61
1
1. de heer A. Packet te Zeist.
2. de heer C. R. C. Herckenrath te Groningen.
3. de heer J. B. Melsen te Kampen.
Aan den Gemeenteraad Curatoren van bel Gymnasium,
te Leiden. C. Cock, President.
J. C. Van der Lip, Secretaris.
N°. 311. Leiden, 26 Juli 1894.
Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan C. J. Coster, vergunning te verleenen
om uit zijne bottelarij Oude Vest n°. 5 een waterloozing te leggen naar
de gracht, onder de volgende voorwaarden:
1°. De vergunning te verleenen tot wederopzeggens tegen betaling
van eene jaarlijksche recognitie van 1.50 volgens het tarief van 5
Maart 1857, art. 3 sub. 11;
2°. dat de leiding gemaakt wordt van verglaasd Engelsch aarden
buizen of gegoten ijzeren buizen minstens w(jd 15 cM.;
3°. dat de bovenkant der uitmonding in de gracht niet hooger dan
90 cM. onder N. A. P. komt;
4°. dat de werkzaamheden aan den walmuur en in de bestrating
door de gemeente zullen worden verricht en de kosten daarvan door
adressant zullen worden gedragen:
5°. dat het werk ten genoege van den Gemeente-Architect wordt
verricht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan HH. Burg. en Weth. van Leiden.
Ondergeteekende C. J. Coster, bierhandelaar, wonende te Leiden,
neemt beleefdelijk de vrijheid zich tot UEdelAchtbaren te wenden,
met beleefd verzoek hem te vergunnen van uit zijne bottelarij Oude
Vest n°. 5 eene waterloozing te doen maken, uitloopende in de gracht.
Met verschuldigde hoogachting heeft hjj de eer te zijn.
UEdel Achtb. Dv. Dienaar,
Leiden, 18 Juli 1894. C. J. Coster.
N°. 313. Leiden, 23 Juli 1894.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van den heer P. Alma
Lz. geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant eervol
ontslag te verleenen als plaatsvervangend lid der Commissie van
aanslag bedoeld in art. 19 16 en 2 der Wet tot heffing van de
belasting op bedrjjfs- en andere inkomsten van 2 October 1893 (Stbl.
n°. 149) en tot de benoeming van een plaatsvervangend lid der Com
missie over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met eerbied te kennen: P. Alma Lz. dat hij tot plaatsver
vangend subagent der Ned. Bank, alhier, is benoemd.
Reden waarom hij, Uwen Raad, beleefd verzoekt, hem te ontslaan
als plaatsvervangend lid van de Commissie van aanslag bedoeld
in art. 19 16 2 der Wet tot heffing van de belasting op bedrjjfs-
en andere inkomsten van 2 October 1893 (Staatsblad n°. 149) waartoe
hjj de eer had in de Raadszitting op 14 December A. P. benoemd
te worden.
't Welk doende enz.,
Leiden, 20 Juli 1894. P. Alma Lz.
Hopende tegen inwilliging van een en ander uwerzijds geen be
zwaren mogen bestsan.
't Welk doende enz.
Leiden, 26 Juli 1894. J. J. Hasselbach.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Mr. C. A. Cau, griffier
bij het kantongerecht te Leiden wonende aldaar Plantage 2;
dat de hoornen slaande op de publieke straat aan de westzjjde vlak
langs zijn erf, niet alleen nadeelig zjjn voor zijn tuin, doch ook in
hooge mate het licht onderscheppen voor zijn achterkamer;
dat die boomen staande ten oosten van de huizen in die niet breede
straat, ook voor die huizen geen beschutting tegen de zon kunnen
opleveren
dat die boomen derhalve in geen enkel opzicht voor zijn huis en
de naburige huizen eenig nut opleveren, doch integendeel eene be
lemmering voor het licht daarstellen.
Redenen waarom adressant dringend verzoekt, dat die boomen uit
die straat mogen worden verwijderd.
't Welk doende enz.,
Leiden, 19 Juli 1894. C. A. Cao.
N\ 214.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
8—14 Juli 1894.
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng.
1
Juli
8
8.9.45
7
16.8
2
9
89.30
8
16.4
3
10
8.9.45
7
16.8
4
11
8.9.45
8
16.8
5
12
8.9.30
7
16.6
6
13
8.9.45
8
16.4
7
14
8.9.30
8
16.4
S'. 315.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
15—21 Juli 1894.
Datum.
Uur.
Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Juli
15
17
19
20
9.45
9.45
9.30
9.45
9.45
9.45
9.30
7
8
7
8
7
8
8
16.6
16.4
16.8
16.6
16.8
16.4
16.6
N°. 213. Leiden, 26 Juli 1894.
Na overleg met de Commissie van Fabricage hebben wjj de eer U
mede te deelen dat geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van
nevensgaand verzoek van J. J. Hasselbach, ter bekoming van een stukje
gemeentegrond aan het verlengde Utrechlsche Veer en het doen
rooien van twee boomen, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging
geven
1°. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd
is eene strook gemeentegrond van het verlengde Utrechtsche Veer
hoek Binnenvestgracht grenzende aan perceel kadastraal bekend Sectie
A n°. 841, ter grootte van ongeveer 13 centiaren;
2°. dien grond in eigendom af te staan aan J. J. Hasselbach alhier,
ten einde te verheelen aan het te verbouwen perceel kadastraal be
kend Sectie A n'. 841 tegen betaling van een koopsom van zes gulden per
centiare en van de kosten van overdracht, behoudens de vrijstelling
bedoeld bjj art. 1506 van het Burg. Wetboek;
3°. te besluiten tot het verkoopen en rooien van de twee boomen
staande op het over te dragen terrein.
Tevens geven wij Uwe Vergadering in verband met het boven
staande in overweging mede gunstig te beschikken op nevensgaand
verzoek van Mr. C. A. Cau, en alzoo te besluiten tot het verkoopen
en rooien van de boomen staande aan de Binnenvestgracht bjj de
Plantage.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen de ondergeteekende J. J. Hasselbach,
wonende aan den Ouden Singel;
dat hij ten behoeve van de verbouwing van den timmerwinkel staande
aan het verlengde Utrechtsche Veer, hoek Binnenvestgracht, tot woon-
en Winkelhuis een strook grond van de gemeente in eigendom
wenscht te bekomen ter oppervlakte van 13 M2 volgens bijgaande
teekening, waarop bedoelde strook met rood is aangegeven,
dat hij tevens de beide op bedoelde strook staande boomen, als
hinderljjk voor de te bouwen woning, wenscht te doen rooien.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muké.
a
3
3
3
3
16
18
21