Van deze overdracht wordt op het aandeel aanteekening gesteld, en door den Secretaris van het Bestuur onderteekend. Art. 4. Leden der Vereeniging zijn de eigenaars van één of meer aandeclen op naam of aan toonder. Art. 5. Algeraeene Vergaderingen worden gehouden jaarlijks in de maand April, en telkens wanneer het Bestuur dit noodig acht, of leden der Vereeniging, alleen of te zaïnen eigenaars van ten minste f 3000 in aandeelcn op naam of aan toonder, den wensch daartoe te kennen geven. De leiding dezer vergaderingen berust bij den Voorzitter van het Bestuur. Art. 6. Tot Algeraeene Vergaderingen worden de leden der ver eeniging opgeroepen o. a. bij advertentie in twee der te Leiden ver schijnende dagbladen. Wanneer voorstellen tot wijziging dezer statuten of tot ontbinding der Vereeniging ter Algemeene Vergadering zullen behandeld worden, moet dit op een aan de eigenaars van aandeelen op naain ton minste 14 dagen te voren toe te zenden oproepingsbriefje, alsmede in de terzelfder tijd te plaatsen advertentie zijn vermeld. De voorstellen tot wijziging worden den eigenaars van aandeelen op naam terzelfder tijd toegezonden, terwijl zij voor de houders van aandeelen aan toonder bij den Secretaris verkrijgbaar zijn. Zoodanige voorstellen worden alleen als aangenomen beschouwd wanneer 2/3 der aanwezige stemmen er zich vóór verklaren. Besluiten tot wijziging der Statuten, uitgezonderd art. 21 of tot ontbinding der Vereeniging behoeven de goedkeuring van den Gemeente raad van Leiden. De in dit artikel genoemde besluiten treden eerst in werking na daarop verkregen Koninklijke goedkeuring. Art. 7. Ter Algeraeene Vergadering geeft 1 aandeel recht op het uitbrengen van 1 stem 23 aandeel recht op het uitbrengen van 2 stemmen, 4—6 3 710 t i»s a 4 en voorts elk getal van 5 aandeelen op ééne stein, tot ten hoogste 10 stemmen. Houders van aandeelen aan toonder zijn, om hun stemrecht op de Algemeene Vergaderingen voor deze aandeelen te kunnen uitoefenen, 'verplicht ten minste 24 uur vóór de opening der vergadering aan den Penningmeester van het Bestuur mededeeling te doen van het aantal en de nummers der aandeelen aan toonder, die zich in hun bezit bevinden. De Penningmeester is bevoegd te vor deren, dat de aandeelen hem worden getoond. Art. 8. Ter Algemeene Vergadering in de maand April wordt door het Bestuur verslag uitgebracht over het afgeloopen jaar, en de rekening en verantwoording van den Penningmeester aan de goedkeu ring der leden onderworpen. Tevens worden twee leden aangewezen tot het uitbrengen van j advies over de rekening van het loopende jaar, benevens hunne plaatsvervangers Jaarlijks vóór 1 Mei worden het verslag en de rekening over het afgeloopen jaar aan den Raad der gemeente Leiden overgelegd met de daarbij behoorendc bescheiden, waaronder de betaalde coupons van uitgegeven obligatie-leeningen. Eerst na goedkeuring door den Raad wordt de rekening als defini tief vastgesteld beschouwd. Art. 9. De Algemeene Vergadering bepaalt aan welke vereenigingen van werklieden volgens art. 1 n°. 2 voorschotten zullen verstrekt worden en tot welk bedrag het voorschot aan elk dier vereenigingen teil hoogste mag klimmen. Deze voorschotten worden alleen verleend tegen zakelijk onderpand. Aankoop van voor de gezondheid schadelijke woningen, gelegen buiten de gemeente Leiden, alsmede het verstrekken van voorschotten aan vereenigingen van werklieden buiten de gemeente Leiden haren werkkring uitoefenende, behoeven de goedkeuring van Burg. en Weth. Voor het uitgeven van eene obligatieleening en voor het bezwaren met hypotheek van de bezittingen der Vereeniging wordt de toe stemming der Algemeene Vergadering en van den Raad der gemeente Leiden vereischt. Obligatiën, waarvan de rentebetaling door de gemeente is gewaar borgd, moeten door of van wege Burg. en Weth. voor gezien worden geteekend. Art. 10. Het Bestuur der Vereeniging bestaat uit zeven leden, waarvan vier door den Raad der gemeente Leiden en drie door de Algemeene Vergadering uit de leden der Vereeniging worden be-' noemd. De leden hebben zitting gedurende vijf jaren; telken jare ten dage der Algemeene Vergadering in April treden één of twee leden af volgens een op te maken rooster. Voor door den Raad te vervullen plaatsen wordt door het Bestuur der vereeniging vóór het einde der voorafgaande maand Februari eene aanbevelingslijst van twee personen ingediend, welke geen leden der vereeniging behoeven te zijn. Zoodra twee vacatures uit de door den Raad benoemde leden zijn ontstaan, moet deze aanbevelingslijst binnen twee maanden daarna bij den Raad zijn ingediend. Binnen ditzelfde tijdstip moet eene Algemeene Vergadering worden bijeengeroepen tot aanvulling van het Bestuur, wanneer er twee vacatures zijn onder de door deze vergadering benoemde leden. Art. 11, Het Bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester Beide laatste betrekkingen mogen door denzelfden persoon worden vervuld. Het Bestuur is bevoegd bij huishoudelijk reglement zijne werkzaam heden te regelen. Dit reglement hehoeft de goedkeuring van Burg. en Weth. Art. 12. Het Bestuur, vertegenwoordigd door zijn Voorzitter en Secretaris, treedt voor de Vereeniging in en buiten rechte op. Art. 13. Het beheer der Vereeniging is met inachtneming van het bij deze statuten bepaalde aan het bestuur opgedragen. Het kan zich daarbij doen bijstaan door beambten en hunne bezoldiging en instructie regelen. Art. 14. Het Bestuur is verplicht, bouwplannen ter uitvoering van art. I n®. 1 dezer statuten te onderwerpen aan de goedkeuring van Burg. en Weth. Jaarlijks vóór I November wordt eene begrooting der kosten van onderhoud van de bezittingen der Vereeniging voor het aanstaande jaar door het Bestuur bij Burg. en Weth. ingediend. Aan het toezicht op het onderhoud van wege dat college wordt door het Bestuur zijne medewerking verleend. Art. 15. Op de onkosten-rekening wordt telken jare een bedrag geboekt voor afschrijving op de aan de Vereeniging bchoorende on roerende goederen en wel volgens de volgende regelen: Er wordt opgemaakt wat de totaal-kosten bedragen hebben der perceelen, die, na herstelling of na herbouw, in het verloopen jaar voor ver huring zijn gereed gekomen. Gedurende 48 jaren daarna wordt jaarlijks eene annuiteit van vier ten honderd van deze totaal-kosten bestemd voor rente en afschrijving; het gedeelte dezer som, dat niet benoodigd is voor het voldoen van interessen a drie en een half ten honderd per jaar over deze kosten, of over het nog niet afgeloste gedeelte er van wordt voor afschrijving bestemd. Bij vermindering van den rentevoet der obligatiën wordt in afwij king van het hier bepaalde, de annuiteit zóó gesteld of gewijzigd, dat daaruit eene afschrijving voortvloeit van zestig ten honderd der lotaalkosten binnen vijftig jaar. Afschrijvingen tot een hooger bedrag dan hier is aangewezen en verdere afschrijvingen, nadat zestig ten honderd der oorspronkelijke lotaalkosten zijn afgeschreven, hebben alleen plaats, wanneer de AI- meerie Vergadering en de Raad der gemeente Leiden daaraan hunne goedkeuring hechten. Het voor afschrijving beschikbare bedrag wordt uitsluitend bestemd tot aflossing van schuld. Art. 16. Wanneer het bedrag der geplaatste aandeelen en obligatiën de som, voor het doel der Vereeniging vereischt. tijdelijk overtreft, is het Bestuur 'hevocgd, deze gelden te beleggen door plaatsing in de Leidschc Spaarbank, door aankoop van Nederlandsche Staatsschuld of door beleening; of prolongatie op soliede effecten; op andere wijze alleen met toestemming der Algemeene Vergadering en van Burg. en Weth. van Leiden\ Art. 17. Door de fceden wordt als dividend op hunne'aandeelen eën bedrag van ten hoogste\jlrie ten honderd per jaar genoten. Het batig saldo der rekening, nadat de leden drie ten honderd over hunne aandeelen hebben genoten, wordt ïifi de eerste plaats besteed tot teruggaaf, des verlangd, aan de gemeeflte Leiden van de gelden, welke dobr haar tot waarborg van de rente) der obligatiën en het dividend op de aan deelen zijn verstrekt. Het .overige wordt gestort in het reservefonds. Art. 18. Door de Vereeniging ontvangen giften en legaten worden als kapitaal aangemerkt. De inkomsten daaruit genoten worden onder de gewone inkomsten verantKvoord. Art. 19. Alle rechten en (bevoegdheden in deze statuten aan den Raad der gemeente Leiden, oHaan Burg. en Weth. van Leiden toege kend vervallen van het oogen)blik. waarop de Raad mocht besluiten gebruik te maken van de be\voegdheid om de rentegarantie in te trekken, hetgeen alleen zal kulnnen geschieden wanneer, ter beoor deeling en beslissing van den Raad) deze Vereeniging in strijd handelt met hare statuten of met de voorwaarden waaronder door de gemeente Leiden de garantie is verleend. I Art. 20. Bij ontbinding der Vcireeniging is het Bestuur belast met de vereffening. I Het Bestuur is verplicht, voor het tot de vereffening overgaat, de bezittingen der vereeniging aan té ".bieden aan de gemeente Leiden, onder den last van afdoening der {schulden en verwisseling van de aandeelen in drie pereents Stedelijke obligatiën van gelijk nominaal bedrag. Bij de vereffening worden ide, na voldoening van alle schul den en uitbetaling aan de leden vani de hoofdsom hunner aandeelen, overblijvende baten uitgekeerd aan die gemeente Leiden, met verzoek, die tot het door de Vereeniging beoipgde doel te willen aanwenden. Art. 21. De Vereeniging is aangegaan voor den tijd van 29 jaren en 11 maanden, aanvang nemende op den dag, waarop het Kon. Besluit tot goedkeuring van deze Statüten zal zijn geteekend. Aan den Gemeenteraad. j Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, bestuurders der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen te Leiden, van welker statuten, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 21 Juli 1891, n®.33 en van 17 Augustus 1893, n°. 25, hierbij een exemplaar wordt overgelegd; daartoe door de Algemeene Vergadering gemachtigd; dat genoemde vereeniging sedert 1892 in haar werkkring heeft opgenomen het aankoopen van binnen Leiden aanwezige, voor dc gezondheid schadelijke woningen, meest in openbare veiling, teneinde die door betere woningen te vervangen; dat haar door de sedert opgedane ervaring is gebleken, dat de financieele resultaten van dergelijke zoo nuttige werkzaamheid, ook bij zorgvuldig beheer, niet toelaten, aan de geldschieters meer dan eene rente van tusschen 3 en 4 pCt. in uitzicht te stellen dat men op zoodanige voorwaarden, bij het risico, dat algemeen aan het beleggen van gelden in kleine woningen verbonden geacht wordt, alleen diegenen tot financieelen steun bereid vindt, wien de gezondheid en welvaart onzer stad, en de belangen der werklieden, wier woningstoestand hier nog zooveel te wenschen overlaat, te^ harte gaan;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 5