98
DONDERDAG 30 NOVEMBER 1893.
Voor stemden de heeren: Van Hoeken, Stadhouder, Van Kempen,
Kaiser, Was, Driessen en Zillesen.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt hierop zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
VI. Idem van W. en F. Liernur, om eenige vergoeding voor de
door wijlen hunnen vader opgemaakte plannen voor eene toepassing
van het Liernurstelsel in deze gemeente.
(Zie Ing. St. n*. 307.)
De heer De Goeje. Adressanten deelen mede dat het plan door
wijlen hunnen vader ontworpen een uitvloeisel was van onderhande
lingen met Burg. en Weth. gevoerd, zy beroepen zich speciaal op een
schrijven van burg. en Weth. van 21 Maart 1891. Wei erkennen zij
geen recht te kunnen doen gelden, doch lezen wij ook in het stuk
van Burg. en Weth. dal de veel omvattende arbeid aan het opmaken
van het plan verbonden alleszins erkenning verdient.
Wanneer dit zoo is, is het dan niet beneden de waardigheid van
deze gemeente, het verzoek geheel van de hand te wijzen, en zou
het niet billijk zjjn, ten behoeve van de weduwe eene zekere som te
geven voor hetgeen wjjlen de heer Liernur voor de gemeente ge
daan heeft?
De heer Van Keupen. Ik vind, dat hetgeen de heeren, die thans
voortgaan de zaken huns vaders te exploiteeren, door hetgeen ze hier
gedaan hebben moreel winst hebben behaald. Zij hebben wel is
waar geen geld verdiend, doch met de proefnemingen en studies
hun kennis vermeerderd en kennis kan omgezet worden in geld. Om
nu derhalve, terwijl de man zelf gestorven is, hun eenige vergoeding
te geven, vind ik te royal omgaan met de gemeentefondsen. Ik zou
liever niet uitgeven waar dit niet strikt noodzakelijk is.
De heer Kaiser. Het komt mjj voor dat het wat al te kras is,
een persoon zoo ontzettend veel werk te doen verrichten voor een
hersenschim, daar hel toch vrjj wel als aangenomen kan worden be
schouwd, dat het stelsel hier nooit zal kunnen worden ingevoerd.
Ik zou zeggen, dat vergoeding van de onkosten aan de gebroeders
Liernur al het minste was, wat een gemeente als Leiden niet alleen
kan, maar ook moet doen. Wjj moeten dus de kosten opmaken, be
talen en geen diensten aannemen.
De heer Dekhuizen. Wanneer ik m(j niet sterk bedrieg ik
meen wel te mogen zeggen: ik weet het zeker gingen de plan
nen, inderljjd door den ouden heer Liernur gemaakt, niet op kosten
van hem, maar op kosten van een maatschappij, ik meen dat zij
heette: Hygiënische Gesellschaft zur Entwasserung von Stadten. De
juiste benaming is gebleken te zijn: Internationaal hygiënisch-tech
nisch instituut voor de rioleering van steden te Berlijn
Eenige kapitalisten in Berlijn hadden zich vereenigd en gezegd:
laten wij zien, of wij niet eene stad kunnen vinden, die bereid is
ons de zaak te doen exploiteeren. De kosten zjjn dan ook niet ge
dragen door den heer Liernur, maar door de genoemde gesellschaft,
die ook de plannen heeft ingediend.
Nu komen de zonen van den heer Liernur, die feitelijk niet anders
was dan de hoofd-ingenieur der maatschappij, vragen, of zij niet
eenige vergoeding voor de door hun vader gemaakte kosten kunnen
verkrijgen. Werd dit nu nog door de Berlijnsche Naamlooze Ven
nootschap gevraagd, dan ware dit iets anders, maar deze zal niet
met een dergelijke vraag komen, omdat zy voor de zaak tot stand
kwam, de risicokosten geheel op zich genomen heeft.
De heer Pera. Als ik den heer Kaiser goed verstaan heb, heeft
men den man laten werken. Is dit zoo, of heeft hij uit eigen be
weging builen den Baad om, of zonder aanzoek het werk ter band
genomen? Wanneer men iemand laat werken, moet men, dunkt mjj,
ook betalen of minstens vergoeding geven.
De heer Dekhuizen. Ik doe den heer Pera opmerken, dat het
woord laten twee beleekenissen heeft: toelaten en gebieden. Hier
nu is alleen sprake geweest van toelaten. Men heeft gezegd: Gij
kunt het wagen, Voila!
De heer Pera. Ik bedoelde naluurljjk of er order gegeven is.
De heer Dekhuïzen. Van order geven is geen sprake geweest.
De heer De Goeje. Na de van den heer Dekbuyzen ontvangen in
lichtingen, zal ik geen voorstel doen.
De beer Kaiser. Wjjlen de heer Liernur stond aan het hoofd van
de Gesellschaft te Berljjn. Zjjn de zoons ook in die zaak?
De heer Deehutzen. Voor zoover mij de zaak bekend is, zijn de
zoons van wijlen den heer Liernur de eigenaars van diens technische
geheimen. Om deze te kunnen exploiteeren zoeken zij telkens kapi
talisten; tegenwoordig zijn zy weder met andere bezig dan met die
Berliner Gesellschaft.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burg. en Weth. om afwjjzend op het verzoek te
beschikken, wordt met algemeene stemmen aangenomen.
VII. Idem van W. en F. Liernur voornoemd, omtrent het indienen
van nadere voorstellen in zake de toepassing van het Liernurstelsel
in deze gemeente.
(Zie Ing. St. n*. 307.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het
voorstel van Burg. en Weth. besloten.
VUL Idem van F. C. G. Bloem, om vrijstelling en terugbetaling
van schoolgeld, Middelbaar en Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 308.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
IX. Voorstel tot het brengen van eenige wijzigingen in de Ver
ordening van 11 November 1880, regelende de inwendige inrichting
der scholen enz.
(Zie Ing. St. n'. 297 en 311.)
De heer De Goeje. M. d. V.! In het voorjaar of in het begin van
den zomer van 1892 zijn door de plaatselijke schoolcommissie voor
stellen ingediend lot wijziging van de verordeningen op het lager
onderwijs. De schoolcommissie hoopte dat die voorstellen nog voor
de behandeling van de begrooting voor 1893 in behandeling zouden
komen, doch die hoop bleek ijdel. Toen hoopte zy dat de nieuwe
regeling in het begin van 1893 in werking zoude kunnen treden,
dat is ook niet gebeurd. Toen dat zij voor de begrooting van 1894
zouden zjjn aangenomen, wat al weder niet is geschied. Hel is wer
kelijk ecno lijdensgeschiedenis.
In plaats daarvan krijgen w(j van Burg. en Weth. andere voor
stellen. De schoolcommissie had nl. aan het slot van hare memorie
eenige bezuinigingen aangegeven, waarmede de verhoogingen der on-
derwijzeisjaarwedden zouden kunnen worden gedekt. Burg. en Weth.
hebben eerst die voorstellen tot bezuiniging aangegrepen en wij
hebben achtereenvolgens ontvangen een voorstel tot vermindering der
toelagen aan de kweekelingen, een voorstel om op de kweekschool
het onderwijs in de muziek af te schaffen en nu krjjgen wij een
derde voorstel, dat niet opgenomen was in de voorstellen van de
schoolcommissie. En hiermede kom ik tot eene tweede grief.
Naar mijne overtuiging is het onraadzaam dal Burg. en Weth.,
wanneer er eene Commissie is aangewezen om zekere belangen te
behartigen, en wanneer die Commissie toont de belangen inderdaad
te behartigen, dat Burg. en Weth. dan veranderingen gaan invoeren
of voorstellen doen waaromtrent de Commissie niet is gehoord of
waartegen zy gekant is Ik heb daarbij het oog op de verande
ringen in het leerplan aan de Kweekschool voor onderwijzers, op het
voorstel tot afschaffing der prijsuitdeeling op het Gymnasium, en op
het thans aan de orde gestelde. Ik acht dit onraadzaam, omdat dan
de Gemeenteraad gesteld wordt tusschen Burg. en Weth. en de Com
missie en dus de uitslag der stemming voor één van beide partijen
onaangenaam moet zjjn.
Nu wat de zaak zelf betreft.
Toen de Commissie reeds zeer ver gevorderd was met hare plannen,
kwam er een brief in van de hoofden der scholen 3de en 4de klasse,
met twee voorstellen tot wjjziging der Verordening. Het eene betrof
eene regeling van het onderwijs in de handwerken op de scholen
3de en 4de klasse; het andere beoogde eene verandering in de rege
ling van de openbare les eu de prijsuitdeeling.
Het eerste was reeds mondeling met enkele leden besproken en
werd door de Commissie gaarne overgenomen.
Met het tweede voorstel kon dit niet geschieden. De schoolcom
missie meende dat de inzending harer voorstellen ten spoedigste
moest plaats hebben, en deze zaak moest nog nader onderzocht wor
den. Vooreerst immers bleek het, dat de hoofden der scholen 3de
klasse een andere meening waren toegedaan dan die der scholen
4de klasse. Bovendien waren de hoofden der scholen Iste en 2de
klasse niet gehoord. De schoolcommissie besloot dus dit punt voor
latere behandeling aan te houden, maar bij de door haar aan Burg.
en Weth. toegezonden stukken werd ook de brief van de hoofden
der scholen gevoegd.
Burg. en Weth. hebben daaruit aanleiding genomen de zaak zelf
onder handen te nemen nog voordal de Verordening in haar geheel
aan de orde gesteld werd en de Commissie uit te noodigen haar ad
vies in dezen mede te deelen Bij het onderzoek is toen gebleken,
dat de bezwaren van de hoofden der scholen 3de klasse, zooals in
het stuk der Commissie staat, daaruit voortkomen, dat de scholen
verscheidene localen hebben en het getal bezoekers, omdat de leden
vatv den Raad weinig opkomen, en de leden der Commissie niet zeer
lalrjjk zjjn, dikwjjls te gering is, dan dat in ieder locaal de openbare
les door een hunner zou kunnen worden bjjgewoond en de prjjzen
uitgedeeld.
Een tweede punt is, dat sommige leerlingen reeds in October ver
trekken en dit dan zonder eenige plechtigheid plaats vindt.
Tegen de prjjsuitdeeling op zich zelf heeft men geen bezwaar. De
hoofden der scholen 4de klasse wenschen haar te behoudem die der
1ste en 2de ook. Alleen het hoofd der jongensschool 2de klasse, de
heer Van Wijk, maakte de opmerking dat de som, die hjj meende voor
de prijzen te mogen besteden, te gering was om prijzen te geven,
zooals hij dacht dat behoorde. Dit onderzoek nu heeft de Commissie
er toe geleid bjj hare meening te bljjven.
Met de prjjsuitdeeling is de openbare les bjjna onafscheidelijk ver
bonden en het zou zeer jammer zjjn indien deze moest vervallen.
Ik weet niet of de heeren allen reeds die openbare les met prijs
uitdeeling hebben bjjgewoond. Zoo ja, dan weten zij. dat dit voor
de kinderen een ware feestdag is. Er zjjn reeds vooruit eenige
liedjes ingestudeerd, om alsdan gezongen te worden; de kinderen
krjjgcn de Zondagsche kleederen aan; er wordt zorgvuldig een pro
gramma van onderwjjs opgemaakt. Het is eene onderscheiding voor
de kinderen bij de les te mogen antwoorden; en wanneer dan het
gelukkig oogenblik van de prijsuitdeeling daar is, moet men de van
vreugde stralende gezichten zien.
Die zulks eens heeft bijgewoond, kan, dunkt mjj, niet anders dan
gestemd zijn vóór het behoud der uitdeeling van prjjzen.
Het is een dag van geluk voor de meeste kinderen, en dit niet
alleen voor die der armen, neen! voor allen. Ik wilde wel dat er
geen onderscheid in dit opzicht gemaakt werd tusschen de kinderen
op verschillende scholen gaande. Dat er onderscheid gemaakt wordt
wat het schoolgeld betreft is billjjk, maar eens op de school toege
laten zjjn het allen onze kinderen, hebben zij gaarne allen een zon-
nigen dag. Men vergete niet dat op de scholen 2de klasse, ja zelfs
op die der 1ste klasse, verscheidene leerlingen zijn wier ouders zel
den in staat zjjn hunne kinderen zulk een zonnigen dag te bezorgen.