DONDERDAG 12 OCTOBER 1893. 79 geest der menschen, zy komen dus ontwikkelder in de samenleving en dat is bet algemeen belang. In het hier geldende geval hebben wij noch eene openbare bijeen- komst, noch eene bijeenkomst in het algemeen belang. En gaan wy hier vermindering toestaan, dan zullen wy van ieder die de zaal wenscht te huren een dergelyk verzoek om lager tarief krijgen. Werden dan al die verzoeken onderzocht en ingewilligd, dan zoude daardoor het gehecle tarief over boord zyn geworpen. Wy moeten den eersten stap op dien weg niet zetten. De heer Verheï van Wijk. Ik geef den heer Fockeraa Andreae volkomen toe dat de repetiën cener zangvereeniging niet kunnen aangemerkt worden als te zijn in het algemeen belang, maar de stedelijke kas is wel een algemeen belang. En geeft men nu geene verlagingen meer van het tarief, dan zal de zaal niet meer gebruikt worden, waardoor stellig de financiën der gemeente niet zullen worden gebaat. Wat de Maatschappij hier vraagt is eene bestendiging van den vroegeren toestand. Vroeger heeft zij de zaal voor eene zekere som gehuurd, van welke som zij bij het afbranden der Gehoorzaal resti tutie heeft ontvangen. Het is in zekeren zin jammer dat de Maat schappij die restitutie heeft aangenomen; zij had daarvoor later con tinuatie van hare overeenkomst moeten vragen. Naar royn gevoelen heeft de Raad in de vorige Vergadering een verkeerde beslissing ge nomen. Wanneer wij telkens wanneer eene aanvraag om vermindering tot ons komt, deze onderzoeken en des gewenscht ook toestaan, ge loof ik dat dit zeer ten bate zal zijn van de gemeentekas. Doen wy dit niet dan is het te voorzien dat de zaal bijna niet meer verhuurd zal worden. De heer Van Kempen. M. d. V.! Het tarief werd in de vorige Ver gadering door iedereen erkend te zijn onbillyk en te hoog. Om andere overwegende redenen heeft de meerderheid echter goedge vonden dit hooge, onbillijke tarief te bestendigen. Wanneer nu eene vereeniging die een aesthetisch doel beoogt, het goed leeren zingen nl., vraagt om op haar dat onbiilyke tarief niet toe te passen, dan vind ik geen enkele reden om zulk een verzoek te weigeren. Men kan mij tegemoet voeren, dan zullen anderen ook met een dergelyk verzoek komen! Zeker, M. d. V., maar wij zijn er toch ook nog om elk verzoek op zich zelf te onderzoeken. Houden wy ons nu heel voornaam aan dat hooge tarief, dan zal men ons ten slotte eenvoudig met dat hooge tarief laten zitten. De heer Zillesen. M. d. V.! Op de gronden door de heeren Verhey van Wijk en Van Kempen aangevoerd, zal ik stemmen voor het voorstel van Burg. en Weth., ook al ligt daarin eenige schijn van inconsequentie, omdat de Raad in eene vorige Vergadering door aanneming van de motie Was heeft besloten voorloopig niet over te gaan tot verlaging van het tarief. Over dal bezwaar van inconse quentie kan men, dunkt mij, echter gemakkelijk heenstappen, omdat het vry wel gebleken is dat ieder lid individueel de wensehelijkheid van verlaging van het tarief inziet. Het is slechts eene quaestie van tyd; maar nu vrees ik dat wanneer niet spoedig tot verlaging wordt overgegaan, verschillende vereenigingen die thans nog in twijfel ver- keeren, of zij hare bijeenkomsten in de Gehoorzaal zullen houden, ja dan neen, haar toevlucht zullen nemen tot andere lokalen, en eenmaal daar zijnde is het zeer moeielijk ze te bewegen naar de Ge hoorzaal terug te keeren zoodat het doel waarvoor de Gehoorzaal is gebouwd dientengevolge voor een groot gedeelte zal worden gemist. Wanneer u het mij vergund, M. d. V., zou ik nog eene enkele vraag tot u willen richten, die hoewel niet in onafscheidelijk toch in eenig verband staat met deze quaestie. Ik wensch u namelijk eene vraag te doen omtrent den toestand waarin de Gehoorzaal thans verkeert. Naar men my heeft medegedeeld is binnen enkele dagen het rapport te verwachten van de Commissie belast met het onderzoek naar de soliditeit van het dak en de andere deelen van het gebouw. Daarop zal moeten volgen eene beslissing van den Raad. In elk geval zal met dit alles eenige tyd verloopen. Nu bestaat de gewoonte dat, niet de Maatschappij tot Bevordering van Toonkunst, maar de Maatschappy voor Toonkunst te Leiden, hare eerste uitvoering geeft in de Gehoorzaal tegen het einde van de maand October. Zy wenscht zulks ook ditmaal te doen en heeft zich bereids in contact gesteld met de Amsterdumsche Orchest vcreeniging. Zoolang intusschen niet absolute zekerheid bestaat dat de Gehoorzaal in alle veiligheid kan gebruikt worden, kan niet worden overgegaan tot het sluiten van een definitief contract. Aan dit bezwaar nu ware tegemoet te komen wanneer namens Burg. en Weth. in het openbaar kon worden verklaard, dat het ge bouw in alle opzichten voldoende zekerheid aanbiedt. Daarmede zou het publiek tevreden en gerust gesteld zijn. Komt niet in den een of anderen vorm eene officieele verklaring dienaangaande, dan vrees ik dat een deel der bevolking bij eene uitvoering in de Gehoorzaal niet daarheen zal gaan, uit een al dan niet gemotiveerden angst voor bestaande onveiligheid. Het zou mij hoogst aangenaam zijn een antwoord op mijne vraag te ontvangen. De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Wat door verschillende leden tegen mijn bezwaar is aangevoerd, heeft my niet overtuigd. Wij hebben nu eenmaal en dat is, dunkt mij, iets hetwelk wy moeten respecteeren in de vorige Vergadering besloten het tarief niet te verlagen. Thans aan ieder die het vraagt toch de zaal tegen lager tarief te verhuren, zoude, dunkt mij, zijn beneden de waardig heid van den Raad. Wij kunnen alleen van het tarief afwijken op den grond, dat eene openbare bijeenkomst zal worden gehouden strekkende ten algemeenen nutte. Maar dien grond kunnen wij hier niet doen gelden. Dc verschillende sprekers bezigen allen het argument dat het tarief onbillijk en te hoog is. Wanneer dit het algemeen ge voelen is, dan moet men op het besluit in de vorige Vergadering genomen liever terugkomen. Dat is de royale weg en veel beter dan om telkens toe te staan, wat eene vorige maal is geweigerd. Zoolang op dat besluit niet is teruggekomen, behoort men zich daarby neder te leggen. Dc heer Van Kempen. De heer Fockeraa Andreae verliest, zoo ik meen, uit het oog dat algemeen erkend wordt, ik meen zelfs ook door hem, dat het eerste tarief werkelijk te hoog en onbillijk is. Nu kunnen zich omstandigheden voordoen dat een zoodanig on billijk tarief toch tijdelijk moet bestendigd worden, maar dat men nu respect zou moeten hebben voor een dergelijk tijdelijk tarief gaat wel wat te ver. Wanneer het Bestuur van eene achtenswaardige vereeniging nu het gebruik van eene zaal vraagt tegen lager tarief, omdat het anders een ander lokaal moet huren, dan zie ik geen enkele reden om niet eene uitzondering op dat tijdelijke hooge en onbiilyke tarief te maken. Wordt er nu te veel uitzondering aan gevraagd, dan staat het ons altijd nog vrij opnieuw de quaestie ter sprake te brengen, of wij met dat hooge tarief zullen doorgaan en of het niet wensehelijker is een billijker regeling te treffen. De Voorzitter. Mij komt het voor dat men het verzoek gerust kan toestaan, ouidat de repetitien eigenlijk behooren bij de openbare bijeenkomsten van de Maatschappij tot Bevordering van Toonkunst. De heer Fockema Andreae zegt dat iedereen wel kan komen om lager tarief te vragen. Zyn wij dan niet in staat om elke aanvraag op zich zelve te beoordcelen? Een schaakgezelschap of whistclub zou stellig niet in de termen vallen om vermindering van tarief te ver krijgen. Ik hoop dat de Raad met het voorstel van Burg. en Weth. zal kunnen medegaan, want tegen dit verzoek is, meen ik, werkelyk niets in te brengen. De heer Du Rieu. M. d. V.! Mijne stem motiveerende wil ik wel verklaren geen bezwaar te hebben tegen verlaging van het tarief voor deze repetitien, zonder dat dit voor mij echter in het vervolg iets praejudicieert wanneer verzoeken worden gedaan tot verlaging voor groote uitvoeringen. Want juist ter wille van die groote uit voeringen is de zaal zoo groot, zoo mooi gemaakt, maar dientengevolge ook zoo duur geworden. De heer Pera. M. d. V.! Wanneer men zich beroept op het besluit in de vorige Vergadering genomen, moet ik daarby opmerken, dat dit besluit niet is genomen met de bedoeling om er zich lang aan te houden. Algemeen was de meening dat het tarief te hoog is, maar alleen met het oog op bijzondere omstandigheden is er besloten geene ver andering daarin aan te brengen, zoodat het besluit geheel van tijde- lyken aard is. Juist omdat dit, naar het mij voorkomt, de beteekenis is geweest van het genomen besluit, meen ik mij in dit geval de vrijheid te mogen veroorlooven om, in strijd met mijne stem de vorige maal uitgebracht, voor dit verzoek te stemmen. De Voorzitter. Ik wensch nog even te antwoorden op de vraag zoo straks door den heer Zillesen gedaan. Ik ken het rapport der Commissie niet, ik weet zelfs niet of het gereed is; maar ik heb er genoeg van gehoord om te kunnen ver zekeren dat er volstrekt geen dadelijk gevaar is by het gebruiken van de zaal, zoodat de Maatschappij voor Toonkunst gerust aan haar voornemen gevolg kan geven. De heer Zillesen. M. d. V.! Ik dank u voor deze mededeeling waarvan ik, en ik geloof ook het publiek, gaarne acte neem. De heer Cock. M. d. V.! Ik deel volkomen de meening van den heer Fockeraa Andreae. De gevolgen, die volgens dien geachten spreker uit het inwilligen van dit verzoek noodzakelijk zullen voortvloeien, met het oog op de talrijke alsdan te verwachten verzoeken van dezelfde strekking, zijn onvermijdelijk en niet weg te redeneeren. Ook mijne welwillendheid jegens muziekgezelschappen is zeer groot, maar zij is niet zoo groot als mijne zorg, of juister gezegd, mijne bezorgdheid voor onze ge- meente-financiën. Ik zal dus tegen stemmen. Intusschen verwacht ik want ik meen de kaart van het land ook wel zoo'n beetje te kennen dat het verzoek door den Raad zal worden ingewilligd. In die verwachting geef ik in overweging aan de inwilliging de be paling toe te voegen, dat de verlaging van het tarief niet langer geldig zal zijn dan tot dat eene algemeene herziening van het tarief zal hebben plaats gehad. Dan hebben wij weder de vrije beschikking over de zaal. Ik voeg er echter bij dat, ook al wordt deze bepaling opgenomen, ik toch zal stemmen tegen het voorstel van Burg. en Weth. om het verzoek toe te staan. De Voorzitter. Burg. en Weth. nemen het denkbeeld van den heer Cock over, om de vergunning tot het gebruik der zaal tegen lager tarief niet langer te verleenen dan tot de eerstvolgende her ziening der tarieven. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth. in dien zin gewijzigd, wordt aan genomen met 15 tegen 10 stemmen. Voor stemden de heeren: Pera, De Goeje, Van Hamel, Van Kempen, Le^ Poole, Hasselbach, Juta, Van Hoeken, De Sturler, Dekhuyzen, Driessen, Verhey van Wyk, Van Lidth de Jeude, Du Rieu en Zillesen. Tegen stemden de heerenDrucker, Kerstens, Stadhouder, De Vries, Fockema Andreae, Cock, Siegenbeek van Heukelom, Verster van Wul- verhorst, Was en Kaiser. XIII. Idem van A. Schaft, om eene stoep te mogen leggen voor de perceelen Hoefstraat n°. 3 en 5. (Zie Ing. St. n#. 271.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 3