Iers
e 1"%
2
H*.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
31 December 1893—6 Januari 1894.
io.
Nadat in de Raadszitting van 22 Juni jl. in beginsel was besloten
tot de uilvoering van bet overgelegd gewijzigd plan tot vernieuwing
van de Turfmarktsbrug, waarvan de kosten waren geraamd op f 18600,
en de bijdrage uil de Provinciale fondsen daarvoor was bepaald op
f 6300, werd na afloop van de gehouden openbare aanbesteding ad
f 13935 bij Raadsbesluit van 24 Augustus jl. de begrooting alleen
verhoogd met het juiste bedrag der aannemingssom ad f 13935, in
uitgaaf Volg. 92a Kosten der vernieuwing van de Turfmarktsbrug en
in ontvangst Volgn. 52 Geldleening f 9215 en Volgn. 52a Bijdrage
uit de provinciale fondsen in da kosten der vernieuwing van de
Turfmarktsbrug 4720.
Met het oog op de onzekerheid welke meerdere uitgaven dan de
aannemingssom zouden noodig zijn, kon destijds geen hooger be
drag worden aangevraagd.
Sedert is gebleken dat de palen voor het draaihoofd in plaats van
8 meter echter 12 meter moesten zijn, dat behalve de in het bestek
genoemde hardsteenwcrken bovendien nog 2.04 M* noodig is, dat de
houten afsluilboomen in het bestek genoemd door ijzeren afsluithekken
moeten worden vervangen, dat door vervanging der beschreven
trasspecie door cemenlinortel met het oog op het winterseizoen de
kosten van bet metselwerk verhoogd worden, terwyl mede een post
noodig is voor het dagelyksch toezicht.
De meerdere kosten voor een en ander benoodigd bedragen onge
veer 1200, bljjvende het geheel der kosten alzoo nog ongeveer
f 3400 beneden de raming bovenvermeld.
In die meerdere kosten zal bljjkens bericht van de Gedeputeerde
Staten uil de Provinciale fondsen in dezelfde verhouding worden
bygedragen als voor de aannemingssom en wel ongeveer 406.
Wij geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in over
weging genoemd bedrag van 1200 beschikbaar testellen, te welken
einde hierbjj wordt aangeboden een suppletoire staat van de begroo
ting voor 1893, strekkende tot verhooging in ontvangst van Hoofdstuk
V Volgn. 52 Geldleeping ter voorziening in de kosten van, buitenge
wone werken 794 en Vojgn. 52a Bydrage uit de Provinciale fondsen
in de kosten der vernieuwing van de Turfmarktsbrug f 406 en in
uitgaaf Hoofdstuk II Volgn. 92a Art. 4a Kosten der vernieuwing van
de Turfmarktsbrug f 1200.
Tevens stellen wjj U voor, in overeenstemming met het Raadsbesluit
van 24 Augustus jl., te bepalen dat gedurende tien jaren, aanvangende
1894 telken jare een tiende deel van genoemd bedrag van 794
op de begrooting in uilgaaf zal worden gebracht tot aankoop van
inschrijving Grootboek, of buitengewone aflossing van schuld, of zooveel
minder als na afloop van hel werk zal bljjken ten laste van de gemeente
te komen, zullende dan ook eerst daarna het cjjfer der Provinciale
bydrage definitief worden vastgesteld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden.
N*. 11. Leiden, 15 Januari 1894.
Reeds meermalen is er sprake geweest van de invoering van een
zoogenaamd Havengeld in deze gemeente en by de behandeling van
de begrooting voor 1894 werd dan ook medegedeeld dat een daartoe
strekkend ontwerp in bewerking was.
Het komt ons voor dat er inderdaad alleszins termen bestaan om
door de heffing van een havengeld van de schipperij eenige bydrage
te vorderen ter tegemoetkoming in de belangrijke kosten, welke door
de gemeente in het belang van de scheepvaart worden gemaakt.
In andere gemeenten als o. a. in Rotterdam, Delft en Haarlem be
staat zoodanige heffing en geeft tot geene moeielijkheden aanleiding.
Ook met de Kamer van Koophandel en Fabrieken is hieromtrent,
dezerzijds in overleg getreden en bet meerendeel der leden van dat
College heeft zich met de door ons opgemaakte ontwerpen, die hierby
worden overgelegd, kunnen vereenigen.
De Kamer heeft daarbjj echter verklaard dat zjj zich met de heffing
vereenigde onder de uitdrukkelijke »mits" dat daarmede gepaard gaat
een afschaffing van alle te Leiden bestaande bruggelden, als compen
satie van bel nadeel dat de scheepvaart ten gevolge van de uilvoering
van het nieuwe ontwerp zal ondervinden. Slechts enkele leden daar
entegen verklaarden zich tegen het ontwerp op grond dal zjj, zich
plaatsende op het standpunt van te zjjn lid der Kamer van Koophandel,
alleen de belangen van de scheepvaart hadden in het oog te houden
en zij de invoering van bet ontwerp in slrjjd met die belangen achten,
al erkenden zjj ook dat wellicht in de lockomst aan de uilvoering
voor den finantieclen toestand der gemeente voordeelen verbonden
zouden zijn.
Ten slotte wees de Kamer, van Koophandel er op, dat van af
schaffing der bruggelden geen sprake mag zijn, zoo niet tegelijkertijd
het nieuwe ontwerp Havengeld wordt aangenomen.
Hoezeer wjj ons in beginsel met het stelsel van de Kamer van
Koophandel wel zouden kunnen vereenigen, zoo meenen wjj echter
vooralsnog geen daartoe strekkend voorstel te moeten indienen o. a.
op grond dat de opbrengst van het eventueel in te voeren havengeld
hoogst onzeker is.
Het koint ons voor dat de bruggeldheffing voorloopig moet behouden
bljjven voor de bruggen niet gelegen in de richting Schryversbrug,
Haven, Oude Vest, Galgewater, terwjjl de intrekking van de heffing
van bruggeld voor hel openen van de in genoemde richting gelegen
bruggen bij onze voordracht van heden wordt voorgesteld, in verband
met de overeenkomst met het Provinciaal Bestuur ter zake van de
vaartverbetering.
Wat nu de invoering van een Havengeld betreft, deze strekt tot
goedmaking van de kosten, in de eerste plaats voor de walmuren,
burrien, schoeiingen, diepwerk enz, welke in de laatste vijf jaren
hebben bedragen gemiddeld ongeveer ƒ9000 'sjaars, terwyl het te
voorzien is dat, met bet oog op eene vermeerdering van de scheep
vaart, die uitgaven in het vervolg belangrjjk zullen toenemen.
Voor de invordering bjj dag en by nacht zullen acht personen be
noodigd wezen, en wel twee voor eiken toegang te water naar de
stad, als aan het Galgewatcr, alwaar een afsluitboom zal moeten
gelegd worden, aan de Mare, aan den Nienwen Rijn en aan den Vliet,
terwijl aan de Schryversbrug de inning kan worden opgedragen aan
aan de aldaar gestationeerde brugwachters.
De uitgaven voor traclementen en kleeding dezer beambten en van
den Havenmeester worden geraamd op ongeveer 6000 per jaar
Van de vermoedelijke opbrengst van het Havengeld is bezwaarljjk
eene raming te maken.
Te Delft heeft het haven- en liggeld te zamen over de laatste vjjf
jaren opgebracht ongeveer 30000, te Haarlem het havengeld onge
veer 8700. De liggelden hebben alhier in de jaren 1883 tot en met
1892 gemiddeld 611 per jaar opgebracht.
In aanmerking nemende het groot aantal schepen waarvoor de
bruggen alhier worden geopend en het vermoedelijk aantal schepen
welke de bruggen ongeopend passeeren, zal het havengeld eene niet
onbelangrijke bydrage opleveren in de kosten door de gemeente in
het belang van de scheepvaart gemaakt, welke kosten tengevolge van
de vaartverbetering aanzienlijk zullen vermeerderen, ook met het
oog op de geregelde bediening van de bruggen bij nacht.
Een opgave van de doorvaart in October en November dezes jaars
wordt hierby opgenomen.
Opgave van de opening der hiervolgende bruggen, gedurende de
maanden October en November, tot doorvaart van schepen, alsmede
het vermoedelijk getal overdekte vaartuigen, waarvoor de bruggen
niet werden geopend.
8
S ISS
1
a
1
11
De afzonderlijke artikelen der Concept-Verordeningen, op, |Ie heffing
en invordening van havengeld, vereiachen geene nadere, toelichting,
Daarbjj >s getracht de heffing voor de scheepvaart zoo weinig moge.'
lijk drukkend te maken en zijn de noodzakelijke vrjjsteliingen opr
genomen.
Aan den Gemeênteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Oatirerp'Vererdealiil voor het heffen, van, Haven
gelden voor vaartuigen en houtvlotten die de
gemeentewateren ln Lelden binnenkomen.
Art. 1. Er wordt naar hunne netto inhoudsgrootte voor vaar
tuigen en voor houtvlotten, die de gemeentewateren in Leiden bin
nenkomen, een belasting geheven naar het volgende tarief.
A. Havengeld.
1*. Voor een stoomboot per M* elke reisf 0.02
2°. Voor een vaartuig beneden de 10 M'. geen stoomboet,
zynde, per reis0.10
3'. Voor een vaartuig van 10 M' en daarboven, per M.V
elke reis,0.02
4'. Voor houtvlotten, per vlot0.25
Art. 2. Als netto inhoudsgrootte van een vaartuig wordt aange
nomen die volgens den Rjjksmeelbrief.
Bij gemis van een meetbrief kan ook worden aangenomen de in
houd volgens hel patent of ander document, ten genoege van den
ambtenaar, voor de ontvangst der belasting aangewezen.
Bij gebreke daarvan of bij weigering om het stuk te vertoonen,
wordt de inhoud van het vaartuig door den ambtenaar of diens ge
machtigde geschat en is de belasting naar de schalling verschuldigd,
tenzij de schipper of eigenaar verkiest, dat het vaartuig op zjjne<
kosten door een deskundige, door Burg. en Weth. aan te wijzen, worde
N\
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Dec.
31
4.30-6.30
7
16.4
2
Januari
1
4.45—6.45
8
16.6
3
2
4.45—6.30
7
16.6
4
3
4.45—6.45
8
16.4
5
4
4.45—6.30
7
16.0
6
5
4.45—6.45
8
16.2
7
6
4.45—6.45
8
16.2
N*.
Leiden, 11 Januari 1894.
r g -
o.
Namen der bruggen.
li
JB
•O
<U
fc
BJ5
Is
ca «*a
r—
5 h fi
i'S
Aanmerkingen.
O
O
S5
"3 o o,
O SO
Schryversbrug
1878
1993
3871
1935
Groote Havenbrug
347
351
698
200
Kleine Havenbrug
468
510
978
300
Pauwbrug
265
286
551
280
Janvossenbrug
306
345
651
100
Oude Marepoortsbrug
290
321
611
100
Turfmarktsbrug
De brug in reparatie
Blauwpoortsbrug
131
157
288
150
Gansoordbrug
162
168
350
700
Kraajjerstraatsbrug
Rijnstraatsbrug
255
136
393
200
227
115
342
200
Singelbrug bij ae N. Rijn
185
154
339
600