4
perceel kadastraal bekend gemeente Zoeterwoude Sectie F, n*. 1101.
te overwulven, onder voorwaarde:
a. dat de sloot, alvorens overwulfd te worden, behoorlijk wordt
schoongemaakt;
b. dat het werk overeenkomstig de overgelegde teekcning volgens
aanwijzing van den Gemeente-Architect ten genoege van Burg. en
Welh. wordt uitgevoerd en dat alle schade aan den berm door de
gemeente voor rekening van adressant zal worden in orde gemaakt.
c. dat het half cirkelvormig gewelf een middellijn heeft van ten
minste 2.30 M en gemaakt wordt van Waal- Rijn- of IJsselklinkers,
dik ten minste 22 cM gewerkt in sterke tras of ceinentwortei en dat
de bovenkant der houten fundecring op 0.90 M. N. A. P. komt,
d. dat het geheele werk voortdurend behoorlijk wordt onderhouden
ten genoege van Burg. en Welh,
e dat adressant daags vóór den aanvang van de werkzaamheden en
ook daags na de voltooiing aan den Gemeente-Architect daarvan
schriftelijk kennis geeft,
f dat de vergunning vervalt wanneer daarvan niet binnen drie
maanden wordt gebruik gemaakt:
2". het tengevolge van de overwulving verkregen terrein tot weder-
opzeggens aan adressant in gebruik te geven, tegen betaling van eene
jaarlijksche recognitie van 3| cent per centiare, onder voorwaarde
dat het terrein tot tuin moet worden ingericht, op 1 Meter afstand
achter de boomenrij door een voldoend ijzeren hek wordt afgesloten
en voortdurend behoorlijk moet worden onderhouden ten genoege
van Burg. en Welh.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen Jacobus Van der
Hejjden, architect te Leiden, dal hij;
Ten le voor een te bouwen woonhuis op hel middendeel van per
ceel kadaster Sectie n'. 1069, gem. Zoeterwoude, nieuw kadaster
Sectie F, n'. 1101 van bedoeld perceel aan den Zocterwoudschen
Singel, de singclsloot wenschte te overwulven ter lengte van dit
terrein.
Ten 2e de verkregen oppervlakte grond af te sluiten met een
ijzeren hek en aan te leggen tot tuin, een en ander volgens hierbij ge
voegde doorsnede teekening, waarvoor hij vriendelijk de toestemming
van Uwen Raad verzoekt.
't Welk doende,
Leiden, 21 December 1894. Jacobus Van der Heijden.
Architect.
N®. IS. Leiden, 17 Januari 1895.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van G. Van der Valk
Bouman, hebben w(j de eer mede te deelen dat de dochter van
adressant, P. C. Van der Valk Bouman. met 1 Januari jl. de lloogere
Burgerschool voor Meisjes heeft verlaten.
Vermits tegen inwilliging van het verzoek dezerzijds geen bezwaar
bestaal, geven wjj Uwe Vergadering in overweging aan adressant
vrijstelling of terugbetaling te vei'leenen van de betaling van school
geld voor zijne dochter, vroeger leerlinge der Hoogcre Burgerschool
voor Meisjes, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1891/93.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den EdelAchtb. Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Gerrit Van der Valk
Bouman. Secretaris en Ontvanger van Leiderdorp;
dat zijn dochter Philippine Johanna sedert de laatste Kerstvacantie
heeft opgehouden te zijn leerlinge der Hoogere Burgerschool voor
Meisjes.
Onder overlegging van het aanslagbiljet verzoekt hij eerbiedig hem
afschrijving te verleenen van het verschuldigde schoolgeld, dienst
1894/95.
't Welk doende enz.
Leiderdorp, 14 Januari 1895. G. Bouman.
N*. 13. Leiden, 17 Januari 1895.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van II. C. Salter, hebben
wjj de eer U inede te deelen dat de zoon van adressant, W. Salter,
den i9en December jl. voor het laatst de lessen van het Gymnasium
heeft bijgewoond en dat door den vader den 6cn Januari jl. aan den
Rector is bericht dat zijn zoon het Gymnasium had verlaten.
Het komt ons voor dat er legen inwilliging van het verzoek geen
bezwaar bestaat, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven
aan adressant vrijstelling of terugbetaling te verleenen van de be
taling van schoolgeld voor zijn zoon, vroeger leerling van hel Gym
nasium, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1894/95.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den WelEd. Achtb. Gemeenteraad van Leiden.
WelEd. Achtb. Heeren!
De ondergeteekende Hendrik Gons. Satter wonende te Alfen, in
de plaatselijke belasting van Leiden voor het dienstjaar 1894/95 aan
geslagen voor f 100 voor het bijwonen der lessen aan het Gymnasium
door W. Salter, verzoekt bij dezen ontheffing van van genoemden
aanslag daar genoemde W. Salter, sinds Kerstmis 1894 de lessen aan
genoemde inrichting niet meer bijwoont.
Verblijvende intusschen UEd.
Achtb dw. dn.,
Alfen a/d Rjjn, 12 Januari 1895. H. G. Satter.
N°. 14. Leiden. 17 Januari 1895.
Onder overlegging van de verzoeken om continuatie geven wij Uwe
Vergadering in overweging voor den tijd van drie jaren wederom in
hun betrekking te conlinuceren Dr. M. Trcub als stads-vroedmeester
en C. Winkler Prins cn Ur. C. M. Van Voorthuysen als stads-genees-
en heelkundigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekende Stadsvroedmeester, verzoekt Uwe Vergadering hem
te willen continueeren in zijne voormelde betrekking.
Leiden, Januari 1895. H. Treub.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen G. Winkler Prins, stads-
Genees- en Heelkundige,
dat hij in deze betrekking gaarne gecontinueerd wenscht te worden
en U mitsdien beleefd verzoekt hem als zoodanig te willen herbe
noemen.
't Welk doende,
Leiden, 15 Januari 1895. G. Winkler Prins.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen Dr. C. M. Van Voorthuysen, arts alhier,
dat hij beleefd verzoekt als stads-Genees- en Heelkundige te worden
gecontinueerd.
Leiden, Januari 1895. Dr. C. M. Van Voorthuïsen,
N*. 13. Leiden, 17 januari 1895.
Naar aanleiding van het verzoek van Cornclis De Klerk te Hoog-
made, gemeente Woubrugge, om geheele vrijstelling van de betaling
van het schoolgeld voor het bijwonen van de lessen der Kweekschool
voor onderwijzers door zijn minderjarigen zoon Gornelis, hebben wij
de eer U mede te deelen dat blijkens ingesteld onderzoek de inkom
sten van adressant vallen beneden de f 600.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zjjn zoon,
leerling der Kweekschool voor onderwyzers.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N*. 16. Leiden, 15 Januari 1895.
Ter vervulling van de vacaturen, in onze Gommissie ontstaan, ten
gevolge van het door de heeren Dr. H, W. Bakhuis Roozeboom, Dr.
1) Bierens de liaan en Dr C. J. Van Ketwich genomen ontslag, terwijl
de heer Dr. Th. H. Mac Gillavry met uit. Dec. volgens rooster afge
treden, zijn wcnsch kenbaar maakte niet voor eene herbenoeming in
aanmerking te komen, daar ambtsplichten hem verhinderen de be
trekking van lid der Schoolcommissie naar behooren te vervullen,
hebben wij de eer aan Uwe Vergadering de volgende aanbevelingen
van twee personen in te dienen:
I. 1*. W. Pera, fabrikant en lid van den Gemeenteraad;
2°. G. A. Evelein, Predikant bij de Evangelisch Luthersche ge
meente.
II. 1'. Mr. J. Oppenheim, Hoogleeraar;
2°. Mr. Egbert De Vries, Dijkgraaf van Rijnland en lid van den
Gemeenteraad.
III. 1'. Dr. G. L. Riimke, arts;
2® Dr. M. Rutgers, arts.
IV. 1®. C. J. Leendertz, leeraar aan de H. B. school voor Jongens;
2®. Mr. P. M. Von Baumhauer, leeraar aan de H. B. school voor
Jongens.
Aan den Raad der De Plaatselijke Schoolcommissie,
gemeente Leiden. M. J. De Goeje, Voor titter.
J. A. Van Hamel, Secretaris.
N*. 1*. Leiden, 17 Januari 1895.
Naar aanleiding van de in de Raadszitting van 10 Januari jl. in
onze handen gestelde dagvaarding ten verzoeke van Jan Pieter Van
der Wallen, generaal agent van het Sociaal Demokratisch Volksblad
»de Baanbreker' waarbij in hooger beroep wordt gekomen van het
vonnis van het Kantongerecht alhier van 29 September jl. hebben wij
de eer U hierbij over te leggen het door ons ingewonnen rechts
kundig advies van Mr. J. H. Goudsmit en geven Uwe Vergadering
in overweging om dienovereenkomstig te besluiten: dal de gemeente
zich in rechte zal verweren legen het ten verzoeke van Jan Pieter
Van der Wallen ingesteld hooger beroep tegen het vonnis van het
Kantongerecht te Leiden van 29 September 1894.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N'- 18. Leiden, 17 Januari 1895.
Krachtens de Verordening van 11 Januari 1894, bepalende het getal
der scholen voor openbaar lager onderwjjs enz. (Gem blad n®. 4) wordt
op de Jongensschool der eerste klasse het hoofd der school bijge
staan door:
één eersten onderwijzer, die bevoegd moet zijn toj het geven van
onderwijs in de Fransehe taal, voorts door acht onderwijzers, waarvan
althans drie tweede onderwijzers.
Van deze onderwijzers moeten zes bevoegd zjjn tot het geven van
onderwjjs in de Fransehe taal.
In art. 6 wordt verder bepaald dat de Gemeenteraad zich voorbe-