98
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen
1
Nov.
4
5.7.15
7
16.4
2
5
5.7.15
8
16.6
3
6
5.-7.
7
16.6
4
7
5.7.15
8
16.8
5
8
5.7.—
7
16.4
6
9
5.7.30
8
16.6
7
10
5.7.30
8
16.4
der gemeente Leiden en drie door de Algcmeene Vergadering uit de
leden der Vereeniging worden benoemd, dat de leden zitting bebben
gedurende vijf jaren, dat telken jaren ten dage der Algemecne Ver
gadering één of twee leden volgens een op te maken rooster aftreden
en dat voor door den Raad te vervullen plaatsen door bet Bestuur der
Vereeniging vóór het einde der voorafgaande maand Februari eenc
aanbevelingslijst van twee personen wordt ingediend, welke geen
leden der vereeniging behoeven te zijn.
Door de Algeineene Vergadering zijn tot leden van het nieuw op
te treden bestuur benoemd de heeren Mr. 11. B. Greven, F. F. W.
Heintz en Mr. Gh. M. Dozy, zoodal thans nog moet worden overge
gaan tot de benoeming door den Gemeenteraad van de vier overige
leden.
Vermits het Bestuur nog moet worden geconstitueerd, kan uit den
aard der zaak geene aanbevelingslijst voor deze benoeming door het
Bestuur worden ingediend, zoodat wij U voorstellen thans voor deze
eerste benoeming tot de benoeming van vier leden zonder aanbeve
lingslijst van het Bestuur over te gaan, wordende hierbij eene aan
bevelingslijst door ons College opgemaakt aangeboden bestaande uit
de navolgende heeren:
Eerste lid 1°. 11. G. Juta, 2'. ür M. C. Dekhuyzen.
Tweede lid 1®. Dr. A. W. Kroon 2°. Dr. E. F. Van Dissel.
Derde lid 1®. ür. Th. \V. Van Lidth de Jeude 2®. W. F. Verhey
van Wijk.
Vierde lid W. G. Mulder, 2®. W. Kok.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 396. Leiden, 16 November 1894.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij
geene bedenkingen heeft tegen de in hare handen gestelde rekening
van het College van Vrouwen Kraammoeders over liet jaar 1893 en
U mitsdien tot goedkeuring dier rekening adviseert.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N'. 397.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
410 November 1894.
9
N®. 398. Leiden, 13 November 1894.
Ten vervolge op ons rapport van den 3en November jl„ Ing. St.
n®. 285, hebben wij de eer u voor te stellen ten aanzien van de op
bijgaande lijst voorkomende reclames in zake de plaatselijke directe
belasting (2e gedeelte), te beschikken overeenkomstig ons advies op
genomen in de 10e kolom van die lijst en dientengevolge af te wijzen
de reclames van:
A. J. Bernard (n®. 189), A. J. J. Booda (n®. 190), C. W. Roodenburg
(n®. 191), P. G. Doesburg (n®. 192), M. Prins (n®. 193), A. De Hen
(n®. 194), M. J. Weyl (n«. 195), H. A. Krüger (n'. 196), H. Starken-
burg (n®. 199), J. Waller Zeper (n". 200), G. De Niet (n°. 201), W.
Bremmer (n®. 202), J. C. Hoogeveen (n®. 206), Th. M. W. Bergers (n®.
207), A. Kloots (n®. 208), A J. Goddijn (n°. 209), A. G. Coster (n®.
210), J C. Heemeyer (n°. 211), M. Marsman (n®. 212), J. H. Van llossum
du Chattel (n®. 213), H. Kuyl (n°. 214), J. Groeneveld (n®. 216), A.
G. C. Van Bruggen (n®. 217), Wed. J. J. Gijzenij (n®. 218), L. Van
Duuren (n°. 220), M. Landkroon (n®. 221), 11. W. Laman (n®. 224),
A. De Ru (n®. 225) J. Van Hooidonk n°. 226), Wed. J. Van der Linden
(n°. 228), C. Lalervecr (n°. 229), W. P. Mulié (n°. 230), T. L. W.
Musers (n°. 231), Wed. S. Vies (n°. 232), Wed. C. A. Schouten (n°.
235), G. W. Zandvoort (n°. 237), K. llemerik (n°. 239), K. J. Niesten
(n°. 240), Wed. W. tluuime (n°. 241), D. C. Post (n°. 243), J. P. De
Koning (n°. 244), J. B. Rombout (n°. 245), J. Hartman (n°. 246) 11
Selier (n°. 248), J. C. Koppier (n°. 249), W. A. F. Marjjl (n°. 251), M
Chaudron (n°. 252), G. J. Van Leeuwen (n°. 253), J. J. Van den Berg
(n°. 254), J. Pont (n 255), J. Van Rossen (n°. 256), F. Ouwerkerk
(n°. 257), B. Amptmeyer (n°. 258), G. Blommcsteyn (n°. 260), W. Neu-
te boom (n°. 261), A. Le Feber (n°. 262), C. J. Coster (n°. 264), G.
Lohuis (n°. 265), J. J. Guldcmond (n°. 267) en L. J. Hendriksen
(n°. 268);
en te verminderen de aanslagen van: M. S. Selier (n°. 197) met
0.81, 11. M. Van der flock (tr. 198) met 32.50, W. Bakx Jr. (n°.
203) met ƒ16.25, 11. J. Van der Worm (n°. 204) met 4.06, D. Ament
(n\ 207) met 24.37, D. M. Spijer (n°. 215) met 7.96, Wed. W.
Van Oosten (n°. 219) met 4.88, C. A. L. Keuls (n°. 222) met 14.62,
Lim Njat Fa (n°. 223) met f 28.43, D. Van der Heyden (n°. 227) met
5.33, P. J. Keuls (n°. 233) met f 14.30, F. C. Verhoef (n°. 234) met
32.50, A. J. Schreden (n\ 236) met 16.25, H. J. Prinsen (n». 238)
met f 16.25, Wed. A. Loeher (nü. 242) met 1.62, Wed. J. Van
Gaaien (n°. 247) met 19.50, H, Maas (n*. 250) met 32.50, Wed. J.
Van Ulden (n°. 259) met f 7.64, L. Bosman (n°. 263) met ƒ4.58 en
M. De Jong (n°. 266) met 1.50.
Het totaal der afschrijvingen dezer lijst bedraagt 285.85.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 399. Leiden, 19 November 1894.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat er ook bij ons geen be
zwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van 11 J Van
den Berg, om ontslag uit de betrekking van derden onderwijzer aan
de openbare lagere school der 3e klasse n*. 2, zoodat wij Uwe Ver
gadering in overweging geven hem dat ontslag eervol te verleenen
ingevolge zijn verzoek met ingang van 1 Januari 1895.
De betrekkelijke stukken worden u hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
LdclAchtbare Heeren!
Ondcrgeteckcnde verzoekt U met dezen hem eervol ontslag te willen
verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer 3e klasse aan de school
n. 2 voor minvermogenden; en dat ontslag te doen ingaan met 1
Januari a. s.
Met hoogachting,
UEd. Dw. Dn.,
Leiden, 15 November 1894. H. J. Van den Behg.
Leiden, 16 November 1894.
Ter voldoening aan den inhoud Uwer apostille n®. 4753, heb ik de
eer, onder terugzending van bijgaand verzoekschrift, U te berichten,
dat bij mij geen bezwaren bestaan tegen de inwilliging van het ver
zoek, weshalve ik meen te mogen adviseeren den adressant tegen 1
Januari 1895 eervol ontslag uit zijn betrekking te verleenen.
Aan den Heer Burgemeester Het hoofd der openbare school
van Leiden. dgr 3e klasse n°. 2.
N. Brouwer.
N®. 3O0. Leiden, 22 November 1894.
Wij hebben de eer U hierbij over te leggen eene dagvaarding ten
verzoeke van D. W. Woerdeman, weduwe van H. Born, alhier, waarbij
de Burgemeester der gemeente Leiden wordt gedagvaard om op Woensdag
21 November dezes jaars te verschijnen ter openbare terechtzitting van den
Kantonrechter alhier, ten einde te worden veroordeeld om aan de eischeres
terug te geven hel door haar op 10 November jl. aan de Stedelijke
Gasfabriek betaalde bedrag van f 103.96® met interest volgens de
Wet en kosten rechtens.
Onder mededeeling dat namens de gemeente, krachtens art. 179
litter r Gemeentewet, een uitstel van vier weken van de behandeling
is verzocht en verkregen en dat het rechtskundig advies en het rap
port van Commissarissen der Gasfabriek in de Leeskamer ter inzage
van de leden is nedergelegd, geven wij Uwe Vergadering in ovcr-
weging te besluiten dat de gemeente zich ter zake in rechte zal
verweren, wordende het concept-besluit hierbij ter vaststelling over
gelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 301. Leiden, 22 November 1894.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat de raming der navolgende
posten van de loopende begrooting niet toereikende is bevonden en
stellen U mitsdien voor die posten met de daarbij vermelde bedragen
te verhoogen.
Volgn. 67. Jaarwedden van de sluiswachters, brugwachters en der-
gelijken ƒ2400.—
De aanstelling van 6 brugwachters met verstrekking van zomer
en winterkleeding, de grootere uitgaven voor plaatsvervanging bjj
ziekte, waarvoor in deze bcgrooting geene gelden zijn uitgetrokken
en de uilkeering van drie maanden wedde bij overlijden, zullen op
dit artikel een tekort van bijna 2400 doen ontstaan.
Volgn. 85. Belooning van de Buurtcominissarissen 150.
Ten gevolge van het Raadsbesluit van den 8en November jl. waarbij
de belooningen van de buurtcommissarissen zijn vastgesteld resp. op
450, f 500 en 500, met ingang van 1 Januari 1894, zal dit art.
met 150 moeten worden verhoogd.
Volgn 90. Onderhoud van wegen en voetpaden 1000.—
B'j Raadsbesluit van den 17en Mei 1894 werd besloten tot ver
nieuwing van de üriegatenbrug in den Zijldijk en bepaald dat later
een voorstel zoude worden ingediend tot dekking van de betrekkelijke
kosten, welke op 1000 werden geraamd. Bij de gehouden openbare
aanbesteding werd dit werk aangenomen voor 1200. Deze ver
booging van kosten was het gevolg van eenige wijzigingen welke
later in het bestek werden aangebracht en van het te houden toe
zicht. Met het oog op den gunstigen stand van dit artikel kan voor
hands met eene verhooging van 1000 worden volstaan.
Volgn. 102. Grondlasten en personeele lasten, alsmede patentrechten
van schuitenƒ110.
Meerdere grondbelasting, o. a. voor de aangekochte terreinen naast
de Gasfabriek, doen op dit art. een tekort ontstaan.
Volgn. 110. Kleeding en wapening van de politiedienaars en veld
wachters j- 99o
De in dit jaar samenvallende verstrekking van onderscheidene
kleedingstukken o. a. regenjassen, hooge laarzen en helmen en de
aanschaffing van knoopen veroorzaken eene vry belangrijke overschrijding
van dit artikel. Het komt ons daarbij wenscheljjker voor dezen post
telken jare naar mate van de behoeften uit te trekken, in slede van, zooals
tot nu toe gebruikelijk was, de kosten over eenige jaren te verdee-
len in verhouding tot den draagtijd van de goederen. Dientengevolge
zal dan ook het volgend jaar eene belangrijk mindere uitgaaf te dezer
zake noodig zijn, vermoedelijk slechts 3750. Het overschot op het
artikel zal dan zoo noodig voor andere doeleinden kunnen worden
benut.
Volgn. 154. Renten van de tijdelijke geldleening ter voorziening