GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 07 Hèt kwam ons voor dat door het wegnemen van het struikgewas langs de geheele lengte der te bouwen huizen de weg niet zal worden ontsierd en dat het behoud van het struikgewas voor de bewoning dier huizen veel ongerief zal veroorzaken, aangezien het uitzicht daardoor zoude worden belemmerd. N*. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 October 1 6.15—8.15 7 16.4 2 2 6.15—8.30 8 16.2 3 3 6.15—8.30 7 16.4 4 4 6.15—8.15 8 16.6 5 5 6.15—8.15 7 16.4 6 6.15—8.15 8 16.4 7 7 6.15—8.15 8 16.0 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 871. Leiden, 4 October -1893. Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage, hebben wij de eer mede te deelen dat er bij ons geen bedenkingen be staan tegen de inwilliging van het verzoek van A. Schaft, o.m ver gunning tot het leggen van eene stoep voor de perceelen Hoefstraat 3 en 5. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging de gevraagde vergunning te verleenen onder voorwaarde dat de breedte der beide deurkozijnen niet worde overschreden en de stoep niet meer dan 0.73 meter buiten den gevel uitspringe. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren Ik ondergeteekende geef met verschuldigden eerbied te kennen, dat het mijn plan is voor mijn beide huizen Hoefstraat n®. 3 en 5 voor de deuren één stoep te leggen, waarom ik U nederig verzoek Uwe toestemming te willen verleenen, ten einde ongehinderd te kunnen voortgaan. Het welk doende met de meeste achting, Hoogachtend UEd. Dw. Dienaar, Leiden, 20 September 1893. A. Schaft. Vestwal b/d Doezastraat. N#. 278. Leiden, 2 October 1893. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een verzoek van het Bestuur der Afdeeling Leiden van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst om ten behoeve van de repetitien der Zangvereeniging de bovenzaal der Gehoorzaal te mogen huren tegen betaling van f 4 per avond met 23 pCt. korting voor abonnement en de kosten van verlichting, zonder berekening van meterhuur en bediening voor de gasverlichting, Hoezeer in de Raadszitting van 21 September jl ons voorstel om tot eene algemeene verlaging van het tarief van verhuring over te gaan, werd verworpen, komt het ons voor dat erin het onderwerpelijk geval, waar het geldt een geregeld gebruik der zaal voor de repetitiën, welke bij hel bestaand tarief daarin niet zouden kunnen worden gehouden, wel termen bestaan om een verminderd tarief toe te passen en zulks naar aanleiding van de bepaling, in het tarief opgenomen, dat voor openbare bijeenkomsten welke ten algemeenen nutte strekken door den Raad vermindering van huur kan worden toegestaan of geheele ontheffing kan worden verleend. Wel kunnen de hierbedoelde repetitiën niet gerangschikt worden onder openbare bijeenkomsten, doch het toepassen van een lager tarief in deze strookt, orjzes inziens, geheel met de bedoeling van de boven mede gedeelde gunstige bepaling. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te bepalen dat de huur der bovenzaal van de Gehoorzaal voor de repetitiën van de zangvereeniging der Afdeeling Leiden van de Maatschappij tot be vordering van Toonkunst zal bedragen f 4 per avond met de gewone vermindering met 23 pCt. voor abonnement en de kosten van verlichting, zonder betaling van meterhuur en bediening voor de gasverlichting. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur van de afdeeling Leiden der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst; dat vele jaren vóór en tot het afbranden der Gehoorzaal een der lokalen geregeld aan de afdeeling verhuurd werd, tot het houden der repetitiën der zangvereeniging, voor de som van vijftig gulden voor 29 avonden per jaar; dat na den wederopbouw der zaal het tarief van verhuring der kleine zaal, welke, na ecnige malen voor de repetitiën gebruikt te zjjn, uitstekend voor dit doel geschikt bleek, evenwel voor de finan- cieele' draagkracht der afdeeling veel te hoog was om bij voortduring te kunnen worden gebezigd, en dat het bestuur daarom in afwachting van een meer passend tarief zich voor de repetitiën met eene andere localiteit heeft moeten behelpen: dat na de jongste beslissing van Uwe Vergadering het hooge tarief behouden bleef en dit zeker niet bevordelijk zal zijn aan het doel, waartoe de Gehoorzaal herbouwd werd, nl. om te worden gebruikt; dat het bestuur daarom Uwe Vergadering met aandrang verzoekt, aan hem te willen afstaan de kleine zaal, tol het houden der repe titien van de zangvereeniging voor meer dan 20 avonden in het jaar tegen betaling van het voorgestelde tarief van 4 per avond, met 23 pCt. korting voor abonnement en de kosten vau verlichting zonder be rekening van meterhuur en bediening. 't Welk doende euz., Het bestuur der afdeeling voornoemd, Leiden, 25 September 1893. Verhey van Wijk, loco Voorzitter. S. Jdles Enthoven, Secretaris. Nö. 2 £3. Leiden, 9 October 1893. Tot nadere toelichting van ons rapport van 25 September jl (Ing. St. n®. 264) omtrent het verzoek van de Leidsche Bouwmaatschappij in zake het leggen van een brug over de sloot langs den weg buiten de voormalige Rijnsburgerpoort enz. hebben wij de eer U mede te deelen dat, hoezeer wij ons in het algemeen met'het advies van de Commissie van Fabricage konden vereenigen, wij, zooals uit bedoeld rapport blijkt, niet hebben overgenomen de bepaling dat alleen mag worden weggenomen het struikgewas op de plaats waar de brug zal worden gelegd. Wat aangaat de vergoeding voor het leggen van gas- en duinwpter- buizen in den weg, was door de Commissie van Fabricage voorgesteld daarvoor een bedrag van f 20 in eens vast te stellen; wij mennen evenwel dat het regelmatiger en billijker is daarvoor eene jaarlijksche recognitie te vorderen van een gulden, ook voor het geval later de buizen wederom mochten worden weggenomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 273. Leiden, 9 October 1893. Wij hebben de eer U mede te deelen dat wjj ons geheel kunnen vereenigen met het voorstel van Curatoren van het Gymnasium tot verhooging van de jaarwedde van den leeraar in de Wiskunde met f 200 en geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging art. 1 van de Verordening van den 3en Juni 1879, regelende het getal leeraren verbonden aan het Gymnasium te Leiden en het bedrag hunner jaarwedden, (Gem.blad n°. 6 van 1879) te wijzigen als volgt: litter f voor een leeraar in de wiskunde, op 2200. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 2 7ft. Leiden, 12 October 1893. Wij hebben de eer U mede te deelen dat er ook bij ons geene bedenkingen bestaan tegen de inwilliging van het verzoek van J. Van Bladel, om ontslag uit zijne betrekking van derden onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse, zoodat wij U in overweging geven hem dat ontslag eervol te verleenen overeenkomstig zjjn verzoek met ingang van 1 December 1893. De betrekkelijke stukken worden hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan het WelEd. Achtb. Bestuur der gemeente Leiden. Wegens zijne benoeming tot onderwijzer aan eene bijzondere school voor meer uitgebreid lager onderwjjs te 's Gravenhage verzoekt onder geteekende eervol ontslag uit zijne betrekking als onderwijzer aan de Openbare Jongensschool 2de klasse met ingang van 1 Dec. 1893. De ondergeteekende, Leiden, II October 1893. J. Van Bladel. Aan den EdelAchtbaren Heer Burgemeester van Leiden. De ondergeteekende heeft de eer UEd. Achtbare te berichten, dat er van zijnen kant geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van den onderwijzer J. Van Bladel, om tegen 1 December a. s. eervol ontslagen te worden uit zjjne betrekking aan de Openbare Jongensschool 2e klasse. J. D. Van Wijk, Leiden, 12 October 1893. Hoofd der school. N®. 276. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 17 October 1893. 8 8 8 8 li 8 8 N\ 277. Leiden, 13 October 1893. In aansluiting aan ons schreven dd. 13 September 11. zouden wjj thans bedoelde Verordening nog op een ander punt wenschen ge wijzigd te zien. In art. 1 wordt de jaarwedde van den leeraar in de Engelsche taal gesteld op f 1000. Neemt men in aanmerking dat deze jaar wedde in de eerste vier jaren verminderd wordt door eene korting van f 125 voor het burgerlijk pensioenfonds en eene voortdurende jaarlijksche korting van f 50 voor weduwenpensioen, dan komt men lot de conclusie dat die jaarwedde althans in den aanvang absoluut onvoldoende is. Zoolang toch de leeraar niet getreden is in het genot der eerste driejaarlijksche verhooging van 200 bedraagt zjjne jaarwedde feitelijk slechts f 825. Dat de aanvangswedde onvoldoende is, is reeds vroeger gebleken en erkend, toen het verzoek van den heer Fijn van Draat werd in gewilligd om in het genot der periodieke verhoogingen te treden, lang voordat de verordening hem daarop aanspraak gaf. Ook thans heeft de heer Vogelcsang zich met gelijk verzoek tot ons College gewend en tot ondersteuning daarvan nog in het bijzonder gewezen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 1