DONDERDAG 28 DECEMBER 1893. 107 Kitting van Donderdag 2S December 1893, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1'. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de school 4de klasse n°. 1. (339) 2°. Idem van vier leden van de Plaatselijke Schoolcommissie. (340) 3*. ldein van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen. (842) 4". Voorstel omtrent de aanbesteding van de kleeding der agenten van politie enz. (290 en 335) 5°. Verzoek vau de Wed. E. Van üobhen—v. d. Kraan, om terugbe taling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (341) 6®. Idem als voren van J. A. Üe Boer, Kweekschool voor Onderwijzers. (343) 7®. Idem van de Wed. B. A. StielerVan Dissel, om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld, lloogere Burgerschool voor Jongens. (345) 8*. Staten van af- en overschrijving op de begrooting van 1893, ad 1025.en f650.—. (346 en 351) 9'. Staal, Model A der begrooting van 1893 ad f 200. (347 en 351) 10'. Verzoek van H. Van Uruten te Rijnsburg, om vermindering van schoolgeld aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen. (350) 11". Tweede Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1893. 6 12®. Voorstel omtrent het verpachten van het rein houden der ge meente. (341, 337 en 352 en de andere aan den Raad overgelegde stukken) 13®. Voorstel tot wijziging van de Verordeningen, regelende hel Lager Onderwijs. (353 van 1892, 297, 311, 336, 353 en de aan den Raad overgelegde Concept-Verordeningen der Plaatselijke Schoolcom missie) 14®. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatselijke Directe Belas ting, dienst 1893. (349) Tegenwoordig waren 23 leden, als de heeren: Juta, Kaiser, Was, De Goeje, Van Kempen, Stadhouder, De Sluiler, Pera, Verhey van W(jk, Zaajjer, Du Rieu, Dekhuyzen, Zillesen, Drucker, Van llamel, Fockema Andreae, De Vries, Hasselbach, Verster van Wulverhorst, Driessen, Cock, Le Poole en Siegenbeek van Heukelom, alsmede de Burgemeester. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Van der Breggen, Van Lidth de Jeude, Van Hoeken en Kerslens. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 14 December worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zjjn ingekomen: 1®. Missive van de heeren L. C. Quant en P. Alma Lz. houdende kennisgeving dal zy de benoeming lol lid en plaatsvervangend lid van de Commissie van aanslag in zake de bedrijfsbelasting aannemen. Wordt voor kennisgeving aangenomen en medegedeeld aan de Ged. Staten. 2®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 19/22 De cember jl., B, n®. 4152, (3e afd.) G. S., n°. 48, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 30 November jl. tot afstand van gemeente grond by het Zijlhek onder Leiderdorp aan J. Boot aldaar. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Bezwaarschriften van Mr. J. Salomonson te Rotterdam, J. Den Broeder en Kloots tegen hunnen aanslag in de Plaatselijke Dir. Belasting, dienst 1893. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 2®. Amendementen van de heeren: Dr. M. J. De Goeje, Mr. F. Was en J. A. Van Hamel op de door Burg. en Weth. ingediende voorstellen tot wijziging van de verordeningen op het lager onderwijs. Te behandelen bij punt 13 der agenda. 3®. Adres van het Bestuur van de Dubbelkwartetvereeniging alhier, houdende verzoek om hel kosteloos gebruik van de Gehoorzaal voor het geven van een concert, waarvan de opbrengst zal strekken ten voordeele van de vereeniging «Kindervoeding." Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 4®. Adres van het Bestuur der afd. Leiden van den hond van Ned. onderwijzers, houdende verzoek om de jaarwedden van de onder wijzers en onderwijzeressen bjj de vaststelling van de aanhangige wijziging van de verordeningen op het lager onderwijs te bepalen op 550 inet 3 drie jaarljjksche verhoogingen van f 50. Te behandelen bij pnnt 13 der agenda. Nog wordt medegedeeld: 1®. Dat ingevolge art. 179 litt. «de daarbij bedoelde instellingen zijn bezocht, welke bezoeken tot geene opmerkingen hebben aanleiding gegeven. 2®. Verzoek van C. Ripping, om ontheffing en terugbetaling van schoolgeld. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de school 4e klasse n®. 1. (Zie Ing. Sl. n'. 339.) üe Voorzitter. Mag ik de heeren Van Kempen, Stadhouder en Dekhuyzen verzoeken met mjj het stembureau uit te maken? De uilslag der stemming is dat met 21 stemmen wordt benoemd Mej. G. J. M. Schrellen; 2 briefjes waren in blanco. II. Idem van vier leden van de Plaatselijke Schoolcommissie. (Zie Ing. St. n®. 340.) Achtereenvolgens worden benoemd de heeren: Dr. D. Bierens de Haan met 23 stemmen; Dr. M. J. De Goeje met 15 stemmen; de heer Dr. J. Van Leeuwen verkreeg 6 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco was; Dr. J. M. Van Bemmelen met 23 stemmen; J. A. Van Hamel met 21 stemmen; de heer 11. C. Cocbergh verkreeg 2 stemmen; de heeren Üe Goeje en Van Hamel verklaren zich bereid de betrekking te aanvaarden; den heeren Bierens de Haan en Van Bemmelen zal van hunne benoeming worden kennis gegeven. III. Idem van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen. (Zie lug. St. n®. 342.) Wordt met algeineene (23) stemmen benoemd de heer F. De Slop- pelaar wien van zjjne benoeming zal worden kennis gegeven. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel willende medewerking. IV. Voorstel omtrent de aanbesteding van de kleeding der agenten van politie. (Zie Ing. St. n®. 290 en 335.) De heer Stadhouder. M. d. V.! Naar aanleiding van dit voorstel om de kleeding aan te besteden, is reeds een paar malen door mij gezegd: Laten wy den leverancier houden, want deze levert zeer billijk. Ik heb zelf eens een rekening opgemaakt, en wanneer men dc winst nagaat, die op de artikelen wordt behaald, durf ik gerust te constaleeren, dat wij er met een publieke aanbesteding nooit beter op kunnen worden. Zoo heb ik ook geinformeerd naar dc helmen. Deze zjjn geleverd voor een diiejaarlyksche dracht, maar, nadat zij 6 jaren gebruikt waren, bleken zy nog soliede te zyn. Wat zou men nu beter doen met hier af te wijken van de gewoonte? Ik geloof werkelyk, dat het verstandigste is bij onderhandsche aanbesteding den vroegeren leverancier de levering te gunnen. De heer Juta. M. d. V. üe meerderheid van het Dagelyksch Bestuur heeft geineend, dat in deze gevolgd moet worden, hetgeen in art. 142 der gemeentewet wordt voorgeschreven, nl. dat ook de leverantiën aan de gemeente in 'l openbaar moeten worden aanbesteed. Alleen om byzonder overwegende redenen kan de Raad afwykcn van deze verplichting. Nu hebben wij wat aangaat dc leverancie der kleeding geen overwegende redenen gevonden. De minderheid evenwel meent dat die redenen daarin bestonden, dat de kleeding van zeker soort laken gemaakt moet worden. De meerderheid echter meent dat de verplichting van den leveran cier om het laken le koopen van een dezerzyds aangewezen fabriekant, bij openbare aanbesteding evengoed kan worden opgenomen in de voorwaarden, als bij onderhandsche levering. Er bestaat, naar het ons voorkomt, geen beletsel, om met in acht neming van deze voor waarde, eene publieke aanbesteding te houden. Dat de vorige leverancier naar genoegen heeft geleverd, mag geen aanleiding zijn, om van het voorschrift der gemeentewet aflewykcn. Hel komt herhaaldelijk voor, dal iemand naar genoegen geleverd heeft en men toch overgaat tot een publieke aanbesteding, als de lyd verstreken is. Er beslaat niet de minste reden le veronderstellen, dal een eventueel nieuwe leverancier niet evengoed naar genoegen zou leveren, en mocht dit het geval zijn, dan kan hy nog allyd ge dwongen worden, de bepalingen, in de aanbesteding opgenomen, na te leven. Thans nog een enkel woord ten antwoord aan den heer Stadhouder, die beweerde, dat de levering zeer billijk is geweest, en mcu by een verandering van leverancier nooit zou kunnen verbeteren. Het eerste geef ik volkomen toe, maar het laatste kan niet anders dan een vermoeden van hem zyn, want met zekerheid is omtrent de uilslag eener publieke aanbesteding niets te voorspellen. Wy ervaren toch herhaaldelyk dat publieke aanbestedingen ongedachte uilkomsten opleveren. Ook gebeurt het dikwijls, dat men over eene levering zeer tevreden is, maar toch wordt, by een nieuwe aanbesteding, het werk aan andere aannemers gegund indien deze lager inschryven en ervaren wij dat deze evengoed, maar billyker leveren. Wij moeten hier bovendien van het standpunt uitgaan, waarop wij als gemeentebestuur staan, en dan is er voor ons geen enkele reden om hier van de voorschriften der gemeentewet over publieke aanbe steding, af te wyken en den Raad onderhandsche aanbesteding te adviseeren. Om al deze redenen adviseert derhalve de meerderheid van het Dag. Bestuur publieke aanbesteding. De heer Van Kempen. M. d. V.! Art. 142 der gemeentewet schrijft voor, zooals de heer Juta zoo even deed opmerken, dat publiek moet worden aanbesteed, tenzij er bijzondere redenen zyn om daarvan af te wijken. Die bijzondere redenen nu beslaan, omdat de publieke aanbesteding reeds eenige jaren niet heeft plaats gehad en wij niet kunnen denken, dat het Dag. Bestuur een artikel van de wet niet zoude uitvoeren zonder bepaalde reden. En welke is die bepaalde reden? Deze, dat men de Leidsche inge zetenen niet weusckl te passeeren; men wenscht liever niet dat de politieagenten gekleed zullen worden door leveranciers uit andere plaatsen, omdat men meent dat de Leidenaars dit even goed kunnen doen. Had de vorige leverancier ons niet goed behandeld of te hoog gerekend, dan zou er reden zyn om van leverancier te veran deren. Doch dit is hel geval niet. Ik zal dttS stemmen tegen het het voorstel van Purg. en Weth.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 1