10
20 23 13
Op die wijze behoudt de aannemer, niettegenstaande de lage aan
nemingssom, waartoe de concurrentie hem dwingt, eene behoorlijke
winst, geniet de gemeente hel voordeel der lage aannemingssom door
de concurrentie onder de aannemers veroorzaakt, doch betaalt de
werkman het gelag.
Nu in den tcgenwoordigen tijd veel meer dan vroeger aller aan
dacht is gericht op den socialen en matericclen toestand der werk
lieden, nu meer en meer de overtuiging veld wint, dat verheffing
van den werkmansstand, ook op materieel gebied in het welbegrepen
belang is, niet alleen van den werkman zeiven, doch ook van de
maatschappij, behoort het tot de roeping van de gemeente krachtig
mede te werken om, waar zjj kan, den toestand der werklieden te
verbeteren.
De gemeente vermag dit door in den woningstoestand verbetering
te brengen, of hare hulp te vcrleenen, waar particuliere vereenigingen
zich die verbetering aantrekken; zij vermag dit eveneens door te
zorgen, dat hare eigene werklieden en die, welke indirect voor haar
werkzaam zijn, voor hunne diensten aan de gemeente bewezen be
hoorlijk worden beloond en de arbeidsduur niet worde overdreven.
Is op het gebied der woningkwestie door onze gemeente reeds de
eerste schrede gezet, wij schromen niet eene poging te wagen om
ook op het tweede punt door de gemeente hel voorbeeld te doen
geven, hoezeer wij ons niet de bezwaren ontveinzen, welke tegen de
practische uitvoering van dit middel kunnen worden aangevoerd.
De eerste moeilijkheid, die zich hier voordoet, is deze: welk minimum
loon moet worden toegekend om aan den vooropgestelden eisch te
voldoen.
Om deze vraag te beslissen hebben wjj een onderzoek ingesteld
naar den loonstandaard in deze gemeente in de voornaamste bouw
vakken.
De uitslag van dit onderzoek is als volgt:
Steenhouwers16 a 18 cents per uur
Timmerlieden16
Schilders15
Metselaars16
Loodgieters15 a 16
Behangers15
Opperlieden 11 k 12
Opperlieden die goed steigers kunnen zetten 13
halfwas timmerlieden7 12
halfwas metselaars13 i 14
De gewone arbeidsduur is in de maanden:
Mei, Juni, Juli, Augustus 11 5 12 uren
voor- en najaar 9 a 10
wintermaanden 6j a 8
De werklieden bjj de gemeentewerken in dienst genieten een vast
weekloon, behalve de straatmakers, die des zomers en in het najaar
zoolang zij aan het straatmaken zjjn per M1 betaald worden en dan
gemiddeld 11 per week kunnen verdienen.
De arbeidsduur is voor de gemeentewerklieden
in Januari, November en December 7 uren
in Februari, Maart, September en October 8]
in April, Mei, Juni, Juli en Augustus 10J
Per uur berekend verdienen de stadswerkliedcn, wier weekloon op
den hierbij overgelegden staat voorkomt, na aftrek van de bjjdrage
voor het pensioen:
de timmerlieden, metselaars, smeden en verwers:
in Januari, November en December 24 cents per uur
in Februari, Maart, September en October 20
in April, Mei, Juni, Juli en Augustus
de rioolruimers en boomsnoeiers:
in Januari, November en December 19 cents per uur
in Februari, Maart, September en October löj,
in April, Mei, Juni, Juli en Augustus 12*
het vaste loon der slraatmakers is in de maanden, waarin zij niet
per M* betaald worden met inbegrip der pensioensbijdrage 8.30,
zuiver f 8 per week alzoo ±13 ets. per uur.
Een staat van 'de werklieden met vermelding van de werkloozen
is by de stukken gevoegd, die in de Leeskamer zijn nedergelegd.
Vergelijkt men de loonen van de stadswerklieden met die der werk
lieden van particulieren dan bljjkt, dat in de zomermaanden hun
werktijd en loon ongeveer gelijk staan, doch dat de loonen der stads
werklieden, die meestal vast werk hebben, hetgeen met de particuliere
werklieden niet het geval is, in den winter en in het voor- en najaar
aanmerkelijk hooger zijn, dan die van de particulieren.
De loonen der stadswerklieden in verband met hun werktijd en
met de omstandigheid dat de meeslen in vasten dienst der gemeente
zijn en dus voortdurend, ook by ziekte, in welk geval het halve
loon gedurende zekeren tijd wordt uitbetaald, op uitkeering van hun
loon kunnen rekenen, zijn voldoende en er bestaat geene enkele reden
om die loonen, welke zeer billijk geregeld zijn, te verhoogen.
De loonen daarentegen van werklieden, die door aannemers van
gemeentewerken gebezigd worden, en die ten gevolge van de concur
rentie in den regel nog lager zullen zyn dan volgens den gewonen
loonstandaard, komen ons voor niet voldoende te zijn, vooral hierom,
omdat die werklieden niet kunnen rekenen op vast werk en derhalve
tijdens hun werk meer moeten kunnen verdienen, dan zy voor hun
levensonderhoud volstrekt noodig hebben.
Het komt ons daarom billijk voor den aannemers in de bestekken
voor de gemeentewerken de verplichting op te leggen de werklieden
een minimum loon uit te kecren cenigszins hooger dan de tegenwoordige
loonen van de particuliere werklieden, en wel 18 cents per uur voor
de volwassene werklieden, en 15 cents voor opperlieden en sjouwers,
terwjjl het minimum-loon van de halfwas werklieden, die bij den
gemeentelijken dienst niet voorkomen, naar den leeftyd behoort ge
regeld te worden.
De maximum arbeidsduur, welke in deze gemeente, behoudens
enkele uitzonderingen, niet te hoog is, behoort op 11 uren gesteld
te worden.
Leidt de bepaling van een maximum werktjjd er toe, dat eigenlijk
alle overwerk zou moeten worden verboden, omdat de maximale werk
dag toch alleen wordt voorgesteld in het belang van den werkman
16y
en zijn gezin, het behoeft geen betoog, dat onder sommige omstan
digheden afwijking van den gestelden regel noodzakelijk zal blijken
en overschrijding van dien werktijd moet kunnen worden toegelaten.
Toch dient overwerk zooveel mogelijk te worden tegengegaan. Dit
kan vooreerst bereikt worden door de tijdsbepaling voor het werk in
de bestekken niet al te beperkt te stellen en vervolgens door overschrij
ding van den maximalen werkdag altijd afhankelijk te stellen van de
goedkeuring der directie en het minimum-loon voor de overuren vrjj
aanzienlijk te verhoogen.
Op bovenstaande gronden hebben wij do eer aan Uwe Vergadering
het volgende ontwerp aan te bicden, waarbij wij tol leiddraad hebben
genomen de Amsterdamschc Verordening, welke, naar ons werd mede
gedeeld, goed werkt:
Bepalingen omtrent minimum-loon en maximum arbeidstijd in be
stekken.
Burg. en VVeth. worden gemachtigd de volgende bepalingen in de
bestekken en voorwaarden van aanbesteding der werken, welke daar
voor naar hun oordeel in aanmerking komen, op te nemen.
Art. 1. Den aannemer wordt de verplichting opgelegd, aan zjjne
werklieden, die by de uitvoering van de in dit bestek beschreven
werken werkzaam zijn geen lager loon te betalen, dan:
aan een ambachtsman 18 ets. per uur;
aan een opperman of sjouwer 15
Art. 2. De werklieden beneden den leeftijd van 23 jaren mogen
voor niet meer dan 20 pCl. deel uitmaken van de werkkrachten,
terwyl geene werklieden beneden 14 jaren worden toegelaten.
De aannemer zal aan die werklieden geen lager loon uitbelalen, dan:
aan een ambachtsman, opperman of sjouwer
tusschen 14 en 16 jaren 4 ets. per uur
16-18 7
18 20 10
Ook voor werklieden in vasten dienst by den aannemer en voor
hen, die wegens invaliditeit of hoogen leeftijd niet als volle werk
krachten kunnen worden beschouwd, kan, op aanvrage van den aan
nemer, door de Directie afwjjking van de minima worden toegestaan.
Art. 3. De uitbetaling van het loon zal aan de werklieden per
soonlijk moeten geschieden vóór of op Vrjjdag van iedere week, hetzjj
op het werk zelf, hetzy aan den winkel, waar zy in den regel werk
zaam zyn.
De opzichter der gemeente moet by die uitbetaling worden toe
gelaten.
Indien de werkman niet in staat is zyn loon op eene der genoemde
plaatsen in ontvangst te nemen, kan door de Directie eene afwyking
van den gestelden regel worden toegestaan.
Art. 4. Den aannemer wordt de verplichting opgelegd, zjjne werk
lieden, werkzaam voor het in dit bestek bedoelde werk, niet langer
te doen arbeiden dan 11 uren per etmaal.
Art. 5. Zoowel overschrijding van dezen maximalen werktjjd van
11 uren per dag als doen werken op Zondag is alleen geoorloofd
onder goedkeuring der Directie-
Deze verleent die goedkeuring slechts dan, als het belang van het
werk de gevraagde afwjjking dringend vordert.
Art. 6. Wordt langer gewerkt dan den maximalen werktjjd. zoo
wordt voor het overwerk aan den werkman betaald:
voor het le uur 10 pCt.,
voor het 2e uur 20 pCt.,
voor het 3e uur 30 pCt.,
voor verdere uren 50 pCt. boven zjjn uurloon.
Art. 7. Wordt op Zondag gewerkt, dan wordt het uurloon van den
werkman met ten minste 50 pCt. verhoogd.
Art. 8. De rust- en schafttijden worden, in verband met plaatseljjk
gebruik, seizoen en aard van het werk, door den aannemer in overleg
met de Directie geregeld,
Art. 9. Het is den aannemer geoorloofd bij het stuk te doen
werken.
Indien zulks echter, naar het oordeel der Directie, aanleiding geeft
tot minder zorgvuldige bewerking, tot te geringe verdienste of tot
overmatigen arbeid, kan het door haar worden verboden.
Art. 10. De aannemer is verplicht de daartoe in het bestek aan
gewezen onderdeden van werken binnen deze gemeente te doen ver
vaardigen.
Art. 11. De bovenstaande bepalingen gelden ook voor de op het
werk gebezigde werklieden in dienst van onderaannemers, in dier
voege, dat de aannemer zelf tegenover de gemeente aansprakeljjk
blijft voor de stipte nakoming dier bepalingen.
Art. 12. De aannemer moet eiken betaaldag aan de Directie schrif
telijk doen kennen de namen en, voor zooveel die beueden de 23
jaar zijn, de leeftijden der werklieden welke, hetzjj in zijn dienst
voor de uitvoering van deze werken, hetzij op het werk in dienst
van onderaannemers, werkzaam zjjn, met vermelding van hun beroep,
van hun uurloon, van de uren, gedurende welke door ieder hunner
bjj het stuk of in daghuur gewerkt is, en van het door hen bjj ieder
dier werkwijzen verdiende loon.
Art. 13. De aannemer is verplicht een exemplaar der bepalingen
van deze afdeeling op het in dit bestek bedoelde werk te doen aan
plakken en er voor te waken, dat het tijdens den geheelen duur van
het werk aangeplakt bljjve, ter plaatse daartoe door den opzichter der
gemeente aangewezen.
Art. 14. Ingeval van overtreding van eene of meer der bepalingen
dezer afdeeling, kan de werkman, behoudens zijne rechten uit eigen
overeenkomst, niet op grond van art. 1353 B. W. eene rechtsvor
dering tegen den aannemer aan de overeenkomst tusschen de ge
meente en den aannemer ontleenen. Alleen de gemeente kan deswege
rechten tegen den aannemer doen gelden. De werklieden kunnen te
dien einde klachten bjj Burg. en Weth. inbrengen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gemosbu* Moati.