DONDERDAG IS OCTOBER 1894. 85 Kitting van Donderdag 18 October 1891 geopend 's namiddags te één uur. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester Te behandelen onderwerpen 1*. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de school 4de klasse n°. 1. (266) 2*. Idem van een tweede onderwijzeres aan de Leerschool. (266) 3°. Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij, om een stoep te leggen Haverzaklaan. (259) 4®. Idein van de firma J. Parmentier en Zn,, om een paal met stang te plaatsen Mare. (259.) 5'. Idem van hel Bestuur der Leidsche Bouwmaatschappij, om een brug te leggen over de sloot langs den straatweg van Leiden naar Haarlem, alsmede cene gas- en eene waterleidingspijp. (260) 6®. Voorstel tot het toekennen van toelagen aan derde onderwijzers en onderwijzeressen, niet in bet bezit van de hoofdacte. (262) 7®. Begrooting van de Bank van Leening voor 1895. (265) 8°. Idem als voren van de Stedelijke Werkinrichting. (265) 9g. Suppletoire staten van begrooting, dienst 1894, van het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (265) 10®. Eerste Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1894. (267) 11®. Begrooting van de ontvangsten en uitgaven der gemeente. Tegenwoordig waren 27 leden, als de heercn: Siegenbeek van Heukelom, Hasselbach, Kaiser, Verhey van Wijk, Dekhuyzen, De Slurler, Van Kempen, Stadhouder, Van Hamel, Zillesen, Juta, Le Poole, Van Hoeken, Kroon, Driessen, Van Dissel, Fockema Andreae, De Goeje, De Vries, Kerstens, Drucker, Du Rieu, Van Lidth de Jeude Pera, Cock, Verster van Wulverhorst en Zaaijer, alsmede de Burge meester, Voorzitter. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 27 September worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1®. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 25 Septeraber/3 October jl. G. S., n°. 60/2, ten geleide van de afwjjzende beschikking op de reclame van M. D. Molenaar tegen diens aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1893, bij supplet. kohier. 2®. Missive van Mejuffrouw S. H. Boer, te Voorschoten, houdende mededeeling dat zij de benoeming tot derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e klasse aanneemt en dat zij die betrekking 1 December a. s. zal aanvaarden. 3®. Missive van Mr. J. H. Goudsmit, dd. 13 October jl. ten geleide van een afschrift van het vonnis van den Kantonrechter in zake de actie tot schadevergoeding door den uitgever van de «Baanbreker", J. P. Van der Wallen, te Utrecht, legen den Burgemeester van Leiden qq. ingesteld, ter zake van het beletten der verspreiding en in beslag neming van exemplaren van dat weekblad, bij welk vonnis de vordering van Van der Wallen tegen de gemeente is ontzegd. Het vonnis is beteekend en zal in de leeskamer worden nedergelegd ter inzage van de leden. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aan slag in de plaats, directe belasting 1894. 2°. Verzoeken van J. Plantenga en H. W. Helleman, om afschrijving van plaats, directe belasting 1894 wegens woonplaatsverandering. 3®. Verzoek van P. Kooreman, om eene stoep te leggen voor het perceel Zonneveldsteeg n'. 12. 4'. Verzoek van J. Coster, om vergunning tot het doen maken van eene loozing van het perceel Morschstraat 60 naar het kolkriool aldaar. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 5®. Adres van J. G. F. Van Ewijk en andere onderwijzers en onder wijzeressen houdende verzoek om de tractementsverhooging wegens 30-jarigen leeftijd en 10-jarigen dienst ook op ben van toepassing te brengen. Dit adres luidt aldus: Aan den Raad der gemeente Leiden. ËdelAchtbare Heercn! Ondergeteckenden, allen 3e onderwijzers en onderwijzeressen, zonder hoofdakte met meer dan 10-jarigen dienst en boven den 30-jarigen leeftijd, wenden zich eerbiedig tot Uw ËdelAchtbaar College met het verzoek de bepaling omtrent de traklementsregeling voor genoemde ambtenaren ook op hen toepasselijk te verklaren. Meenende, dat zij steeds ijverig en getrouw hun plicht vervuld hebben, verwachten zy, dat Uw College gunstig op dit verzoek zal beschikken. Met verschuldigdcn eerbied Uw dienstw. dienaren en dienaressen, J. G. F. Van Ewijk. C. F. lb Clbrcq N. H. Ten Holt. M. M. Vrijhoff. J. Van den Briel. M. M. Duyverman. Leiden, 17 October 1894. G. P. S. M. Dikshoorn. Tc behandelen by punt 6 der agenda Aan de orde is: 1. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de school 4de klasse n®. 1. (Zie Ing. St. n°. 266.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Zillesen, Du Rieu en De Vries verzoeken inet mij het stembureau uit te maken Benoemd wordt met 20 stemmen de heer A Dirks; 2 briefjes waren in blanco. II. Idem van een tweede onderwijzeres aan de Leerschool. (Zie Ing. St. n®. 266.) Benoemd wordt met 20 stemmen Mej. L. M. Kievit; 2 briefjes waren in blanco. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne medewerking. III. Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij, om een stoep te leggen Haverzaklaan. (Zie Ing. St. n®. 259,) IV. Idem van de firma J. Parmentier en Zn., om een paal met slang te plaatsen Mare. (Zie Ing. St. n®. 259 V. Idem van het Bestuur der Leidsche Bouwmaatschappij, om een brug te leggen over de sloot langs den straatweg van Leiden naar Haarlem, alsmede eene gas- en eene waterleidingspijp. (Zie Ing. St. n®. 260.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. VI. Voorstel tot het toekennen van toelagen aan derde onderwijzers en onderwijzeressen, niet. in het bezit van de hoofdacte. (Zie Ing. St. n®. 262.) (De heer Van Hoeken komt ter Vergadering.) De heer Drucker. M. d. V.! Dit is de eerste maal, dat bij den Raad komt een voorstel, om toepassing te geven aan de bepaling van de nieuwe verordening, die zegt, dat aan derde onderwijzers of onder wijzeressen, indien zij niet in het bezit zijn van den hoofdonderwij- zersrang en den leeftijd van dertig jaren bereikt hebben, zoodra zy tien jaren in dienst der gemeente of elders zijn werkzaam geweest, eene verhooging kan worden toegestaan. Nu is de verordening door Burg. en VVelh. en ook door de Plaat selijke Schoolcommissie zóó opgevat, dat de gezegde toelage alleen wordt verleend in geval van zeer bijzondere verdiensten, en niet als een regel wordt toegepast op ieder, die in de gezegde omstandigheden verkeert. Naar aanleiding nu van die opvatting is men gekomen tot het voorstel om de verhooging te geven aan drie personen, in de voor dracht genoemd. Nu wordt echter in de voordracht niet gezegd, waarom onder de velen, die in dezelfde omstandigheden verkeeren, juist die drie per sonen aanspraak hebben. Ten einde injj nader op de hoogte te stellen, heb ik de correspon dentie gelezen, met de Plaatselijke Schoolcsmmissie gehouden, maar men vindt ook daarin niets anders, dan het feit, dal deze drie per sonen in aanmerking komen. Van de anderen wordt geen kwaad gezegd, van dezen niet, welke hunne bijzondere verdiensten zijn; eenvoudig wordt geconstateerd, dat zij moeten verhoogd worden. Nu kan ik volstrekt niet beoordeelen, of er anderen zijn, die even veel aanspraak hebben. Ik wil niet betwisten, dat deze drie personen zoover boven de anderen uitsteken, dat alleen zy op de verhooging aanspraak mogen maken. Maar alvorens mijn stem aan de voordracht te geven, zou ik toch gaarne eenige nadere toelichting hebben om trent de verdiensten van deze drie menschen, of wanneer tegen zoo danige toelichting bezwaren bestaan ten minste de pertinente ver klaring van Burg. en Weth., dat zij overtuigd zyn, dat dezen ver uitmunten boven alle anderen. De heer Kroon. Ik geloof dat de Schoolcommissie deze alinea wel degelijk heeft opgevat, zooals de vorige geachte spreker meent. Het zal moeten blyven een uitzondering. Zoodra er quaestie is om van personen, in de gemeente werkzaam, te onderzoeken in hoeverre zy in min of meerdere mate aan zekere voorwaarden volooen, waardoor zij uitmunten boven anderen, is dit zeer moeilijk in cijfers en punten te brengen. Men moet gegevens hebben en deze zullen beter le krygen zijn, wanneer er gezegd wordt, dat zy niet worden gepubliceerd. Daarom heeft de Commissie ook onderzocht bij alle autoriteiten en personen, die in staat zijn te beoordeelen welke personen in de termen vallen en aan de eischen voor de verhooging gesteld, beantwoorden. De Commissie heeft echter gemeend de verkregen inlichtingen niet in haar advies te moeten openbaar maken. Het publiek maken der verkregen inlichtingen zou velen in onge legenheid kunnen brengen en het in het vervolg onmogelijk maken, dat men goede inlichtingen zou verkrijgen. De heer Dekhuyzen. Ik wilde naar aanleiding van deze discussie, gaarne der Schoolcommissie mijne hulde brengen voor de zeer con- sciencieuse wyze waarop zij dit uitgebreid onderzoek heeft ingesteld. Ik heb haar alle voor officieele mededeeling vatbare gegevens ver strekt omtrent de 18 personen, die in aanmerking zoude komen voor de bedoelde toelage en moet erkennen dat de Commissie met groote zorgvuldigheid de verschillende punten, die niet gemakkelijk op papier waren te brengen overwogen en onderzocht heeft, zoodat ik de ver zekering kan geven, dat deze drie personen ook volgens ons oordeel, wanneer de voordracht alleen bij het College van Burg. en Weth. berustte, in de allereerste plaats voor die toelage in aanmerking zouden gekomen zijn. De Voorzitter. Ik wensch er nog aan toe te voegen dat door deze voordracht nog volstrekt niet wordt gezegd dat de anderen die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 1