meente, die thans, blijkens schrijven van Burg. en Weth. sedert 1
Januari jl., de vrije beschikking over genoemde terreinen heeft;
dat zij echter de voorkeur geeft aan het bezit in eigendom, waar
om zij Uw College beleefd verzoekt haar zoo mogelijk de vrijgekomen
terreinen in eigendom af te staan tegen billijke vergoeding, waarbij
zij zich vleit, dat bjj de prijsbepaling in aanmerking genomen zal
worden, dat het bestemd is voor eene Industrieele inrichting van
veel belang voor de gemeente, doch die aan zware concurrentie het
hoofd heeft te bieden.
't Welk doende,
Voor de Koninklijke Nederlandsche
Grofsmederij,
C. Bonger, Directeur.
Leiden, 11 Januari 1894.
N». SS. Leiden, 5 Februari 1894.
Naar aanleiding van het in de Raadszitting van 25 Januari jl. in
onze handen gesteld adres van Iz. Van der Kamp en S. Van Leeuwen,
aannemers van den bouw der Gehoorzaal, waarin zjj verzoeken dat
de Raad terugkome op zijn besluit van 14 December jl. waarbjj Burg.
en Weth. zjjn uitgenoodigd in het vervolg geene leverantiën voor de
gemeente meer te gunnen noch middellijk noch onmiddellijk aan de
aannemers der nieuwe Stadsgehoorzaal noch onderschands noch bjj
openbare aanbesteding, of wel een nader onderzoek te willen doen
instellen, hebben wij de eer U in ernstige overweging te geven niet
op het bovenaangehaald besluit terug te komen en evenmin te treden
in het verzoek van adressanten om door eene van hunnentwege te
benoemen commissie den toestand der Gehoorzaal nogmaals te doen
onderzoeken.
Het terugkomen op het eens genomen besluit toch zoude, onzes
inziens, alleen kunnen geschieden wanneer in en door het adres der
aannemers nieuwe gezichtspunten waren geopend, waardoor de Raad
tot de erkenning zoude moeten komen een overijld besluit genomen
te hebben; in het adres echter worden zoodanige nieuwe gezichts
punten niet geopend; integendeel wordt daarin erkend dat in menig
opzicht onvoldoende werk is geleverd. Het beroep dat gehandeld is
op last van den Gemeente-Architect kan de aannemers van hunne
verantwoordelijkheid niet ontslaan, aangezien zjj alsdan zich tot het
College van Dagel\jksch Bestuur hadden moeten vervoegen met de
mededeeling dat zjj verplicht werden slecht werk te leveren, omdat
het bestek niet deugde of omdat het door den architect was gelast.
Het onderzoek door een derde deskundige commissie als door adres
santen wordt verlangd, zoude verder tot geen resultaat kunnen leiden,
omdat de door de laatstelijk benoemde commissie aangegeven herstel
lingen en versterkingen reeds zjjn aangebracht en die eventueel te
benoemen commissie alzoo bezwaarlijk een oordeel over het werk
zoude kunnen uitspreken,
Bovendien zoude zoodanig besluit moeten worden aangemerkt als
een motie van wantrouwen tegen of een brevet van onbekwaamheid
aan de vroegere eommissie, die benoemd werd op grond van het
vertrouwen dat men in de personen meende te moeten stellen, terwijl
in het adres der aannemers niet één gegronde reden genoemd is,
waarom de leden dier commissie het vertrouwen zouden moeten ver
beurd hebben, dat oorspronkelijk in hen gesteld is. Integendeel de
naam en de positie van de leden der bedoelde commissie geven een
waarborg dat het onderzoek door hen zoo zaakkundig en onpartijdig
mogelijk is ingesteld.
Op grond van een en ander geven wjj Uwe Vergadering in over
weging afwijzend op het verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edel-Achtbaren Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekenden richten zich beleefd tot Uw Collegie met het
verzoek terug te komen op hel besluit, genomen in de vergadering
van Donderdag 14 December 1893, waarbij Burg. en Weth. dezer ge
meente werden uitgenoodigd voortaan geen werk of leverantie meer
te gunnen aan de aannemers der Stadsgehoorzaal. Is de Raad hier
toe niet genegen, dan verzoeken ondergeteekenden U eerbiedig een
nader onderzoek te willen doen instellen naar door ons aan de Slads-
zaal verrichte werkzaamheden, de gronden voor hun verzoek, zjjn in
nevensgaande Memorie aangegeven.
Met verschuldigde hoogachting,
Uw Ed. Dw. Dienaren,
Iz. Van der Kahp.
S. Van Leeüwen.
3*. P. Ros, onderwijzer te Holwerd.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten en stukken ter
inzage vnn de leden in de Leeskamer zjjn nedergelegd, geven wjj Uwe
Vergadering in overweging tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
jj#, gg. Leiden, 8 Februari 1894.
Ter vervulling van twee vacatures aan de openbare lagere school
der 3e klasse n°. 3, tengevolge van de benoeming tot 2en onderwijzer
van M. G. Van Ewijk aan de openbare school der 4e klasse n*. 2 en
de overplaatsing van A. L. Van den Berge naar de Jongensschool
2e klasse, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij; twee
voordrachten aan te bieden, ter benoeming van twee derde onderwijzers
aan de genoemde school op eene jaarwedde van f 550.
Die voordrachten zijn opgemaakt in overleg met den Arrondissements-
Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der school en
als volgt samengesteld:
le voordracht
J. M. Mazurel, aspirant-onderwijzer aan de Jongensschool ae
klasse;
2*. J. M. Spijker, onderwijzer te Hazerswoude; en
3°. P. Scheen, tijdelijk onderwijzer aan de school 4e klasse n I.
2e voordracht
1*. J. Huge, tijdelijk 3e onderwijzer aan de betrokken school;
2*. I. Plantfeber, onderwijzer aan de 2e openbare school te Zoeter'
woude, en
N\ 4©.
Wij hebben
Leiden, 7 Februari 1894.
de eer U hiernevens over te leggen een adres van
mejuffr. M. Van der Hoeven geb. Fraai, houdende verzoek om in hare
betrekking van Stadsvroedvrouw te worden gecontinueerd, met het
daaromtrent ingewonnen rapport van den heer Stadsvroedmeester,
onder mededeeling dat er ook by ons College geene bedenkingen be
staan tegen de inwilliging van het verzoek.
Wjj geven Uwe Vergadering derhalve in overweging de adressante
wederom voor den tyd van drie jaren in hare genoemde betrekking
te bestendigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan WelEd.Achtb. HH. Burg. en Weth. van Leiden.
De ondergeteekende wondt zich tot U met het vriendelijk verzoek
of zij hare betrekking als Stadsvroedvrouw weder voor den tijd van
drie jaren zou mogen waarnemen.
Hopende een gunstig antwoord van UEd. te mogen ontvangen
verblijft zij met de meeste hoogachting,
Uwe Dw. dienaresse,
Leiden, 2 Februari 1894. M. Van der Hoeven—Fraai,
Verloskundige.
Den heer Wethouder, loco Burgemeester van Leiden.
Onder terugzending van het in mijne handen gestelde adres van
mejM. Van der HoevenFraai, heb ik de eer U te berichten dat
er by mij niet het minste bezwaar bestaat U voor te stellen adressante
ter continuatie als stadsvroedvrouw aan den Gemeenteraad aan te
bevelen.
De Stadsvroedmeester,
Leiden, 6 Februari 1894. H. Treub.
N\ 41.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
2127 Januari 1894.
N°.
Datum.
Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen
Januari
21
22
23
24
25
26
27
5.15—7.
5.15—7.
5.15—7.15
5.15—7.15
5.15—7.—
5.15—7.15
5.15—7.15
7
8
7
8
7
8
8
16.2
16.2
16.4
16.0
16.0
16.2
16.4
N*. 42.
Leiden, den 9 Februari 1894.
De Commissie van Financien heeft de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen het voor
stel van Burg. en Weth. van den 5den dezer tot het verder afmaken
van de kunstzaal, bestaande in het verven en behangen, waarvan de
kosten zjjn geraamd op f 600.
Zij geeft U daarom in overweging dienovereenkomstig te besluiten
en den overgelegden staat van af- en overschrijving tot vinding van
het gemeld bedrag vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien.
S*. 43.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
28 Januari3 Februari 1893.
Nc.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Januari
28
5.157.
7
16.2
2
29
5.157.15
8
16.0
3
30
5.15—7.15
7
16.2
4
31
5.15—7.15
8
16.0
5
Fcbr.
1
5.15—7.—
7
16.4
6
2
5.15—7.15
8
16.6
7
.3
5.15—7.15
8
16.4
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Müré