96
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1894.
Dat is toch een zeer praktisch bezwaar. Stel dat de Raad besluit
den strijd tusschen Dr. Van Elfrinkhof en de leerlingen nog eens te
doen uitvechten, om daardoor te trachten de overwinning aan den
leeraar te bezorgen hoe zal men Dr. Van Elfrinkhof tot dien strijd
kunnen dwingen?
De heer Van Elfrinkhof verzoekt na rijp beraad ontslag, en nu
meen ik dat de Raad dit slechts heeft te verleenen maar niet een
ander middel aan de hand heeft te doen.
Ik wil echter door de openbare zitting te veranderen in eene met
gesloten deuren den Raad in de gelegenheid stellen de nadere bijzon
derheden te vernemen welke de heer Zsraijer ons nog kan mede-
deelen.
De openbare vergadering wordt veranderd in eene met gesloten
deuren.
Na heropening der openbare vergadering wordt de beraadslaging
voortgezet over het verzoek om ontslag van Dr. Van Elfrinkhof.
De heer Siegenreek van Heukelom. M. d. V.! Ik wcnsch thans te
verklaren dat de inlichtingen in de besloten vergadering verstrekt
van dien aard zijn, dat ik overtuigd ben dat Directeur en leeraren
der school het mogelijke hebben gedaan om den heer Van Elfrinkhof
te steunen en hun best gedaan hebben om deze zaak tot een goed
einde te brengen, wat echter door andere omstandigheden niet mo
gelijk is geweest.
Om die reden zal ik alsnu stemmen voor het verleenen van
ontslag.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming een eervol ontslag verleend en
het voorstel van Burg. en Weth. tot voorziening in de tijdelijke
waarneming der lessen aangenomen.
II. Voorstel tot het indienen van een adres aan de Provinciale
Staten van Zuid-Holland betrekkelijk de oprichting van een krank
zinnigengesticht.
De Voorzitter. De stukken die Burg. en Weth. aanleiding hebben
gegeven dit voorstel te doen hebben in de Leeskamer ter inzage voor
de leden gelegen. Dat Burg. en Weth. zich nu rechtstreeks wenden
tot Provinciale Staten is niet omdat Gedeputeerde Staten niet ingenomen
zijn met het plan, maar alleen omdat de Provinciale Staten reeds
aanstaanden Dinsdag vergaderen, en ook verder om de in het con
cept-adres ontwikkelde redenen.
De heer De Vries. M. d. V.! Met een enkel woord wcnsch ik nog
op iels attent te maken. Uit den brief van Gedeputeerde Staten aan
de Provinciale Staten van Zuid-Holland blijkt nl. dat ook de gemeente
Dordrecht een aanbod heeft gedaan betreffende deze zaak.
Toen ik dit las heeft het mij genoegen gedaan, M. d. V., dat u er
zoo spoedig bij geweest zijt met het aanbod van deze gemeente,
waarvan het gevolg wel zal zijn dat het Leidschc voorstel veel meer
kans op slagen'heeft dan het andere.
Het is inij zeer aangenaam dit te kunnen constateeren en u voor
dien spoed dank te zeggen.
(Toejuiching.)
De Voorzitter. Ik dank u zeer voor uwe waardeerende woorden.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering
gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukke*^ van Gebroeders Mdré.