108 DONDERDAG 28 DECEMBER 1893. De Voorzitter. Ik begin met mijn dank te betuigen aan den Raad, die zoo beleefd en welwillend is geweest deze zaak verschillende inalen achtereen uit te stellen, omdat ik er prijs op stelde hanr zelf te verdedigen. In het bijzonder betuig ik mijn dank aan den heer Verster, die daartoe eenmaal hel initiatief heeft genomen. Wat nu de zaak zelve betreft, art. 142 van de gemeentewet schrijft voor: »De aanbesteding geschiedt in het openbaar; «behoudens de gevallen, waarin om bijzondere reden, onderhandsche aanbesteding in het belang der gemeeute ware."" Nu kan men verschillen van gevoelen omtrent de redenen die eene afwijking van den regel wet- tigen, maar de hoofdzaak is dat dc Raad de vryheid heeft om van den regel af te wijken, als hij meent dat daarvoor voldoende redenen zijn. De heer Juta heeft gezegd dat men de bepaling in hel contract zou kunnen opnemen dat het noodigc laken moet geleverd worden door een fabrikant in Leiden. Doch dat is een wassen neus, want in Leiden is slechts eén lakenfabrikant. Gaal het nu aan om ter zelfder lijd dat men zegt: men mag niet onderhands aanbesteden, te bepalen dat de levering van het benoodigde onderhands zal geschie den door één fabrikant? Dat is eene groote inconsequentie. In 1888 is over deze zaak ook diseussie gevoerd in de vergadering van 19 Januari. Toen is tot myn genoegen met 20 legen 6 stemmen aangenomen het voorstel om onderhandsche uit te besleden. De heeren Juta en De Sturler hebben zich daartegen evenals nu verzet. Ik vind het dus natuurlijk dat zy in dit opzicht niet van gevoelen veranderd zyn. Maar zy hadden toen de zeer groote meerderheid tegen zich. Waarom besteedt men aan? Men besteedt aan in het voordeel van de gemeente; niet ten voor- deele van dezen of genen leverancier, die met eenige mindere winst tevreden is. En nu heeft niet alleen de heer Stadhouder, die des kundige is, maar hebben twee andere deskundigen, die evenals dc heer Stadhouder groote kleederenmagazynen hebben, verklaard dat het niet mogelyk is om de kleederen goedkooper te leveren dan tot nog toe gedaan is, tenzij men het vindt op de qualitcit van het laken. De heer Juta moge zeggen dat men de aannemers kan dwin gen goede qualiteit te geven, die beide deskundigen hebben mij ver zekerd, dat dit met laken uiterst moeilijk gaat. Oogenschynlijk kan laken er zeer goed uitzien, terwijl het toch, na eenigen tijd gedragen te zijn, slecht blijkt te zyn. Men heeft de afkeuring dus niet in de hand en wanneer het laken eenige maanden gedragen is, kan men het niet meer teruggeven. In de vergadering van 19 Januari 1888 heeft een zeer merkwaar dig incident plaats gegrepen. De heer Verster van Wulverhorst is begonnen met zich zeer stellig te verklaren tegen onder handsche aanbesteding, maar hy is later gezwicht voor de redenen, die ik opgaf en geëindigd met te stemmen vóór mijn voorstel, omdat hy overtuigd was, dat dit de voorkeur verdiende boven een publieke aanbesteding. De heer Stadhouder heeft gesproken over de helmen. Ik zou de helmen ook gaarne ondershands willen aanbesteden, maar laat de beslissing hiervan aan den Raad over, zonder een voorstel hierom trent te doen. lntusschen is hetgeen de heer Stadhouder mededeelde volkomen waar. De zoogenaamde nachlhelmen zyn geleverd voor een draagtijd van 3 jaren. Zy zyn evenwel zoo uitstekend geweest, dal zy reeds 6 jaren konden gebruikt worden en op dit oogenblik nog dienst doen. De daghelmen zyn ook zeer goed. Wij hebben daarvan twee leveringen gehad, daar zij niet zoo lang kunnen gebruikt worden als de nacht helmen; maar bij de tweede levering behoefden er slechts 46 helmen genomen te worden tegen S2 de eerste maal. Voor een onderhand sche aanbesteding ook hiervan, bestaan dus, dunkt mij, alleszins ter- men; maar ik wil hieromtrent thans op het laatste oogenblik geen voorstel doen. Wat de kleeding der politieagenten en brugwachters betreft, houd ill met alle kracht mijn voorstel staande. Zij is uitstekend gemaakt; één der twee deskundigen heeft zelfs verklaard dat het bekend is dat de politieagenten te Leiden zoo netjes gekleed zijn. Ook wensch ik er de aandacht op te vestigen dal, wanneer men ondershands aanbesteedt, men den leverancier, zonder inconsequentie, kan opdragen het laken te koopen, waar wij willen. Wij kunnen hem opdragen het laken te koopen bij den bekenden fabrikant hier ter stede, en dit des te eerder, omdat wy weten dat deze geen misbruik zal maken van zijn positie. Ik geloof thans te hebben aangetoond, dat er alle redenen zijn om af te wyken van art. 142 der gemeentewet, of liever het 2de lid van dit art. toe te passen, daar er hier redenen genoeg aanwezig zyn tot oudershandsche aanbesteding. Ik geef den Raad derhalve ernstig in overweging, om in dit geval de levering van laken en goederen te doen geschieden, bij onders- handsche aanbesteding, door den tegenwoordigen leverancier. De heer Juta. Ik kan niet inzien, dat het opleggen der verplich ting, om het laken te nemen bij een dezerzijds aangewezen fabriek, in de voorwaarden van een publieke aanbesteding een wassen neus is en in de voorwaarden van een onderhandsche aanbesteding niet een wassen neus zoude zijn. In beide gevallen komt het op hetzelfde neder. Wij krygen laken uit dezelfde fabriek van even deugdelijke qualiteit. Indien de solidi teit van den fabriekant de levering van goede qualiteit waarborgt by onderhandsche aanbesteding, dan waarborgt hy dit eveneens bij publieke aanbesteding. U zegt. M. d. V., dat het zoo inconsequent is om bij eene publieke aanbesteding de voorwaarde te willen opnemen, dat het benoodigde laken moet geleverd worden door een bepaalden fabrikant, omdat wy dan tegelykertyd aan dien fabrikant het monopolie geven van de levering van laken. U vergeet daarbij echter, dat wij niet aanbe steden de levering van laken, maar de levering en de reparatie van kleederen van dat soort laken gemaakt, En nu wil ik iedereen in Leiden die daartoe wil mededingen de gelegenheid geven in te schryvcn. Het rnoge waar zyn dat een paar kleermakers of magazijnhouders verklaard hebben dat de kleederen niet goedkooper kunnen geleverd worden, willen zij even goed en deugdelijk zijn als vroeger. Welnu wanneer dit werkelijk het geval is zal zulks by de publieke aanbe steding wel blyken. Zoolang dit niet is gebleken kunnen er altijd leveranciers zijn die wel willen inschrijven, en tegenover deze zouden wij onbillijk handelen wanneer wij tot eene onderhandsche aanbe steding overgingen. Dat is de reden waarom ik meen dat het belang der gemeente evenzeer als de billijkheid vordert in deze in het openbaar aan te besteden. De heer Stadhouder. De heer Juta zegt dat men ook aan andere kleermakers de gelegenheid moet geven voor de levering in te schrijven Ik zou niet weten wie dit beter zal kunnen doen voor de pryzen, zooals die welke aan den tegenwoordigen leverancier worden betaald. Hoewel overigens een voorstander van publieke aanbesteding, ben ik in dit speciale geval sterk voor onderhandsche aanbesteding, omdat ik dit het meest in hel belang der gemeente acht. Neemt een ander leverancier tegen denzelfden prys de levering aan, dan ben ik over tuigd dat men zal sukkelen; terwijl men nu goed wordt bediend. Wat kan men nog meer verlangen. De heer Vam Kempen. Ik begryp niet goed waarom men van leverancier wil veranderen, als de tegenwoordige ons altijd goed en goedkoop heeft bediend. Een der heeren heeft mij er op attent gemaakt, dat wanneer vol gens art. 142 der Gemeentewet de Raad onderhands uitbesteedt, Gedeputeerde Stalen daaraan altjjd nog hunne goedkeuring kunnen onthouden. Doch by de vorige onderhandsche uitbesteding hebben Gedeputeerde Staten daartegen geen bezwaar gemaakt, zoodat wy ook thans daarvoor wel niet te vrcezen zullen hebben. De Voorzitter. Slechts een kort woord, ten antwoord aan den heer Juta. Volgens hem zou men niet meer hechten aan de keuring. Ik heb daarvan geen woord gezegd, maar ik herhaal, dat volgens het oor deel van deskundigen het laken voor goed kan geleverd worden, en dat de redenen waarom men niet moet uitbesteden, gelegen zyn in het voordeel der gemeente. Nu zeggen al de deskundigen, die geraadpleegd zyn, en ook hebben wij het vernomen uit den mond van den heer Stadhouder, dat het niet mogelijk is voor minderen prijs even goede kleedingstukken te ontvangen als van den tegenwoordigen leverancier. De heer Juta zegt, dat er misschien zullen zyn, die het voor iets minder doen. Is dit waar. zoo kan het alleen zijn ten koste van de qualiteit van het goed en hier kom ik terug op de argumenten van den heer Juta, die beweert, dat men den leverancier kan dwingen om dien bekenden fabrikant te nemen. Men kan zoo niet handelen zonder groote inconsequentie, want men besteedt alles tegelijkertijd uit, maar niet alleen het maken. Wij leveren niet het goed en zeggen: maak hiervan zooveel jassen en zooveel broeken, maar wij dragen den man op, zooveel gemaakte kleederen te leveren. Nu is het gebleken, dat de tegenwoordige leverancier dit uitstekend verstond; wij hebben nimmer moeilijkheden gehad en het is dus stellig in het belang der gemeente met dien man te continueeren. Ik heb hier voor mij, wat ik in 1888 heb medegedeeld: »de per soon met wien ik gesproken heb, erkende zelf dat het zelfs voor een deskundige dikwijls zeer moeilijk was om laken te keuren; men komt wel achter de kwaliteit van het laken wanneer het gedragen wordt en gauw sljjt, maar dan is het te Iaat." Dit is de reden waarom wy het niet kunnen laten aankomen op de keuring bij de aflevering. Ik herhaal dus mjjn stclligen aandrang by den Raad om de levering by onderhandsche aanbesteding te doen plaats hebben. De heer De Goeie. Strekt iiu uw voorstel zich ook uit tot het onderhandsch aanbesteden van de overjassen en regenjassen De Voorzitter. Dit is de bedoeling. De heer Cock. Omtrent de helmen is toch geen voorstel gedaan? De Voorzitter. Neen! maar ik ben gaarne bereid een voorstel van die strekking in rondvraag te brengen. De heer Van Kempen. In dat geval neem ik tot dit voorstel gaarne het initiatief. Waar de helmen 6 jaren dienst hebben gedaan, terwyl zij slechts voor 3 jaren bestemd waren, heeft dit hun soliditeit be wezen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van de meerderheid van Burg. en Weth. wordt in stemming gebracht en verworpen met 19 tegen 4 stemmen. Voor slemden de heeren: Cock, Juta, De Sturler en Dekhuyzen. Het voorstel om de levering der bovenkleedercn en overjassen onderhands aan te besteden aan de firma Dondorp en Jacobson, de levering van de helmen aan H. A. Timmerman, terwyl het overige publiek zal worden aanbesteed, komt in stemming. De heer Drucker. Moet nu ook niet in dit voorstel worden ver meld de verschillende pryzen waarvoor de levering zal worden gegund De Voorzitter. Wy zullen zeggen: «onder de bestaande voor waarden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 2