60
Door adressant is in onze Vergadering van heden medegedeeld dat
hg met deze voorwaarden genoegen neemt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de EdelAchtb. Heeren van den Gemeenteraad.
Geven ondergeteekenden met verschuldigden eerbied te kennen:
dat zij van UEd.Achtb. verzoeken, de Koolgracht geheal als straat
te zien aangelegd;
dat zij nu de heeren De Vries en Stevens van hunne permissie
ontstoken zijn om aan de Oostdwarsgracht de Koolgracht met een
deur gesloten te houden, wensehen dat deze aan alle bewoners der
Koolgracht een in- of uiteinde verleend,
dat daardoor alle vuilnishoeken en gaten die er thans zijn zullen
verdwgnen,
dat daardoor de bewoners uit die environs zullen gespaard blijven
voor besmettelijke ziekten, die ongetwijfeld door de thans bestane
omstandigheden kunnen worden veroorzaakt.
't Welk doende enz.,
D. Shit.
Volgen de namen van 7 adressanten,
Aan den EdelAchtb. Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteckende geeft met den verschuldigden eerbied zijn ver
langen te kennen, in aansluiting op het adres van den heer Van
Roo|jen mede belang hebbende op de gedempte Koolgracht, om dat
deel daarvan hetwelk hij reeds van UEd. in recognitie mocht ont
vangen zoodanig te verlengen dat eene geregelde en haaksche af
sluiting met de in aanbouw zjjnde perceelen verkregen wordt, zoodat
ik tevens door een te plaatsen muur met doorgang direct toegang
op dat overige gedeelte openbare v/m Koolgracht krjjgen zal.
Ujj vleiende met eene gunstige beschikking.
Uw dienstvaardige,
Leiden, 43 Juni 1894. Alphonsb Degon.
Aan EdelAchtb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden
De Vries en Stevens, kooplieden gevestigd te Leiden, dat zjj hunne
perceelen gelegen aan de Oostdwarsgracht, deels uit de hand, deels
in publieke veiling op 2 Juni 11. gehouden, verkocht hebben; redenen
waarom zjj beleefd verzoeken ontslagen te worden van de erfpacht
van een gedeelte der gedempte Koolgracht, die toegang verleent tot
hun daaraan grenzend terrein, en tevens de bestrating van genoemde
Koolgracht van hen te willen overnemen voor de som van honderd
dertig gulden, zegge f 130.
'tWelk doende enz.,
Leiden, 5 Juni 1894. De Vries en Stevens.
Aan EdelAchtb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geeft met den meest verschuldigden eerbied kennis:
De ondergeteekende Abraham Van Roojjen, lijstenmaker wonende
Janvossensteeg n°. 47;
dat hjj Zaterdag 2 Juni jl. kooper is geworden van een perceel
open grond liggende in een poort uitkomende aan de Oostdwarsgracht
kadaster Sectie B, n°. 2284, behoord hebbende aan de firma De Vries
en Stevens alhier;
dat hjj op dezen grond acht nette woningen wil bouwen;
dat deze grond grenst aan de gedempte Koolgracht eveneens uit
komende aan de Oostdwarsgracht;
dat dit gedeelte van deze gracht op nevensgaande teekening aan
getoond aan voornoemde firma door UEA tot wederopzeggens in ge
bruik is gegeven;
dat die firma door den verkoop van bovengenoemden grond dit
gedeelte der gracht niet meer noodig heeft en zy daarom van dit
gebruik afstand zou willen doen;
dat hij nu aan UEA verzoekt om dezen grond tot openbare straat
in te richten tot aan de scheiding te plaatsen tegen de aan de firma
Degon in gebruik gegeven grond eveneens op de teekening aangetoond.
Zoodat er zoodoende een toegang van de Oostdwarsgracht langs de
gedempte Koolgracht naar zjjn te bouwen woningen zou komen;
dat de firma Degon dit aan UEA voorgesteld plan ook gaarne zou
verwezenlijkt zien.
Zoodat de ondergeteekende beleefd de vrijheid neemt UEA te ver
zoeken en om het groote gerief dat hij daarvan zou hebben en ter
wille van de eventueele bewoners der huisjes gunstig; en met het
oog op het bouwseizoen ook spoedig op zjjn verzoek te willen be
schikken.
't Welk doende,
UEA. Dw. Dienaar,
Leiden, 5 Juni 1894. Abraham Van Rooijen.
N\ 208.
Leiden, 23 Juli 1894.
Voor eenigen tjjd hebben Burg. en Weth. van Leiderdorp verzocht
een gedeelte van de Zijlsingelsloot, ter lengte van ongeveer 92 meter
te mogen doen dempen, op grond dat die sloot, welke voor een
tweetal jaren voor rekening van beide gemeenten werd schoonge
maakt, zich thans weder in een staat van vervuiling bevindt.
Na onderzoek van het plan is gebleken dat tegen de gevraagde
demping geen bezwaar bestaat, doch het werd door ons meer ge-
wenscht geacht dat de aanvrage tot demping zoude geschieden door
de eigenaren van de perceelen gelegen aan het te dempen gedeelte
van de singelsloot, zooals bij andere dempingen steeds gebruikelijk was.
Aldan zoude ook de door demping te verkrjjgen grond aan de
eigenaren van de bedoelde perceelen in gebruik kunnen worden
gegeven.
Nadat hiervan aan Burg. en Weth. van Leiderdorp was kennis
gegeven hebben de bedoelde eigenaren het hierbij overgelegd verzoek
ingediend.
Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver
gadering alsnu onder overlegging van de betrekkelijke stukken in
overweging:
1°. aan adressanten, behoudens voor zooveel noodig vergunning van
het Hoogheemraadschap Rijnland en van Gedeputeerde Stalen, ver
gunning te verleenen tot demping van het voor hunne perceelen
onder de gemeente Leiderdorp gelegen gedeelte der Zijlsingelsloot
onder voorwaarde:
a. dat in het gedempte gedeelte een houten of sleenen duiker worde
gelegd ter grootte van 0.2b X 0.25 meter, waarop drie voldoende
ijzeren of steenen straatkolken te plaatsen;
b. dat door den duiker geen faecalien mogen worden geloosd;
c. dat de doorstrooming door den duiker niet mag worden be
lemmerd;
d. dat adressanten aan den Gemeente-Architect kennis geven van
het tjjdstip waarop met de werkzaamheden een aanvang wordt ge
maakt en dat het geheel ten genoege van Burg. en Weth. wordt
uitgevoerd;
e. dat de vergunning vervalt indien niet binnen drie maanden
daarvan gebruik is gemaakt of indien bovenstaande voorwaarden
niet worden nageleefd.
2°. den door demping verkregen grond aan adressanten, ieder voor
zooveel betreft het voor hunne perceelen gelegen gedeelte sloot tot
wederopzeggens in gebruik te geven tegen betaling van eene jaar-
Ijjksche recognitie van 3J eenl per centiare en onder bepaling dat
het terrein niet mag worden bebouwd maar tol tuin aangelegd en
door een voldoend ijzeren hekje ter beoordeeling van Burg. en Weth.
van den Singel worde afgescheiden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven eerbiedig te kennen:
1°. P. G. Timp te Leiden, eigenaar van het perceel Leiderdorp
Sectie A n°. 2800;
2°. Kruissink te Zoeterwoude, eigenaar van het perceel Leiderdorp
Sectie A n°. 2801;
3°. C. De Ru te Leiderdorp, eigenaar van het perceel Leiderdorp
Sectie A n°. 2804;
4°. J. Schreuder te Leiderdorp, eigenaar van het perceel Leiderdorp
Sectie A n°. 2805; r
5°. J. N. Van der Heyden te Leiden, eigenaar van het perceel Lei
derdorp Sectie A n°. 2806;
6°. A. M. Van Hoorn, gehuwd met F. Van Dorp te Leiden en door
dezen gemachtigd eigenares van de perceelen Leiderdorp Sectie A
n'. 2807,2809; u
7°. J. P. B. De Haas te Leiden, eigenaar van het perceel Leiderdorp
Sectie A n°. 2808;
8*. C. Kolderman te Leiderdorp, eigenaar van de perceelen Leider
dorp Sectie A n°. 2810 tot 2815;
9®. G. W. Huls te Leiden, eigenaar van de perceelen Leiderdorp Sectie
A n°. 2816 tot 2819; j
dat de voor die perceelen gelegen Zjjlsingelsloot voortdurend in
zeer vuilen staat verkeert.
Reden waarom z|j zich tot Uwe Vergadering wenden met beleerd
verzoek toestemming tot demping dier sloot te verleenen en tevens
om den door demping verkregen grond in gebruik te mogen ont
vangen.
't Welk doende enz.,
18 Juli 1894. C. De Ru.
Volgen de namen van 8 adressanten.
N°. 209. Leiden, 23 Juli 1894.
Voor het verven van fce groote zaal in de Gehoorzaal, waarmede
direct na afloop van de kermis een aanvang wordt gemaakt, is de
plaatsing van. een stellage noodig, waarvan de kosten moeten komen
ten laste van de gemeente en niet van den aannemer van het onder
houd der gebouwen. De kosten daarvan bedragen f 233.
Wjj geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging den post
Volgn. 100 Onderhoud van huizen enz. der begrooling voor dit jaar,
met f 233 te verhoogen door afschrjjving van den post Onvoorziene
Uitgaven.
De staat van af- en overschrijving wordt hierbij ter vaststelling
aangeboden.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leidei).
N°. 210. Leiden, 20 Juli 1894.
Naar aanleiding van het bjj besluit van Uwen Raad dd. 31 Mei
1894 aan den heer E. Th. Borle met ingang van 1 September 1894
verleend eervol ontslag als leeraar in de Fransche taal aan het
Gymnasium alhier, hebben wij de eer u hiernevens aan te bieden een
lijst van sollicitanten, die zich op onze oproepingen aanmeldden, met
bjjvoeging van de door hen overgelegde stukken. Na ernstige^ over
weging en op grond van betrouwbare inlichtingen, achten wij den
heer A. Packet te Zeist het meest aanbevelenswaardig.
Ook de heer Inspecteur der Gymnasia, van wiens desbetreffend
advies wjj hierbjj een afschrift overleggen, kan zich hiermede ver
eenigen. .J."
Ten einde te voldoen aan het vereischte, gesteld bij art. 17 1
der Wet op het H. O. voegen wjj aan den naam van den sollicitant,
aan wien wjj de voorkeur geven, nog dien van twee anderen toe.
Mitsdien hebben wjj de eer U de navolgende aanbevelingslijst van
benoembaren voor de open te vallen betrekking aan te bieden