DONDERDAG 16 NOVEMBER 1898.
91
Zitting van Donderdag 16 November 1893,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer H. C. JOTA.
De heer Juta. Door ongesteldheid van onzen Voorzitter neem ik
heden het voorzitterschap van den Raad waar.
Te behandelen onderwerpen:
1*. Benoeming van een derde onderwijzeres aan de Meisjesschool
1ste klasse. (288)
2*. Idem van een lid van de Commissie van aanslag, bedoeld in
art. 19 16 en 2 der Wet tot heffing der belasting op bedrijfs-
en andere inkomsten van 2 October 1893 (Staatsblad n®. 149).
(298)
3*. Idem als voren van een plaatsvervangend lid. (298)
4°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van 1893 ad
250.(Kosten van openbare vermakelijkheden). (291 en 303).
5°. Verzoek van A. Los, om terugbetaling van schoolgeld lager onder-
wijs- (292)
6 Voorstel omtrent de aanbesteding van de kleeding der agenten
van politie, enz. (290)
7®. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van 1893 ad
f 300.—-. (Kosten van de vee- en vJeeschkeuring.) (293 en 301)
8'. Voorstel omtrent aanvulling van het Ditbreidings- en Vernieuwings
fonds der Stedelijke Gasfabriek. (294)
9'. Verzoek van het Bestuur der Christelijke Wykvereeniging Pniël,
omtrent de plaatsing van een hek aan de Middelstegracht. (295)
10*. Idem van H. Neeuwvcld, om terugbetaling van schoolgeld, lager
onderwijs. (299)
11*. Idem van het Bestuur van de Muziek- en Tooneelvereeniging Nut
en Vermaak, omtrent het gebruik van een lokaal in het voormalig
Gymnasium in de Lokhorststraat. (300)
12*. Verzoeken van verschillende personen omtrent vermindering van
schoolgeld voor het bezoeken van de Kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen. (302)
Tegenwoordig waren 22 leden, als de heeren: De Sturler, Dek-
huyzen, Zillesen, Drucker, Juta, Kaiser, De Goeje, Du Rieu,
Cock, Van Lidth de Jeude, Van Hamel, Fockema Andreae, Le Pöole,
Van Hoeken, Van Kempen, Pera, Zaajjer, Kerstens, Stadhouder, De
Vries, Siegenbeek van Heukelom en Verhey van Wijk.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Van der Breggen,
Driessen, Hasselbach, Was en Verster van Wulverhorst, alsmede de
Burgemeester, wegens ongesteldheid.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 26
October worden gelezen.
De Voorzitter. Verlangt iemand het woord over de Notulen?
De heer Zaaijer. M. d. V.! Ik wensch geene aanmerking te maken
op de notulen, doch alleen, in aansluiting met vroegere, klachten te
constateereu, dat thans, drie xoeken na de laatst gehouden vergadering,
nog slechts het eerste vel van de handelingen in ons bezit is.
De Voorzitter. De vertraging is ditmaal alleen te wjjten aan de
afwezigheid van een der leden, die daardoor niet in de gelegenheid
is geweest het door hem gesprokene te corrigeeren.
De Notulen worden goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede dat zjjn ingekomen:
1*. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken dd. 4
November jl. N#. 5649, afd. D, waarbij het raadsbesluit tot ver-
hooging der jaarwedde van den leeraar in de wiskunde aan het
Gymnasium tot f 2200, wordt goedgekeurd.
2°. Missive van Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 6/U November jl.
B, n®., 815 (2de afd.) G. S. n®. 78, ten geleide van de vastgestelde be
grooting van de dienstd. schutterij, dienst 1894.
3®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 6/H, No
vember jl. B, n®. 3662, (3de afd.) G. S„ n®. 72/1, ten geleide van
het goedgekeurd Raadsbesluit van 26 October jl. tot voldoening van
ƒ355.98 uit den post Onvoorziene Uitgaven, begrooting 1893, voor de
overbrenging van het Archief.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1*. Verzoek van K. F. Van Venetie, om afschrijving van plaats, dir.
belasting, dienst 1893, wegens woonplaatsverandering.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
2®. Begrootingen, dienst 1894, van het Heilige Geest of Arme Wees-
en Kinderhuis en van Vrouwen-Kraammoeders.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
3®. Verzoek van Mr. L. G. Verwer te Diever, om vergunning tot het
doen le&gcn van een loopbrug over de djjksloot langs den Hoogen
Rijndyk voor het perceel n*. 3512.
4®. Verzoek van de directie van de Leidsche Katoenmaatschappij,
om den eigendom van den haar in gebruik gegeven grond van den
Vestwal en eene strook water, nader aangeduid op de overgelegde
situatieteekening.
5®. Bezwaarschriften van C. F. Van Waasdijk en J. A. Beuzemaker
tegen hunnen aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1893.
6®. Adres van de heeren F. en W. Liernur te St. Cloud in zake het
voortzetten der onderhandelingen over de verdere toepassing van
Liernursrioolstelsel in deze gemeente.
Worden gesteld in handen vam Burg. en Weth.
7®. Voorstel van Burg. en Weth. tot wijziging van de inkomstenbe
lasting.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
8®. Adres van B. M. Duyser, pachter van het buffet, om vermindering
van pacht.
Dit adres is van den volgenden inhoud:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Bernardus Marinus
Duyser, pachter der buffelten Stadsgehoorzaal alhier.
Dat, naar aanleiding van het Raadsbesluit van Sept. jl. waarbij zoo-
wel een gewijzigd tarief van verhuring der localen, als ook eene ver-
huring en bloc is verworpen, zoo is de toestand voor den onderge-
teekende, als pachter der buffetten onhoudbaar. Hij neemt daarom
nogmaals de vrijheid; om, bij Uwen Raad om vermindering vannacht
aan te dringen, of zoo dit niet mogelyk is, hem dan als pachter te
ontslaan. r
De schade die hij dagelijks lijdt brengt hem groot financieel nadeel
toe, en daar hjj weet dal die schade welke hij lijdt, niet een gevolg
is van plichtverzuim van zijne zjjde, maar alleen voortspruit door het
wegblijven van het publiek, welk wegblijven zeker wel gesteld mag
worden op rekening van het hooge tarief van verhuring der zaal, om
van bijomstandigheden niet te spreken.
Mocht Uwe Raad kunnen besluiten hem van de pacht te ontslaan
zoo is hy zoo vrjj hierop Uwe aandacht te vestigen, en te verzoeken,
dat, nl. het door hem aangebracht getimmerte en 't geen hij verder
voor de exploitatie heeft aangeschaft, door den nieuwen pachter tegen
den kostenden prijs zal worden overgenomen.
r -j »t 'tWelk doende,
Leiden, 16 November 1893. B. M. Ddyser.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
Nog wordt medegedeeld:
1®. Dat op 4 November jl. heeft plaats gehad de opneming der boeken
en kas van den Gemeente-Ontvanger, waarvan proces-verbaal is opge
maakt dat in afschrift is gezonden aan de Ged. Staten van Zuid-
Holland en in de Leeskamer ter inzage is nedergelegd.
2®. Dat tot derden scheidsman in zake de arbitrage tusschen de
gemeente en de Leidsche Duinwater-Maatschappjj door den Kanton
rechter is benoemd Mr. P. Rink, lid van de Tweede Kamer te Tiel,
zijnde door de gemeente aangewezen Prof. Mr. W. L. P. A. Molen
graaf! te Utrecht en door de Duinwater-Maatschappy Mr. R. M. Vlie-
lander Hein te 's Gravenhage.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een derde onderwijzeres aan de Meisjesschool
lste klasse.
(Zie Ing. St. n®. 288.)
De Voörzitter. Mag ik de heeren Drucker, De Goeje en Zillesen
verzoeken met mjj het stembureau uit te maken?
i. ?e,.uiwla& der stemminS is dat met 21 stemmen wordt benoemd
Mej. H. M. Poelman, 1 briefje was in blanco.
II. Idem van een lid van de Commissie van aanslag bedoeld in art.
I2 der Wet tot heffing der belasting op bedryfs-en andere
inkomsten van 2 October 1893 Staatsblad n®. 149).
(Zie Ing. St. n®. 298.)
Bij deze stemming worden uitgebracht op de heeren: Van Hamel
4 h' ^r'esse" en 6. M. Knappert, ieder 2 stemmen, L. C. Quant,
A. E. Van Kempen, Fockema Andreae en Verhey van Wijk ieder 1
stem, zoodat gekozen is de heer Van Hamel.
De Voorzitter, Is de heer Van Hamel bereid de betrekking te
aanvaarden?
De heer Van Hamel. M. d. V. 1 Ik ken den omvang van de werk
zaamheden aan deze betrekking verbonden niet; door aanneming van
de benoeming vertrouw ik evenwel te kunnen werkzaam zijn in het
belang der ingezetenen, waarom ik dan ook de benoeming aanneem
onder dankbetuiging aan mjjne medeleden voor het vertrouwen in
my gesteld.
Ik spreek hierbij evenwel de verwachting uit, dat mocht mij later
blyken dat de betrekking zeer tijdroovend is, de Raad mij wel van
de waarneming daarvan zal willen ontslaan.
(Toejuiching.)
III. Idem als voren van een plaatsvervangend lid.
(Zie Ing. St. n°. 298.)
Bij deze stemming worden uitgebracht op de heeren: Quant 15,
Van Kempen 3, Verhey van Wyk 2 stemmen, J. J. Hasselbach en
Mr. Kerstens ieder 1 stem, zoodat gekozen is de heer Quant, wien
van zijne benoeming zal worden kennisgegeven.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel
willende medewerking.
IV. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van 1893 ad
f 250.(Kosten van openbare vermakelijkheden.)
(Zie Ing. St. n®. 291 en 303.)
De heer De Goeje. Een enkele vraag slechts, M. d. V. Ik zie, dat
het bedrag met 250 zal moeten verhoogd worden.
Was dit bedrag het vorig jaar ook reeds feitelijk zoo hoog en de
post toen slechts lager, omdat de arbeidsloonen in een ander artikel
der begrooting begrepen waren?
De Voorzitter. Neen, die arbeidsloonen zjjn niet in dien post be
grepen geweest. Wel is de bedoeling, bjj een volgende begrooting