DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1894.
83
Ik weet niet, of het uwe bedoeling is de verordening terstond in
haar geheel te doen aannemen of wel eerst haarartikclsgewijze te
behandelen.
Hieromtrent wenschte ik gaarne eerst Uwe meening te vernemen.
De Voorzitter. Het was mijn plan niet deze verordening artikels-
gewijze te behandelen, omdat de Rand hier een voorstel heeft, dat
reeds op 25 Januari van dit jaar is aangenomen en derhalve nu slechts
te behandelen zijn de wijzigingen aangebracht om te voldoen aan de
bedenkingen van den Minister.
De heer Van Hoeeen. In dat geval wenschte ik thans voor te
stellen een kleine verandering te brengen in art. 2.
Ik lees daar: »Voor eeu vaartuig beneden de 10 M®, geen stoom
boot zijnde, per reis f 0.10."
Nu hebben de kleinere schippers juist veel schuiten in de vaart,
die precies 10 M3 inhouden. Daarom wenschte ik deze alinea te doen
luiden: Voor een vaartuig tot en met 10 M' geen stoomboot zjjnde,
per reis 0.10. Vervolgens in 3®. te lezen: «Voor een vaartuig boven
de 10 M3 per M3 elke reis f 0.02."
Het amendement wordt voldoende ondersteund en kan derhalve
een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De heer Jota. Mag ik den heer Van Hoeken doen opmerken, dat
in de Raadszitting van 25 Januari juist zijn voorstel is geweest de
regeling bij abonnement te doen zijn als volgt:
voor vaartuigen van 1 tot 10 ton f 10 per jaar
»10»20»»15» enz.
dus overeenkomstig het thans voorgestelde tarief. Nu schynt de heer
Van Hoeken sedert dien dag dus van gevoelen veranderd.
De heer Van Hoeken. Mjjne gedachten z(jn niet gewjjzigd, maar
Burg. en Weth. hebben mijne gedachten verkeerd overgenomen. Ik heb
bedoeldtot en met 10 M3 en vervolgens daarboven. Burg. en Weth.
hebben gezegd: van af 10 M'. Nu is 10 M' in de volgende rubriek
begrepen, terwijl dit mijns inziens moest zjjn 11 M3.
De Voorzitter. Ik moet dit den heer Van Hoeken tegenspreken.
Volgens het Raadsverslag van 25 Januari 1894 heeft de heer Van
Hoeken het volgende gezegd: «Mjjn voorstel luidtVoor vaartuigen van
I tot 10 ton 10 per jaar enz."
Dit verslag is door den heer Van Hoeken gecorrigeerd en drukt
dus zeker wel zijn gevoelen uit.
De heer Van Hoeeen. Het drukt wel mjjn gevoelen uit, maarmjjne
bedoeling is toch geweest: tot en met 10 ton, en dan boven de 10
ton 2 cents meer.
De Voorzitter. Ik zou het gevaarlijk vinden om hierin verandering
te brengen, juist omdat er zooveel scheepjes zijn van 10 ton. Dat
is een vaste maat, terwijl 11 ton geen vaste maat is. Het verschil
is bovendien maar 2 cents per reis.
Is het uwe bedoeling om het artikel te wijzigen ook bjj abonnement
De heer Van Hoeken. Neen, M. d. V., dit wil ik zoo laten. Het
abonnement is niet te hoog.
De heer Zillesen. Ik wenschte den heer Van Hoeken te vragen,
hoe hjj juist aan dat cyfer 10 komt. Is het hem misschien bekend,
dat er veel vaartuigen zijn van precies 10 ton inhoud?
Wij hebben ook nog al eens schepen in de vaart, maar voor zoover
ik kan nagaan, geen een van juist die bepaalde grootte.
De heer Van Hoeken. Juist omdat ik weet, dat er veel zulke
schepen in deze stad varen, heb ik dit voorstel gedaan.
De heer Drücker. Wanneer wij de door den heer Van Hoeken
gewenschte verandering aanbrengen, dan komt er morgen allicht iemand
met eeu schip van )t M3, en zegt: «Dal i$ nu vervelend. Voor myn
buurman heeft men het tarief wel willen veranderen, maar ik, die
toch ook een arme man ben, val in het hooge tarief, hoewel mijn
schip slechts eventjes groolcr is."
En wanneer w(j dan, om dien man genoegen te doen, in plaats
van 10 M3 in het art. 11 M3 zetten, dan komt er dadelijk weer een
schipper met een schip van 12 M3 inhoud en vraagt hetzelfde.
Ik ben van inhoud van schepen weinig op de hoogte. Daarom zou
ik wel de vraag willen doen: is nu een schip van 11 M3 en is een
schipper met een schip van 11 M3 een geheel ander soort schip en
een ander soort mensch dan een schip van 10 M3 en een schipper
met zoodanig schip? Kan»de heer Van Hoeken mij aantoonen dat dit
het geval is, dan zou ik met de verandering vrede kunnen hebben,
maar anders zou ik het art. liever laten zooals het thans is.
De heer Van Hoeken. Het is juist zooals de heer Drucker zegt.
Hij heeft het zeer goed ingezien, dat een schipper met een schip van
II ton een ander soort mensch is als een met een schip van 10 ton.
De eerste zjjn meer vaste, de laatste losse schippers.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Van Hoeken komt in stemming en
wordt met 13 tegen 11 stemmen verworpen.
Tegen stemden de heeren: Driessen, De Vries, Dekhuyzen, Drucker,
Fockema Andreae, De Goeje, Juta, Van Hamel, Siegenbeek van
Heukelom, De Sturler, Du Rieu, Van Dissel en Kaiser.
Voor stemden de heereri: Van Kempen, Van Heeken, Stadhouder,
Zillesen, Verhey van Wjjk, Van Lidth de Jeude, Pera, Le Poole, Kroon,
Hasselbach en Kerstens.
Ten gevolge van het niet aannemen van dit amendement, vervalt
het voorstel om 3® te wijzigen.
De Concept-Verordeningen in haar geheel worden daarop met alge-
meene stemmen aangenomen.
XVI. Voorstel in zake het onderwjjs in den zang aan de Kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeressen.
(Zie Ing. St. n°. 257.)
De Voorzitter. In het Ing. St. n®. 257, is een fout geslopen. In
regel 23 v. o. staal: «de nieuw te benoemen leerares." Dit moet
zijn: «den nieuw te benoemen leeraar of de nieuw te benoemen
leerares."
Het voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de openbare Ver
gadering gesloten en veranderd in eene zitting met gesloten deuren.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré