) I. Door den Hoofdbeambte. a. Zijne by Raadsbesluit van 15 Juni 1882 Gemeenteblad n®. 16 bepaalde vaste jaarwedde als taxateur bij het hoofdkantoor (zie hier boven B Hulpkantoren, 3°.) ten bedrage van f 875.— b. zyn aandeel in het administratieloon (zie hierboven B, 1) ten bedrage laatstelijk van288.26 c. het genot van vrye woning en kantoor (waarvoor wordt toegelegd f 325.—) d. het genot van vrij vuur en licht in de banklokalen (waarvoor wordt toegelegd f 100. alzoo te zamen 1163.26 benevens vrge woning en vuur en licht in de banklokalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 1