GEMEEN T E li A A It VAN LEIDEN.
5^
INGEKOMEN STUKKEN.
N*. 202. Leiden, 20 Juli 1894.
Ter voldoening aan de bepaling van art. 219 der Gemeentewet,
hebben wij de eer U hiernevens over te leggen de rekening en ver
antwoording van de inkomsten én uitgaven der gemeente over 1893
met de daarbij behoorende bescheiden, welke ons door den Gemeente-
Ontvanger overeenkomstig de bepaling van art. 115 dier wet zijn ter
hand gesteld.
De ontvangsten der rekening bedragen 826963.27®, de uitgaven
f 787104.27*. Het batig saldo bedraagt alzoo 39859.
In de rekening zijn evenwel de navolgende sommen begrepen
a. 2896.05* zijnde het overschot van de gelden voor den bouw
en de inrichting van het Archiefgebouw bestemd en de kosten ver
bonden aan de aanvaarding van de schenking van den heer Hartevelt
(kunstzaal Lakenhal),
b. f 149.wegens niet aangeboden vervallen coupons in de geld-
leeningen der gemeente;
c. f 8163.05, 9640.— en 26331.08* te zamen 44134.13' wegens
niet gedanen aankoop van inschrijving op de Grootboeken der Nat. W.
Schuld.
d. f 8000 wegens terugontvangen exploitatie-kapitaal van de Stads
Bank van Leening;
e. ƒ6029.10 en 75.te zamen ƒ6104.10 wegens opbrengst van
verkochte gemeente eigendommen;
ƒ500 en 25 te zamen ƒ525 wegens afgekochte erfpachten.
Het totaal bedrag der sommen welke tot kapitaalbclegging zouden
moeten worden aangewend en vermeld sub c, d, e en f is derhalve
f 58763.23*. In den loop van 1893 zijn echter verschillende werken
uitgevoerd waaromtrent door Uwe Vergadering besloten is de kosten
uit geldleening te vinden, doch waarvoor gebruik is gemaakt van een
gedeelte der voormelde tot kapitaliseering bestemde som.
Die werken waren de volgende:
1*. de aankoop van het terrein naast de Gasfabriek voor f 19500.
2". de verbouwing van de school in de Brandewijnsteeg, waarvan
de kosten, na aftrek van het Rijkssubsidie ad 2652, bedragen ƒ8196.
3'. de vernieuwing van de Turfmarktsbrug, waarvan de kosten na
aftrek van het subsidie uit de Provinciale fondsen ad 5063.31 be
dragen ƒ9885.51.
Het totaal bedrag dezer uitgaven is ƒ37581.51.
De som welke derhalve tot kapitaliseering moet worden aangewend
en begrepen is in het batig saldo van 1893, bedraagt alzoo 58763.23®
verminderd met 37581.51 ƒ21181.72* en zal worden voorgesteld
in de bcgrooting voor 1894 over te brengen. Hetzelfde behoort te
geschieden met de mede in het batig saldo begrepen sommen sub a
en b vermeld tot een gezamenlijk bedrag van 3045.05*.
Het zuivere batig saldo van den dienst 1893 dat in de begrooting
van 1895 kan worden overgebracht bedraagt derhalve 39859
21181.72' 3045.05») f 15632.22.
Wij meenen met voldoening er op te mogen wijzen dat de ongun
stige verwachtingen geuit bij de behandeling der begrooting voor
1893 in de sectiën en in de openbare vergadering van 27 October
1892, omtrent de bezuinigingen die waren voorgesteld, niet zijn be
waarheid.
De gebruikelijke toelichtingsstaat op de rekening met de voor
drachten tot overbrenging van voormelde bedragen in de begrooting
van 1894, zullen over eenige dagen aan Uwe Vergadering worden
overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en VVeth. van Leiden.
N'. 20 r. Leiden, 16 Juli 1894.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
eenige adressen in zake de gedempte Koolgracht, als van D. Smit c s.
om de Koolgracht tot openbare straat te doen aanleggen.
De firma De Vries en Stevens, om ontslagen te worden van het ge
bruik en van de betaling van de daarvoor verschuldigde recognitie
van een gedeelte dier gracht en de bestrating aan de gemeente over
te dragen voor de som van 130.
A. Degon, om een gedeelte der gracht in gebruik te mogen be
komen grenzende aan het gedeelte dat reeds aan hem in gebruik is
afgestaan.
A. Van Rooijen, om, in verband met den voorgenomen bouw van
eenige woningen, een gedeelte der gracht van gemeentewege als
openbare straat te doen inrichten.
Tem anzien van deze verzoeken wordt medegedeeld dat krachtens
Raadsbesluit van 26 Mei 1887 aan eigenaren van perceelen langs de
gedempte Kool- en Brandewijnsgrachten is vergund om een gedeelten van
die gedempte grachten in gebruik te nemen, waarvan de grond tot
openbaren dienst bestemd blijft en dus aan de gemeente publiek
rechtelijk blijft toebehooren; als:
1*. aan de Leidschc Zoutkeet het gedeelte van het Brandewijns
grachtje van de Koolstraat tol aan het verlengde gedeelte, dat naar
de Langegracht loopt, ter grootte van 385 centiaren en het gedeelte
van de Koolgracht van de Koolstraat langs de op de schetsteekening
vermelde Jijn H, ter grootte van 148 centiaren, mits voor hare
rekening te stellen en te onderhouden afsluitingen, muren of hekken
alsmede van den uitgang van de Brandewijnspoort;
2'. aan Mej. V. De Fremery 30 centiaren, sluitende aan de 148
centiaren van de Lcidsche Zoutkeet;
3°. aan de firma De Vries en Stevens 250 centiaren aanvangende
bij de Oostdwarsgracht, mits voor hare rekening te stellen en te
onderhouden eene afsluiting door muren of ijzeren hekken aan de
Oostdwarsgracht en eene behoorlijke afscheiding aan de andere zijde
in gemeenschap met den gebruiker van den daaraangrenzenden grond,
4'. aan de firma A. De Gon 60 centiaren van den aangrenzenden
grond, mits voor hare rekening te stellen en te onderhouden eene
behoorlijke afsluiting;
5°. aan de eigenaren aan de daaraangrenzende perceelen Vreeburg,
H. C. Van der Heyde en Van Olden de overige 130 centiaren, mits
voor hunne rekening te stellen en te onderhouden de gemeenschap
pelijke afsluitingen van de erven van 22, 21 en 87 centiaren.
Verder zijn die vergunningen verleend onder de volgende voor
waarden
a. dat het in gebruik geven geschiedt tot wederopzeggens toe,
zullende de opzegging schriftelijk twee jaren te voren geschieden;
b. dat geene undere dan tilbare gebouwen op den grond mogen
worden gesteld en in de afscheiding aan de openbare straat een uit
gang moet worden gemaakt,
c. dal door belanghebbende gebruikers ten allen tijde toegang moet
worden verleend tot den in gebruik gegeven grond, ten einde, zoo
noodig, de rioleering van wegc het Gemeentebestuur zou kunnen
worden onderhouden of hersteld,
d. dal de in precario gebruik gegeven gronden onderling worden
afgescheiden.
e. dat bij verandering van eigenaar van de aangelegen perceelen
het precario vervalt en het door den nieuwen eigenaar moet worden
aangevraagd,
dat door de gebruikers eene jaarlijksche recognitie van ƒ0.10
per centiare aan de gemeente verschuldigd is, te betalen ten kantore
van den Gemeente-Ontvanger voor de eerste maal vóór 1 Januari
1888.
Na ingesteld onderzoek hebben wij de eer U mede te deelen; ten
aanzien van het verzoek van D. Smit c. s., dat aan dit verzoek niet
kan worden voldaan, omdat de straat zoude moeten loopen over ter
reinen die thans in recognitie zijn uitgegeven;
dat door A. Degon nog eenig terrein in recognitie wordt gevraagd en
wel het gedeelte begrepen tusschen het verlengde van den voorgevel h, j,
op nevensgaande schetsteekening aangegeven van de door Van Roojjen
te bouwen perceelen en het terrein dat adressant thans reeds in
recognitie heeft;
dat daarop o. i. afwijzend zal moeten worden beschikt, omdat het
niet gewenscht is dat de grond gebruikt' wordt voor berging van
materiaal en omdat het materiaal alsdan zoude worden gelegd tegen
de door Van Rooijen te bouwen woningen;
ten aanzien van het verzoek van de firma De Vries en Stevens,
dat geen bezwaar bestaat ben van het gebruik en de betaling van
recognitie te ontheffen zoodra het gebouwtje op de teekening aan
geduid met de letter Q aan de zijde van de Oostdwarsgracht zal zijn
afgebroken tot 0.40 meter beneden den beganen grond, terwijl er
geen termen bestaan om gebruik te maken van het door adressante
gedaan aanbod om de door haar gemaakte klinkerbestratingen voor
de gemeente over te nemen;
ten aanzien van het verzoek van A. Van Roojjen.
Door adressant is een bouwplan ontworpen voor de oprichting van
8 woningen op het door hem aangekocht terrein grenzende aan de
gedempte Koolgracht, welke plannen door ons zijn goedgekeurd. Als
toegang tot die woningen zal moeten worden gebruik gemaakt van
het gedeelte der Koolgracht, dal thans in gebruik is bij de firma De
Vries en Stevens.
Door adressant wordt gevraagd dat gedeelte grond als openbare
straat van gemeentewege in te richten. Hiertegen bestaat o. i. bezwaar,
tcrwjjl het door adressant beoogd doel kan worden bereikt, wan
neer hem die grond in gebruik wordt gegeven met bevoegdheid
dien te doen bestraten en onder voorwaarde dat voor de te bouwen
huizen geen uitgang worde gemaakt aan het poortje op de schets
teekening met de letter P aangeduid, uitkomende aan de Oostdwars
gracht daar dit slechts eene breedte heeft van ongeveer 90 centi
meters.
De uitgang voor de te bouwen woningen zal derhalve moeten komen
aan de gedempte Koolgracht.
Wy geven Uwe Vergadering alsnu in overweging:
1°. afwijzend te beschikken op de verzoeken van U. Smit c. s. om
de Koolgracht van gemeentewege aan te leggen tot openbare straat
alsmede op het verzoek van A. Degon, ter bckoming in gebruik van
een gedeelte grond van genoemde gracht;
2°. het gebruik van den grond krachtens Raadsbesluit van 26 Mei
1887 in gebruik bij de firma De Vries en Stevens overeenkomstig baar ver
zoek op te zeggen en haar te ontheffen van de daarvoor vastgestelde
recognitie, onder bepaling dat het gebouwtje Q moet worden afge
broken tot 0.40 M. beneden den beganen grond; en afwijzend te be
schikken op hel aanbod tot overneming van de bestrating door de
gemeente;
3°. aan A. Van Rooijen in gebruik te geven het gedeelte grond
van de gedempte Koolgracht op de schetsteekening aangeduid met de
letters e, g, a onder de voorwaarden vastgesteld krachtens Raads
besluit van 26 Mei 1887 hierboven vermeld en onder bepaling dat
die grond door adressant worde bestraat, dat voor rekening van
adressant onder de te maken straat op de schetsteekening aangeduid
met de letters h, i, k, j, een riool van 0 40 bij 0.60 M. zal worden
gemaakt naar het riool van de gedempte Koolgracht met de noodige
zjjtakken naar de nieuwe woningen, benevens de gcwenschtc loozingen
voor afvoer van hemelwater naar het riool, alles van dezelfde afme
tingen en constructie als dit bij de gemeentewerken gebruikelijk is;
dat de bouwplannen voor de oprichting van de acht woningen aan
de goedkeuring van Burg. en Weth. moeten worden onderworpen en
dat door adressant Van Roojjen een voldoend hek worde gemaakt op de
schetsteekening aangeduid met de letters k,j, ter afsluiting van het open
terrein tusschen de woningen en de poort P, uitkomende aan de
Oostdwarsgracht, van welk hek geen sleutels aan de bewoners mogen
worden verstrekt, ter voorkoming dat de bedoelde poort worde ge
bruikt als toegang tot de woningen.