12 Leiden, 16 Februari 1895. Wij liebben de eer U mede te declen dat in de Leeskamer zijn neder- gelegd de rapporten van Curatoren van het Gymnasium en den Inspec teur der Gymnasia omtrent de benoeming van een lecranr in de bransche taal aan die instelling, vergezeld van de stukken der solli citanten en een lijst van benoembaren. Uit die stukken blijkt dat door Curatoren en den Inspecteur wordt aanbevolen Arnold Cohen, lecraar aan het Gymnasium te Delft. Onder mededeeling dat de jaarwedde bedraagt 1400, met twee periodieke verhoogingen van 200, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming van een leeraar in de Fransclic taal aan bet Gymnasium over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N*. 46. Leiden, 14 Februari 1895. Reeds meermalen is de wensch te kennen gegeven dat tot eene herziening zoude worden overgegaan van de belasting voor het ge- bruik van openbare gemeentewerken of bezittingen, en wel op grond dat de beslaande tarieven te laag werden geacht. Ook naar het ons voorkomt is eene wijziging van de tarieven noodig; wij hebben daarom in overleg met de Commissie van Fabricage de verschillende rubrieken van het tarief aan eene herzienin- onder- worpen, tengevolge waarvan U hiernevens een concept-besluit tot wijziging van de bestaande betrekkelijke Verordeningen wordt aan- geboden. Tol toelichting zij medegedeeld dat de verschillende rubrieken be houdens enkele redactiewijzigingen zijn gehandhaafd, terwijl het be drag der recognitiën is verhoogd, in zoodanige mate als met hel oog ?P1,..,et,S ,van verschillende openbare werken en bezittingen billijk kan worden geacht. Enkele heffingen zijn verdubbeld, sommige met een minder bedrag verhoogd, terwijl in enkele gevallen de ver hooging meer bedraagt. Uit den aard der zaak kan geen vast percentage voor de verhoo gingen worden aangenomen, met het oog op het verschil in aard van de onderscheidene vergunningen. Ongetwijfeld kan het tarief van 1857 beschouwd worden als te zijn verouderd, en is het in alle opzichten billijk dat eene behoorlijke verhooging worde toegepast, in verband met de belangrijke vermeer- dering van uitgaven welke sedert dien tijd het onderhoud en de in- richting van de verschillende gemeentewerken heeft ten gevolge In de laatste drie verloopen jaren is ter zake ontvangen in 4891 Gebruik gemeentewerken/-i362 43 Bonzeileni oc' Straatbriefjes666(143' 1892: 8148.86' Gebruik gemeentewerken4441.09 Bonzeilen209.50 Straatbriefjes3700 4893: f 5324.03 Gebruik gemeentewerkenUfi7Qi Bonzeilen137*59 ötraalbriefjes3332 25' h. L., f 4997.66' Het aanzienlijk verschil in opbrengst wegens straatbriefjes wordt daardoor verklaard dat voor Gasfabriek, Duinwaterniaatschappij en lramraaatschappyen in het eene jaar menigmaal belangrijk meer moet worden verstraat dan in andere jaren. Het is uit den aard der zaak ondoenlijk een eenigszins juiste raming te geven van de opbrengst wanneer het thans aanhangig voorstel tot verliooging der belasting wordt aangenomen en in werking zal zjjn gcireaen. Wij meenen echter te mogen onderstellen dat alsdan het gemiddelde van de tegenwoordige opbrengst ongeveer zal worden verdubbeld, zoodat de opbrengst voorloopig zoude kunnen worden geraamd op ongeveer ƒ12000 per jaar, een bedrag dat voorzeker niet te hoog kan worden geacht, wanneer men in aanmerking neemt de aanzienlijke uitgaven die jaarlijks moeten geschieden voor het behoorlijk onder houden der gemeentewerken en bezittingen, welke uitgaven sedert de vaststelling van het bestaand tarief in 1857 zoo aanzienlijk zijn toegenomen, terwijl hierbij tevens gelet moet worden op de kosten van het politietoezicht die mede sedert genoemden tijd zijn vermeerderd Overigens is het wenschelijk geacht in de gewijzigde verordening te bepalen dat voor het gebruik van de daarbij genoemde gemeente werken de vergunning wordt vereischt van Burg. en Weth. en niet van den Gemeenteraad, zooals in art. 4 en 3 der bestaande verorde ning van 5 Maart 1857 wordt bepaald, waarop trouwens bij de ver ordening van 8/22 October 1857 reeds eene uitzondering is gemaakt, waarbij het verleenen van vergunning voor het beleggen, bezetten of behangen van de straat met werktuigen of gereedschappen, met mate rialen, kleederen of eenigerlei andere goederen, aan Burg. en Weth. is opgedragen. Het komt ons voor dal het verleenen van de hier bedoelde ver gunningen meer eigenaardig behoort tot de taak van Burg. en Weth. omdat het hier alleen betreft openbare gemeentewerken en bezittingen; maar bovendien geeft de bepaling, dat eene vergunning van den Raad wordt vereischt, altijd tot vertraging aanleiding, wat menig- roalen moeielijkheden voor de belanghebbenden oplevert. Bij het ontwerpen van het gewijzigd tarief is verder het plan overwogen om voor het gebruik van gemeentegrond als anderszins een verschillend bedrag vast te stellen voor de verschillende deelen der gemeente, in verband met de huurwaarde van de gebouwen, met dien verstande dat een hooger tarief zoude worden aangenomen voor de meer gegoede buurten. Bij nadere overweging bleek ons evenwel dat de vaststelling van een zoodanig tarief bijna onuitvoerbaar zoude wezen, en dat hoven- dien het maken van onderscheidingen voor het verschuldigd bedrag voor het gebruik van gemeentewerken, naar mate van de gegoedheid, in de ondcrwerpelijke belasting verordening niet te huis behoort. liet besproken stelsel kan daarentegen worden toegepast wanneer grond in gebruik wordt gegeven of in eigendom wordt afgestaan. Bij de vaststelling van den prijs kan steeds wordeh gelet op de buurt waarin die grond is gelegen en voor elk bijzonder geval worden ovei wogen welke waarde aan den grond moet worden toegekend. I11 dien zin is dan ook bij de verschillende beslissingen omtrent de aanvragen ter bekoming van grond gehandeld. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de vaststelling van de hierbjj overgelegde concept-verordeningen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Raadsbesluit regelende de heffing van eene plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare gemeentewerken en bezittingen te Leiden. De Raad der gemeente Leiden, Gezien de artikelen 238 en 254 der Wet van 29 Juni 1854 (Stbl. n». 85); Besluit Art. 4. Geen gebruik van eenig openbaar gemeentewerk of bezitting mag worden gemaakt dan na verkregen vergunning van Burg. en Weth. en onder de voorwaarden in het belang der gemeente daaraan te verbinden. Art. 2. De vergunningen welke tot op de invoering van de be lasting zjjn verleend worden onder de daaraan verbonden voorwaarden en met inachtneming van reeds vastgestelde of nog vast te stellen verordeningen, tot wederopzeggens toe gehandhaafd, doch het bedrag der daarvoor verschuldigde belasting voortaan naar dit tarief geregeld. 3. Er zal, te beginnen met den derden dag na dien waarop dit besluit van heffing en de voorschriften betreffende de invordering zijn afgekondigd, voor het gebruik van openbare gemeentewerken en j bezittingen worden geheven eene belasting volgens dit tarief: 4". voor het laten liggen van eene schuit onder eene brug voor een jaar of korter -f a 2'. voor het laten liggen van een spoelvlot voor een iaar of korter2.— 3". voor het laten liggen van eene vischbon in gemeente water of onder eene brug voor een jaar of korter 4'. voor eene vaste ligplaats van een los werkvlot voor een jaar of korter 5'. voor ieder los houtvlot tot 40 M' per vierkanten meter, voor een jaar of kortero.05 6°. voor eiken vierkanten meter meer dan 10 M' voor een los houtvlot per vierkanten meter0.03 7°. voor een sehuitenhuis voor een jaar of korter 40. 8°. voor het afsluiten van een geheele gracht of van een gedeelte der gracht, voor elke week per strekkenden meter 4.— 9*. voor het hebben van een duiker om water uit de gracht te trekken, voor een jaar of korter3. 10 voor het hebben van een riool tot ontlasting van vuil of water, voor een jaar of korter5, Voor het hebben van privaatriolen is geen belasting ver schuldigd. 44°. voor het hebben van een put onder de straat, voor een jaar of korter 42 voor het hebben van eene pomp of afloop- of tap kraan op de straat of stoep uitkomende, voor een jaar of korterl 4 3*. voor het opgraven van de straat, om den put te her stellen of schoon te maken, telkens 44'. voor het herstellen van de voor het doel sub*43 genoemd opgebroken straat, per vierkanten meter, telkens 1.— 15°. voor het hebben van een beer tegen een muur op gemeentegrond, voor een jaar of korter 46°. voor het hebben van een tjjdelijk middel tot onder steuning van een muur of gebouw op gemeentegrond, voor eene week of korter 17*. voor het hebben van een plankijs, bloot- of spoelbak in het water, per vierkanten meter, voor een jaar. i.— 18". voor het tijdelijk hebben van zulk eene uilbouwing of het leggen van vlotten daartoe in het water, voor eene week of korterjjq 19°. voor het hebben van een steiger voor huizen of gevels binnen de stoep, tot herstelling of vernieuwing, voor elke week 0.50 20°. voor het innemen van de straat buiten de stoep bovendien per vierkanten meter, voor elke week 0.40 21*. voor het hebben van een kalkhok per week 4.— 22'. voor het opslaan van de materialen voor een werk noodig, per vierkanten meter telkens0.15 23 voor het belegd of bezet hebben van gemeente grond met steen, hout of andere bouwmaterialen of goederen per vierkanten meter, voor een jaar0.25 ,voor tijdelijk beleggen of bezetten van gemeente grond (mits niet meer dan 20 vierkante meters) met steen, hout of andere bouwmaterialen of goederen of het bewerken van deze, voor elke maand of korter0.50 25 voor het tijdelijk beleggen van gemeentegrond met puin, aarde, mest, zand of dergelijkcn afval, gedurende besloten water of bij eenig ongeval, mits die grond niet meer dan 10 vierkante meters groot zij, voor eene week of korler1.-, gCUaU. 44 c, 437.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1895 | | pagina 4