56 DONDERDAG 17 MEI 1894. verklaren dat ik mij volkomen vereenig met hetgeen U zooeven als uwe meening omtrent den Inspecteur te kennen hebt gegeven. De heer Van Kempen. M. d. V.! Mag ik aan het gesprokene nog toevoegen dat men naar mijn oordeel een weinig voorzichtig moet zijn met in eene openbare Raadsvergadering te gaan zeggen: ik heb hooren verluiden dat een ambtenaar niet de rechte man op dc rechte plaats is. Wanneer men zoo iets beweert, moet men daarvoor be paalde redenen aanvoeren. Anders mag men zoo iels niet in eene openbare vergadering zeggen, hoogstens kan eene dergelijke opmer king worden gemaakt in eene besloten vergadering. En wat is dit hooren verluiden? Men kan wel zeggen: ik heb hooren verluiden dat Burg. en Weth. niet de rechte mannen voor hun taak zijn. Zonder bewijzen beteekent zulk eene uitdrukking niets. De Voorzitter. Ik ben het volkomen met den heer Van Kempen eens en daarom heb ik mij ook met kracht verzet tegen de woorden van den heer Pera, omdat de juistheid daarvan uit niets is gebleken. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. IX. Idem omtrent dc vernieuwing van de Driegatenbrug aan den Zijldijk. (Zie Ing. St. n*. H3.) De Voorzitter. Hierbij wensch ik nog mede te deelen dat behalve van Gedeputeerde Stalen ook nog de vergunning tot herstel der brug noodig is van Rijnland, welke reeds is aangevraagd. De vergunning van Gedeputeerde Stalen is nog niet ingekomen, maar wij stellen er prijs op dat de Raad ons nu reeds machtigt het werk te doen, opdat zoodra de goedkeuring der autoriteiten is ingekomen met de uit voering een begin kan worden gemaakt. De heer De Vries. M. d. V.! Uit het rapport van Burg. en Weth. blijkt dat zij van de gelegenheid dat de brug hersteld moet worden willen profiieeren om tegemoet te komen aan de bezwaren tegen de hoogte der brug, waarom wordt voorgesteld tevens tot eene ver laging over te gaan. Ik vind dit een uitstekend denkbeeld, hetwelk ik gaarne ondersteun. Doch ik had tevens gaarne gezien dat ook van de gelegenheid geprofiteerd werd om te gemoet te komen aan het tweede bezwaar, dat tegen de brug bestaat. Het water ondèr dc brug is nl. zeer ondiep. Ik wijs daarbij op het volgende: De Dwarswetering is diep 3 meter A.P. Daarover liggen drie bruggen waarvan twee een diepte hebben van 2{ ineter AP. terwijl de Driegatenbrug slechts een diepte van 2 meter A.P. heeft. Er is dus feitelijk onder de Driegatenbrug een dam van circa 1 meter. Opruiming of althans verlaging van dien dam zou zeer in het belang der scheepvaart zijn. Of dit nu mogelijk is, zal afhangen van den toestand der fundeering van de peilers. Alvorens dus hieromtrent een voorstel te doen, wenschte ik Burg. en Weth. te vragen, of het hun soins bekend is, dat de toestand der fundeering van de pijlers zoodanig is, dat zij een ver dieping aldaar toelaat? De heer De Stürler. M. d. V.! In antwoord op de opmerkingen van den heer De Vries diene, dat deze zaak door mij met den Ge meente-Architect besproken is geworden. Er zal naar aanleiding daarvan een onderzoek ingesteld worden. Dit onderzoek gaat evenwel niet gemakkelijk en het zal daarom nog wel eenigen tijd duren, alvorens wij met zekerheid kunnen zeggen, of de uitdieping mogelijk is, zonder schade te weeg te brengen aan de fundamenten. Ik ben het geheel eens met den heer De Vries, dat het dieper maken ge- wenscht is. De heer De „Vries. Ik dank den heer Wethouder voor zijn wel willend antwoord en zal dus nu van het doen van een voorstel hier omtrent afzien. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. X. Verzoek van de Wed. D. W. M. Van TeutemMulié, om terug betaling van schoolgeld, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n*. 114.) Dit verzoek wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan. XI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1893, ad 858.08 (Zie Ing. St. n°. 118 en 129.) De Voorzitter. Ik stel voor dit onderwerp aan te houden daar het advies der Commissie van Financiën nog niet is ingekomen. De heer Verhey van Wijk. Mag ik hier bjjvoegen, dat de porte feuille met de stukken gisteren eerst bij den heer Drucker bezorgd is, zoodat de Commissie geen advies heeft kunnen geven. l)e beraadslaging wordt gesloten en overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter zonder hoofdelijke stemming besloten. XII. Verzoek van P. G. C. M. Eigeman, om vrijstelling van school geld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. n®. 119.) Dit verzoek wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan. XIII. Idem van Dr. W. P. Weebers, om ontslag als stads-genees- kundige. (Zie Ing. St. n#. 120.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming eervol ontslag verleend. XIV. Voorstel tot verkoop van de terreinen en gebouwen gelegen aan den Zjjlsingel, aan de Kon. Nederlandsche Grofsmederij. (Zie Ing. St. n°. 121 en 130.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XV. Verzoek van J. Nieuwenhuizen, om een stoep te leggen voor perceel Bakkersleeg bij den Vliet n*. 13. (Zie Ing. St. n°. 122.) XVI. Idem van Mr. T. II. Der Kinderen, om vrijstelling of terug betaling van schoolgeld, Gymnasium. (Zie Ing. St. n°. 124.) XVII. Idem van A. Karstens, om vrijstelling van dc betaling van schoolgeld, Kweekschool voor onderwijzers. (Zie Ing. St. n°. 126.) Op al deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. XVIII. Voorstel tot uitbreiding van het onderwijzend personeel aan de school 3de klasse n'. 1.) (Zie Ing. St. n«. 123.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XIX. Verzoek van Dr. A. W. Kroon Jr., om ontslag als leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n°. 131.) Wordt zonder beraadslaging Hf hoofdelijke stemming met ingang van 17 Mei een eervol ontslag verleend. XX. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1893. (Zie Ing. St. n#. 112.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Gedurende de behandeling van de rekening hadden de heeren Juta, Dc Sturler, Verhey van Wijk en Le Poole de Vergaderzaal verlaten. De Voorzitter. Hiermede zijn de aan de orde gestelde onderwerpen afgehandeld. Verlangt nog iemand het woord? De heer Van Kempen. M. d. V.! Ik heb een verzoek te doen aan het Dag. Bestuur, overtuigd van de welwillendheid van Burg. en Weth. om zooveel mogelijk aan billijke verlangens tegemoet te komen. De zaak is deze. Bij de Plaatselijke Directe Belasting wordt ons toegezonden een beschrijvingsbiljet. Daarbij wordt gevoegd een couvert opdat na in vulling het biljet gesloten aan Burg. en Wetb. kan worden terug gezonden. Doch nu ontvangt men het aanslagbiljet geheel open! Natuurlijk zijn wij allen overtuigd van de delicatesse onzer dienst boden, maar toch vind ik het minder eigenaardig dat ons aanslagbiljet eerst in de keuken komt om daar te worden nagezien. En daarom wenschte ik te vragen of het een groot bezwaar zoude z(jn om het aanslagbiljet in couvert bij de ingezetenen te doen be zorgen, evenals zulks geschiedt bij de Vermogensbelasting door het Rjjk geheven. Technische bezwaren schijnen dus tegen zulk een maatregel niet te bestaan, en daarom geloof ik dat Burg. en Weth. gaarne aan zulk een billijk verlangen zullen willen tegemoet komen. De Voorzitter. Ik kan den heer Van Kempen mededeelen dat dit onderwerp reeds een punt van onderzoek heeft uitgemaakt bij Burg.' en Weth. Dat onderzoek is nog niet geheel afgeloopen, doch wij hebben reeds aan den Gemeente-Ontvanger order gegeven om aan ieder die dit mocht verlangen zijn aanslagbiljet in gesloten couvert te doen bezorgen. Uit dat onderzoek is echter ook gebleken dat de meeste menschen zoo weinig prijs stellen op geheimhouding dat zelfs van de couverten bij het beschrijvingsbiljet gevoegd bijna geen gebruik wordt gemaakt. Het verzenden van al de aanslagbiljetten in couvert geeft bovendien een grooten omslag, doch, zooals ik zeide, wie het verlangt kan zijn aanslag in gesloten couvert thuis bezorgd krijgen. Dat men echter over het algemeen zooveel niet om de geheim houding geeft wordt ook bewezen door het feit, dat de meeste be lastingschuldigen hunne belasting laten betalen door de dienstboden. Ik voelde aanvankelijk zelf ook veel voor het bezwaar thans door u te berde gebracht, maar dat gevoel is veel minder geworden na hetgeen mij door den Gemeente-Ontvanger over deze zaak is medegedeeld. De heer Van Kempen. Ik weet wel dat vele menschen hunne be lasting laten betalen door dienstboden, maar dan wordt veelal het belastingcijfer doorgehaald en daarnaast gezet in geheim schrift. De Voorzitter. Ik blijf het hezwaar overdreven noemen, zoolang de meesten toch hun aanslag door anderen laten betalen. Wie nu echter wil kan zijn aanslagbiljet in couvert thuis krijgen en mocht het bljjken dat dit algemeen verlangd wordt, dan geloof ik niet dat er groote bedenking bestaat om dien maatregel algemeen toe te passen. De heer Van Kempen. Ik dank u, M. d. V.! De heer De Goeje. Ik geloof dat alle leden met mij, bijzonder ingenomen zijn met de nieuwe wachtkamer voor de leden van den Raad. Evenwel dunkt mij, dat daaraan nog één meubel ontbreekt, namelijk een klok. Het zal ongetwijfeld een aanwinst voor alle leden wezen, wanneer wij deze bij gelegenheid daar zullen krijgen. De Voorzitter. Ook dit punt heeft in de Vergadering van het Dag. Bestuur reeds een onderwerp van overweging uitgemaakt. Het is evenwei niet zoo gemakkelijk uit te maken, welke soort van klok daar zal moeten geplaatst worden. Wij dienen de slyl der kamer ook hierbij in aanmerking te nemen. De Vergadering wordt gesloten. Te Leiden ter Boekdrukke»^ van Gebroeders Moré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 2