DONDERDAG 5 APRIL 1894.
toch zeker niet de bedoeling. Maar het woord »laten" heeft nog
eene andere beteekenis die beter wordt uitgedrukt door »docn":
Doen bewonen! Maar beteekent het dan nog iets nieuws naast zelf
bewonen of onder eenigen titel in gebruik geven aan derden, dat
reeds genoemd is?
De Voorzitter. Het is eene gewone uitdrukking, een rechtsterm,
die in alle mogelijke strafverordeningen voorkomt, De beteekenis van
laten bewonen is, dat de eigenaar niet zorgt, dat bet onbewoonbaar
verklaarde huis werkelijk onbewoond blijft.
Dit is nog iets anders dan dat de eigenaar de woning aan een
ander in gebruik geeft. Wanneer iemand in het geval van art. 14 een
huis betrekt zonder dat hem dit in gebruik is gegeven door den
eigenaar, zal deze verplicht zijn te zorgen dat het ontruimd wordt.
Het is eene uitdrukking die ook in het strafwetboek voorkomt en
derhalve b(j alle rechterlijke colleges gangbaar is geworden.
Het geval is denkbaar dat men een huis niet in gebruik heeft ge
geven, doch geene genoegzame zorg heeft gehad dat het onbewoond
blijft en daarvoor moet de eigenaar zorgen. Anders is ook hij
strafbaar.
De heer Hasselbach. M. d. V.! Die gevallen doen zich wel eens
voor. Het gebeurt wel eens dat van een lcdigstaande woning familiaar
gebruik gemaakt wordt, doordat men de vensters openbreekt en er
zijn verblijf in opslaat. Nu zal volgens dit artikel de eigenaar van
zulk eene woning verplicht zijn van dat bewonen kennis te geven
aan Burg. en Wetli.
De heer Van Hamel. M. d. V. 1 Zou het niet beter zijn de woor
den: »of laat bewonen" te vervangen door: »of de bewoning gedoogt".
De Voorzitter. Daar zou ik sterk tegen zijn. Het is een rechts
term, een formule, die nu overal ingang heeft gevonden. Ik kan er
nog bijvoegen dat deze Verordening ook is geweest onder de des
kundige oogen van den hoogleeraar Van der Hoeven, en ik zou het
werkeljjk gevaarlijk achten wanneer wjj hier afweken van de gewone
rechtstaal.
De heer Van Kempen. Wanneer men iemand iets in gebruik geeft
dan behoeft deze daarvan toch nog geen gebruik te maken. Geeft
men eene woning in gebruik, dan behoeft daarom de woning nog
niet bewoond te worden.
De Voorzitter. Neen, maar het feit van het in gebruik geven kan
eerst geconstateerd worden door het in gebruik nemen.
De heer Drucker. M. d. V.l Ik kan tot mijn leedwezen niet ver
klaren dat ik overtuigd ben, maar ik buk voor de autoriteiten,
Art. 14 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over art. 15, luidende:
Bij het in werking treden dezer Verordening worden afgeschaft de
vroegere gemeentelijke Reglementen en Verordeningen of bepalingen
op de onderwerpen b(j deze Verordening geregeld, namelijk de artt.
157 tot en met 169 der Algemeene Politieverordening van den 6den
November 1879.
De beer Drucker. M. d. V.l Ook op dit artikel een bescheiden
opmerking.
Wat beteekent het woordje «namelijk": namelijk de artt. 157 tot
en met 169 enz. Schaft men nu af de reglementen of bepalingen en
die artiken, of de reglementen zijnde die artt.?
De Voorzitter. Het is eene nadere omschrijving van de vroegere
gemeentelijke Reglementen en Verordeningen. Men heeft hiermede
willen voldoen aan den eisch van Gedeputeerde Staten, die speciaal
in dergelijke artikels wenschten opgenomen te zien de artt. die de
nieuwe Verordening wil afschaffen.
Ik vond het niet noodlg. In het oorspronkelijke ontwerp was het
dan ook niet opgenomen, maar naar aanleiding van een, uit een an
dere zaak bekende opmerking van Gedeputeerde Staten, om dus te
zorgen dat wjj de Verordening wegens een vormenquacstie niet zou
den terugkrijgen, hebben wij het aldus geredigeerd. Het is mogelijk
dat ons eenige Verordeningen of bepalingen zijn ontsnapt, waaraan
wegens hun ouderdom niet gedacht is, en daarom stelden wij het
zoo algemeen mogelijk.
De heer Drucker, Wanneer u vreest, dat er nog andere verorde
ningen zouden kunnen bestaan, ware het dan niet beter, in plaats
van «namelijk" een ander woord te gebruiken, bijvoorbeeld: »met
name" of «in het bijzonder."
De Voorzitter. Ik vrees dat ons dan dezelfde opmerking van
Gedeputeerde Staten te wachten staat. Nu zullen zij moeten aan-
toonen, dat wij een ander reglement verzuimd hebben te noemen.
De heer Drucker. Wanneer u van dat systeem uitgaat is het een
voudiger te zeggen: Afgeschaft worden de art. 157 tot en met 169
der Algemeene Politieverordening van den 6en November 1879.
De Voorzitter. Ik heb daar geen bezwaar tegen. Het is mjj overigens
niet bekend, dat er nog een ander reglement bestaat, deze zaak
regelende.
De heer De Goeje. Mjj dunkt, dat wij de zaak met een eenvoudige
omzetting gemakkelijk kunnen in orde maken en dus het art. vol
gender wijze lezen:
•Bij het in werking treden dezer Verordening worden afgeschaft de
art. 157 tot en met 169 der Algemeene Politieverordening van den
6en November 1879 en alle vroegere gemeentelijke Reglementen en
Verordeningen of bepalingen op de onderwerpen bij deze Verordening
geregeld."
De heer Drucker. Het laatste gedeelte is alsdan overbodig. Mij
dunkt, dat het eerste alleen beter is.
De Voorzitter. Ik heb hiertegen geen bezwaar. Ik wensch den
heer Fockema Andreae, die met mij zitting heeft gehad in de Com-
missie voor de Strafverordeningen, te vragen, of by hem bezwaren
tegen deze wijziging bestaan.
De heer Fockema Andreae. By mjj bestaat er tegen deze verande
ring geen bezwaar.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het aldus gewijzigd art. wordt zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
De Verordening betreffende het bewonen van gebouwen, welke,
als schadelijk voor de openbare gezondheid, voor bewoning onge
schikt zijn, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XI. Verzoek van G. Boot, huisvrouw van H. Sirag, omtrent den
koopprijs voorgesteld voor den verkoop van de poort aan de Hoefstraat
bij den Vcstwal.
(Zie Ing. St. n°. 27 en 81.)
Het voorstel van Burg. en Welh. wordt zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering
gesloten.
J
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.