10 DONDERDAG 11 JANUARI 1894. tractementsverhooging van f 50 voor elke acte; indien zij de bevoegd heid voor k en voor t bezitten, voor elke aanteckening of acte eenc tractementsverhooging van f 25. Elke kweekeling in het bezit der acte, bedoeld in art. 56a (aspirant- onderwijzers) aan een der openbare scholen verbonden, ontvangt jaarlijks eene toelage van f 100150 naar leeftijd en bekwaamhei te bepalen door Burg. en Weth., gehoord het hoofd der school en den Directeur der Kweekschool. De eerste vakonderwijzeres voor de vrouwelijke handwerken ont vangt eene jaarwedde van f 300, de tweede eene van 200, de derde eene van 150, de vierde eene van 100. Bij voldoende gebleken bekwaamheid wordt aan de derde en vierde onderwijzeres tweemaal, telkens na twee jaren dienst, eene verhooging van f 25 toegekend". Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 10 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 11. Overgangsbepalingen. »De onderwijzers en onderwijzeressen, die krachtens vroegere ver ordeningen of besluiten eene hoogerc jaarwedde hebben dan hun bij deze verordening wordt toegekend, of eenc persoonlijke toelage, blijven in het genot daarvan." De Voorzitter. In dit art. is eene wijziging gebracht; te voegen namelijk achter het woord: «toelage'' of wel eene toelage voor het bezit der acte q of s." Het aldus gewijzigd art. wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. De geheele Verordening komt in stemming en wordt met algeraeene stemmen goedgekeurd. De verdere behandeling der Verordeningen regelende het Lager onderwijs wordt uitgesteld tot de volgende Vergadering. (De heer Verster van Wulverhorst verlaat de Vergadering.) II. Staat van af- eu overschrijving op de begrooting van 1894 ad f 100. Telephonische verbinding van de woningen der Opperbrand- meersters. (Zie Ing. St. n°. 1 van 1894.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën verklaart geen bezwaar te hebben. Door Burg en Weth. wordt nog voorgesteld den staat in plaats van op f 100 op f 130 vast te stellen voor de aansluiting van de machi nisten van de beide stoombrandspuiten. De heer Eerstens. Ik wenschte te vragen, M. d. V., of de verdeeling der schellen zoodanig is, dat ze in het gebruik werkelijk nuttig zijn. Wanneer eenigc opperbrandmeesters tamelijk dicht bij elkaar wonen, zal de verbinding naar het mij voorkomt van weinig nut zijn. ben met den toestand niet voldoende bekend, van daar mijn vraag naar de plaatsing der stations. De heer De Sturler. Ik kan den heer Kerstens hieromtrent ge ruststellen; zooveel mogelijk wonen de brandmeesters in de nabijheid hunner spuiten. Zoo gauw een brandmeester verhuist komt er een andere regeling, dit kan dus geen bezwaar geven. De beraadslaging wordt gesloten en de gewijzigde slaat zonder hoof delijke stemming goedgekeurd. III. Verzoek van het Bestuur der Üubbel-Quartetvereeniging, om vrijstelling van de betaling van Zaalhuur. (Zie Ing. St. n°. 2.) De heer Van Hamel. M. d. V.! Burg. en Weth. stellen voor om op dit verzoek afwijzend te beschikken onder herinnering dat op een dergelijk verzoek eenigen tijd geleden ook eene afwijzende beschikking is genomen. Ik herinner mij dat in de maand Maart verleden jaar aan het bestuur Sempre Crescendo geweigerd werd gratis de Gehoorzaal te bekomen voor het geven van een armen-concert, ook dat ik destijds aan dat besluit heb medegewerkt, maar ik had toen verzuimd de armenwet er op na te zien. Nu heb ik die wet evenwel eens nagelezen en niet kunnen ont dekken dat daarin eenig verbod voorkomt om op deze wyze subsidie te geven. Ik kan tenminste dat verbod in de artt. 59 61 niet lezen. Daarom zou ik gaarne eenige inlichting van u ontvangen, of nl. thans wordt voorgesteld afwyzend te beschikken op grond van deze artikelen of wel op grond van andere artikelen, die mij niet bekend zijn. De Voorzitter. Ik geloof niet dat men in de armenwet een verbod zal vinden om gratis een zaal beschikbaar te stellen; maar de bur- gerlijke gemeente raag alleen ondersteuning geven bij wyze van politie-maatregel. En daaronder valt niet het geven van een armen- concert. Het zou trouwens een gevaarlijk antecedent zijn; want er zouden wellicht spoedig zeer vele armenconcerten gegeven worden, alleen om vrijgesteld te worden van zaalhuur. De heer Van Hamel. Volgens art. 61 van de armenwet moeten Gedeputeerde Staten toezien op eene behoorlijke nakoming van dc wet. »De besluiten der gemeenteraden, krachtens dit hoofdstuk genomen, worden binnen acht dagen na hunne dagteekening, medegedeeld aan Gedeputeerde Staten. Deze zien toe, dat niet dan by volstrekte on vermijdelijkheid subsidiën verleend worden. Zij nemen alle maat regelen, waartoe zy bevoegd zijn, om de vermindering er van te bevorderen." Het voorstel van Burg. en Weth. om afwijzend op het verzoek te beschikken, wordt in stemming gebracht en aangenomen met 21 tegen 2 stemmen, die van de heeren Zillesen en Van Hamel. IV, Voorstel tot bet verleenen van afschrijving of terugbetaling van Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1893. (Zie Ing. St. n". 5.) De heer ürucker. M. d. V. Ik wilde slechts eene enkele inlich ting vragen omtrent eene afschrijving byna aan het slot voorkomende. De meeste afschrijvingen stemmen geheel overeen met den aard van het voorstel, waarbij voorgesteld wordt aan de daar genoemde per sonen afschrijving of restitutie te verleenen omdat zij de gemeente hebben verlaten of wel overleden zijn. Eén geval echter behoort niet tot die categorie, het betreft nl. een persoon die te hoog aangeslagen is. Dit geval behoort op dezen staat niet thuis. De Voorzitter. Ik geloof dat u gelijk hebt; wij zullen den persoon van deze lijst afvoeren en brengen op de lyst der bezwaarschriften tegen het kohier der Plaatselijke Directe Belasting. De heer Drucker. Heeft deze belastingschuldige binnen den vast- gestelden tijd gereclameerd'' Wij moeten aan de bepalingen der Ver ordening vasthouden. Ik heb er evenwel geen bezwaar tegen hem van deze lyst af te voeren. De heer Juta. De zaak is dat men, meenende dat deze belasting schuldige zelve de 400 van zijn inkomen had afgetrokken, zijn aan slag met deze som had verhoogd. De Voorzitter. De lijst wordt nu in plaats van 4325.01 f 4313.61. De heer Zillesen. Ik wenschte te vragen, of er nog een andere lijst van afschrijving komt, want de naam van den heer Humalda van Eysinga staat op deze niet vermeld en toch was deze heer in de 12de klasse aangeslagen, waarop hij gereclameerd heeft en ingevolge zijn verzoek teruggebracht naar de 11de klasse. Tevens heeft hij in zijn adres medegedeeld, dat hij de gemeente metterwoon ging verlaten en zich naar Oegstgeest zoude begeven, aan welk plan hij op 1 September gevolg gegeven heeft. Op een ver zoek om afschrijving voor den tyd van vier maanden is evenwel tot dusver geene beslissing genomen, althans by adressant is geen ant woord op zijn verzoek daartoe ingekomen. De Voorzitter. Er komt nog een tweede lyst, maar wanneer overi gens later iemand redenen zou hebben, om afschrijving te vragen, dan kan zulks altijd nog plaats hebben. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. V. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Be lasting, dienst 1893. (Zie Ing. St. n'. 349 van 1893.) De behandeling wordt aangehouden tot een volgende vergadering. Verder niets meer aan de orde zynde, wordt de vergadering ge sloten. ERRATUM. In het Zittingsverslag van 28 December 1893 moet in de rede van den Voorzitter, bladzijde 108. 2de kolom, in plaats van de woorden: •dat volgens het oordeei van deskundigen het laken voor goed kan geleverd worden," gelezen worden»dat volgens het oordeel van deskundigen het laken niet goed kan gekeurd worden." Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gerroeders More.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1894 | | pagina 10