100
DONDERDAG 8 NOVEMBER 1894.
ten laste van hem, die ze verzocht, wanneer hij in het ongelijk is
gesteld.
De herkeuringen geschieden door een daartoe door Burg. en VVetn.
te benoemen commissie, bestaande uit drie beëedigdc deskundigen,
aan welke de in art. 18 alinea i vermelde bevoegdheid wordt toe
gekend."
De heer Drücker. In de eerste plaats wenschte ik een vraag te
doen naar aanleiding van de tweede alinea: De herkeuring geschiedt
zoo spoedig mogelijk, van vleesch binnen 12 uren, nadat zijdoorden
belanghebbende aan het bureau van politie of aan keuringslokaal
is aangevraagd." Kan deze termijn van 12 uren inderdaad onder alle
omstandigheden worden in acht genomen? Indien op een winteravond te 8
uur bijv. aan het bureau van politie herkeuring wordt aangevraagd, is het
dan mogelijk, dat de herkeuring vóór den volgenden morgen 8 uur
is geschied
De Voorzitter. Mogelijk is het wel, want onlangs heeft de her
keuring om lij uur 's avonds plaats plaats gehad.
De heer Dekhüyzen. Wanneer de Commissie voor de Huishoudelijke
Verordeningen zich er niet tegen verzet, zou, dunkt iny, een uit
breiding tot 14 of 15 uur wel wenschelijk zijn.
De Voorzitter. Tot dusver heeft deze bepaling nog geen over
wegende moeilijkheden opgeleverd. Ik heb echter geen bezwaar tegen
de voorgestelde wijziging van 12 in 15 uren.
De heer Drücker. De nacht neemt het grootste gedeelte van die
twaall uren in, wanneer de aanvraag tegen den avond gedaan wordt.
De tijd is dus zeer kort. Ik wenschte derhalve wel voor te stellen,
den termijn tot 15 uren te verlengen.
De heer Cock. De Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen
heeft hiertegen geen bezwaar.
Het voorstel van den heer Drucker wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De heer Drücker. Vervolgens wenschte ik de aandacht te vestigen
op de laatste alinea: ȟe herkeuringen geschieden door een daartoe
door Burg. en Welh. te benoemen Commissie, bestaande uit drie
beëedigde deskundigen, aan welke de in art. 18 alinea 1 vermelde
bevoegdheid wordt toegekend. r-
Nu wilde ik vragen of alinea 2 van art 18 daarop niet toepasselijk
moet wezen? Moet de keuringscommissie niet ook de bevoegdheid
hebben het vleesch in te snijden enz.?
De Voorzitter. Dan heeft de insnijding in den regel al plaats
gehad: dit geschiedt bij de eerste keuring.
De heer Drücker. Maar kan het niet gebeuren, dat dit wederom
moet plaats hebben
De heer Dekhutzen. Het beste ware wellicht de vermelding van
alinea 1 van dit art. weg te laten en te lezen: aan welke de in art.
18 vermelde bevoegdheden worden toegekend.
De Voorzitter. Ik heb daartegen geen bezwaar en zoo de Com
missie voor de Huishoudelijke verordeningen tegen die wijziging
geene bedenking heeft, stel ik voor die verandering in het art. te
brengen.
Daartoe wordt besloten.
De heer De Goeje. M. d. V.! Zullen die drie beëedigde deskundigen
eene permanente Commissie uitmaken
De Voorzitter. Dat behoeft niet, maar in den regel zijn het de
zelfde personen.
De beer De Goeje. Ik vraag dit omdat het wellicht moeieljjk zal
zjjn de drie leden allyd hijeen te hebben wanneer eene herkeuring
moet plaats hebben.
De Voorzitter. Daarom is het ook beter niet gebonden te zijn aan
eene vaste Commissie, doch uit den aard der zaak zullen het wel
meestal dezelfde personen zyn. In den regel worden by de her
keuringen geen bezwaren ondervonden.
Art. 19 wordt zonder hoofdelyke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over art. 20 luidende: »Is vee binnen de gemeente
aan ziekte of door eenig toeval gestorven of in nood geslacht, dau
is de ei-'enaar, houder of hoeder verplicht daarvan onmiddellijk kennis
te geven aan het Keuringslokaal of aan het bureau vau politie, onder
vooruitbetaling van het keurloon voor levend en geslacht vee vast
gesteld De dieren moeten alsdan in hun geheel worden gelaten ge
durende 12 uren na die kennisgeving, tenzij de keuring vroeger plaats
heeft. Na de slachting wordt het dier ten tweede male gekeurd gelijk
voor het geslachte vee is bepaald.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder »slacnten in
nood" verstaan hel dooden in geval van oogeublikkelijk levensgevaar
voor mensch of dier.
Üe invoer van aan ziekte of door eenig toeval gestorven of in nood
geslacht vee oi dcelen daarvan mag alleen geschieden met toeslemming
van den Inspecteur der vee en vleeschkeuriug en met opvolging van
de door hem aan de vergunning te verbinden voorwaarden."
De heer Pera. Is het de bedoeling dat een plotseling door omstan
digheden geslacht dier als lijk moet blyven liggen tot dat het ge
keurd is? üf heeft men het recht om na de kennisgeving het te gaan
schoonmaken
De Voorzitter. De bedoeling is dat gedurende 12 uren na de
kennisgeving het doode dier in zijn geheel wordt gelaten, tenzij
natuurlijk de keuring eerder plaats heeft. Er mag voor dien tjjd
niets af of uit genomen worden. Konden bijv. de ingewanden worden
verwijderd, dan zou juist worden weggenomen datgene waarop de
keurmeesters het meest moeteo letten.
De heer Pera. Wanneer een dier zoo lang moeten blijven liggen,
dan kan het wel, naar men mij verzekerd heeft, hegraven worden.
De Voorzitter. Dat schynt toch niet waar te zijn. Onze deskun
digen beweren het tegendeel. 12 uren is buitendien ook de maximum
termijn. In het art. staat: tenzij de keuring vroeger heeft plaats
gehad. En daar uu de keurmeesters er zijn oin het publiek zullen
zij ook wel, zoo spoedig mogelijk, de keuring doen plaats hebben.
De lieer Pera. Bestaat er dan zekerheid dat de keuring dadelyk
na de kennisgeving zal kunnen plaats hebben?
De Voorzitter. Altijd binnen de 12 uren; de dienst heeft ook
zijn eischen. In elk geval zal zoo spoedig mogelyk tot de keuring
worden over gegaan.
De heer Dekhüyzen. M. d. V.l In dit art. wordt weder gesproken
van eigenaar, houder of hoeder.
üe Voorzitter. In dit art. kunnen die woorden blijven.
Art. 20 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De artt. 2123 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over art. 24, luidende: «By goedgekeurd vleesch,
afkomstig van aan tuberculose lijdende dieren, voorzien van het
stempel .parelziekle", moet door den verkooper, indien dit door den
Inspecteur der Vee- Vleeschkeuring wordt noodig geacht, een voor
het publiek duidelijk kenbaar opschrift worden geplaatst, waarop
vernield staal: «dit vleesch moet goed gekookt worden." Dit op
schrift wordt met witte letters, groot 8 bij 5 cM. aangebracht op
een zwart hord. Dit hord raag niet verwijderd worden of op eene
onzichtbare plaats gehangen, dau nadat dit vleesch is uitverkocht."
De heer Pera. Dit arl. zal weder een groote schade voor den
boer zyn, omdat er geen enkel flink slager zal zijn die een dergelijk
hord in zijn winkel zal ophangen. Zonder op dit oogenblik een be
paald voorstel te doen, zou ik toch wel in overweging willen geven,
of er geen andere maatregel kan genomen worden, dan de, hier voor
gestelde?
De Voorzitter. In de toekomst is de maatregel een ketel in het
abattoir, waarin het vleesch van het aan tuberculose ljjdend dier ge
kookt en daardoor ontsmet wordt.
Deze maatregel werkt in andere plaatsen ook uitstekend.
Het vleesch van een aan partieele tuberculose lijdend dier is voor
de consumptie volstrekt niet ongeschikt, wanneer het maar goed
gekookt wordt. Dit weet men vrij algemeen en in de achterbuurten
zullen dus de inenschen volstrekt geen bezwaar er in zien, zulk
vleech te koopen, doch het publiek moet gewaarschuwd worden,
dat het voor de consumptie alleen onschadelijk is als het goed ge
kookt wordt.
De heer Dekhützen. Ik wensch er den heer Pera op te wyzen,
dat inderdaad het gevaar niet groot is, dal een hoer niet zou weten,
dat de verkochte koe parelzick is, Men heeft afdoende middelen om
zelfs een begin van tuberculose te constateeren.
Art. 24 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Art. 2533 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoof
delijke stemming aangenomen.
De Verordening in haar geheel wordt hierop zonder hoofdelyke
stemming aangenomen.
Het rapport van Burg, en Weth. op de adressen der Leidsche
Runder- en Varkensslagersvereeniging wordt daarop zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XI. Verzoek van den Hoofdopzichter van de Universiteitsgebouwen,
om eene loozing te leggen van het Physisch Laboratdrium.
(Zie Ing. St. a*. 282.)
De Voorzitter. In de voorwaarden is verzuimd op te nemen, dat
de vergunning vervalt, wanneer daarvan binnen den tijd van drie
maanden geen gebruik is gemaakt. Ik stel voor die voorwaarde
alsnog aan de vergunning te verbinden.
Op het voorstel aldus aangevuld wordt zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
XII. Rekeningen over 1893 van het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis
en de R. K. Armen.
(Zie Ing. St. n°. 284.)
Deze rekeningen worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming vastgesteld.
XIII. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe
Belasting, dienst. 1894. Eerste gedeelte.
(Zie Ing. St. n'. 285.)
üe Voorzitter. Aangezien men over deze bezwaarschriften het
woord wenschte voeren, zal de behandeling geschieden in eene Ver
gadering met gesloten deuren.
Verlangt nog iemand het woord in de openbare Vergadering?
üe heer Van Kempen. Jawel, M. d. V.!
De Voorzitter. Het woord is aan den heer Van Kempen.
De heer Van Kempen. M. d. V.! Ik zou tot den Wethouder van
publieke werken wel de vraag willen richten of spoedig zal voorzien
worden in den gevaarlijken toestand bij de Vischbrug. Wy hebben
binnen korten tijd twee ongelukken zien gebeuren, een helaas 1 met
doodclijkcn' afloop, en om nu in het vervolg dergelijke ongelukken
te voorkomen, zou ik wcnschen te vragen of niet zoo spoedig en zoo
goed mogelijk in den daar hestaanden toestand verandering kan
worden gebracht.
De heer De Stürler. Ik kan den heer Van Kempen mededeelen
dat wij ons ernstig met deze zaak bezig houden, maar het is en
blijft eene lastige quaestie. aan beide kanten van de brug zullen voor
zieningen moeten worden getroffen, en het geldt hier bezwaren die
bij alle hooge bruggen voorkomen. Wy zullen trachten zoo spoedig
mogelijk eene goede oplossing te vinden.
De heer Van Kempen. Dank u.
De openbare vergadering wordt gesloten en veranderd in eene met
gesloten deuren.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré.