GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 55 Datum. Uur. i Aantal. Gemiddelde Eng. Stand kaarsen. 1 Aug. 6 7.45—9.45 7 16.8 2 7 7.45—9.45 8 16.6 3 8 7.45—9.45 7 16.8 4 9 7.45—9.15 8 16.6 5 10 7.45—930 7 16.6 6 11 7.45—9.30 8 16.4 7 12 7.45—9.45 8 16.4 INGEKOMEN STUKKEN. N®. 914. Leiden, 17 Augustus 1893. Wij hebben de eer U mede te deelen dat de vernieuwing van de Turfuiarktsbrug in het openbaar is aanbesteed en dat het werk is gegund aan de minste inschrijvers; le perceel onderbouw aan C. Van Tilburg te Nootdorp voor 5935 en het 2e perceel bovenbouw aan de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij alhier voor ƒ8000 le zamen 13935. l)e raming bedroeg 18600, waarvoor eene bijdrage uit de provin ciale fondsen is toegekend van 6300 met bepaling dat, wanneer bij de openbare aanbesteding de aanneraingssom meer of minder mocht zijn dan de raming, de bijdrage der provincie in evenredigheid van die meerdere of mindere aannemingssom en de raming zal worden vermeerderd of verminderd. De bijdrage uit de provinciale fondsen zal alzoo bedragen 4720. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging de noodige gelden op de begrooting voor dit jaar beschikbaar te stellen, te welken einde hierbij een suppletoire staat wordt overgelegd strekkende tot verhooging der begrooting in ontvangst en uitgaaf met 13935, in ontvangst Hoofdstuk V Volgn. 52. Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken f 9215, en Volgn. 52a Bijdrage uit de Provinciale fondsen in de kosten der vernieuwing van de Turf- marktsbrug 4720, in uitgaaf Hoofdstuk II Volgn. 92a Art. 4a Kosten der vernieuwing van de Turfuiarktsbrug 13935. Naar ons oordeel mogen de kosten van de vernieuwing der brug, als zijnde een werk van buitengewonen aard niet gevonden worden uit de inkomsten van één jaar, en wordt daarom voorgesteld in de uitgaven te voorzien door opbrengst van geldleening. Inmiddels zal o, i. de aflossing in korteren tijd behooren plaats te hebben dan voor de aflossing der geldleeningen in den regel wordt bepaald en stellen wjj uit dien hoofde voor te besluiten dat gedurende tien jaren, aan vangende 1894 telken jare een tiende deel van de ten laste der ge meente komende uitgaven voor de vernieuwing van de Turfmarkts- brug ad ƒ9215, alzoo ƒ921.50 op de begrooting in uitgaaf zal worden gebracht tot aankoop van inschrijving Grootboek of buitengewone aflossing van schuld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 21A. Leiden, 17 Augustus 1893. Wij hebben de eer U mede te deelen dat de openbare aanbesteding heeft plaats gehad van het uilbreiden van de school 4e klasse n°. 2 aan de Brandewijnsteeg in drie perceelen en dat het werk is gegund aan de minste inschrijvers als perceel 1, uitbreiding der school aan W. A. G. Jansen le Utrecht voor 10848, perceel 2, schoolmeubelen aan G. Splinter voor /1137, en perceel 3, leermiddelen aan G. Splinter voornoemd voor 85, te zamen f 12070. Wij geven Uwe Vergadering in overweging de noodige gelden op de begrooling voor dit jaar beschikbaar te stellen, te welken einde een suppletoire staat en een staat van af- en overschrijving hierbij wordt aangeboden, strekkende tot verhooging van de begrooting in ontvangst en uitgaaf met 11133, in ontvangst Hoofdstuk IV Volgn. 41, art. 8 Bijdrage van het Rijk overeenkomstig art. 45 der Wet op het Lager onderwijs 2712, Hoofdstuk V Volg 52 art. 3 Geldleening ter voor ziening in de kosten van buitengewone werken ƒ8136; in uitgaaf Hoofdstuk VII Volgn. 129a Art. 7a Kosten van verbouwing van het schoollokaal 4e klasse n°. 2 aan de Brandewijnsteeg 10848 als mede een staat van af- en overschrijving strekkende tot verhooging van Hoofdstuk VII Volgn. 132 art. 10, Kosten van het aanschaffen en onderhouden van schoolmeubelen met ƒ1222, le vinden door af-en overschrijving van dat bedrag van Hoofdstuk XI Volgn. 177 art. 1, On voorziene Uitgaven. Tot toelichting zij medegedeeld dat, naar het ons voorkomt, alleen de kosten van de verbouwing van het schoollokaal welke ten laste der gemeente komen, moeten gevonden worden uit de buitengewone ontvangsten opbrengst van geldleening, terwijl de kosten van de aan schaffing van schoolmeubelen en leermiddelen zullen moeten worden bestreden uit de gewone inkomsten door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 916. Leiden, 18 Augustus 1893. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van II. A. Blom, hebben wfl de eer U mede te deelen dat adressant de Hoogere Burgerschool voor Jongens op 1 Juni jl.^heeft verlaten wegens wettige redenen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant vrij stelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor het bij wonen van enkele lessen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, over het laatste kwartaal van den cursus 1892/93. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Burg. en Weth. der gemeente Leiden. De ondergeteekende geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat hij sedert 1 Juni de lessen aan de Hoogere Burgerschool alhier niet heeft kunnen bijwonen, wegens werkzaamheden buiten de stad, en verzoekt daarom terugbetaling van het schoolgeld ten bedrage van f 10 over de maanden Juni, Juli en Augustus. 't Welk doende enz., H. A. Blom. N®. 217. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 612 Augustus 1893. N®. 9 9 N°. 218. Leiden, 21 Augustus 1893. De l.ominissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zij de in hare handen gestelde rekening der ontvangsten en uitgaven van de gemeente over 1892 met de bijbehoorende be scheiden heeft nagegaan en vergeleken met de verantwoording van Burg. en Weth. Zij heeft de rekening accoord bevonden. Zij stelt U derhalve voor, die rekening voorloopig vast te stellen bij een besluit, waarvan het ontwerp is gevoegd bij het voorstel van Burg. en Weth. dd. 3i Juli jl. (Ing. Stukken n®. 202), en mede vast te stellen de daarbij gevoegde staten van suppletoire begrooting. Onze Commissie heeft met voldoening geconstateerd, dat de gunstige uilkomst, welke de rekening aanwijst, althans voor een groot gedeelte te danken is aan het zuinige beheer, door Burg. en Weth. gevoerd. Verder geeft het onderzoek ons aanleiding tot de navolgende op merkingen 1°. Bij Volgn. 88: «Onderhoud wandelplaatsen en plantsoenen" blijkt, dat de vogels, in de Plantsoenen gehouden, der gemeente alleen aan vogelzaden kosten f 171.10. Staat daartegenover niet eenige bate door verkoop van eieren, enz.? En zoo ja, waar wordt die ver antwoord 2®. Volgn. 95: «Kosten voor het verstrekken van en aanleg voor duinwater." Het doen springen der Fontein op de Vischmarkt ver- eischte in 1892 omstreeks 735 M3 duinwater, kostende a 33 cents per M3, een som van 242.52, waarbij nog komt 16 voor rneterhuur. Uit vrij hooge cijfer geeft ons de vraag in de pen, of het niet over- weging zou verdienen, die fontein minder vaak in werking te stellen, althans zoolang de gemeente voor het water 33 cents per M3 moet betalen. 3°. Volgn. 165: «Kosten voor openbare vermakelijkheden enz." Hier schijnt ons de toelichting niet geheel juist. De onkosten bij het be zoek van HH. MM. de Koninginnen hebben bedragen ƒ158, de volks concerten hebben gekost 54.60. Voor het overige komt de hoogere uitgaaf op rekening der 3 October-vereeniging. 4®. Volgn. 166: «Kosten van brandverzekering". Uit de bescheiden hier en by andere posten (o. a. n°. 177) overgelegd, blijkt, dat de ge meente voor de verzekering harer bezittingen tegen brand jaarlijks betaalt 92 cents per 1000. De bezittingen zijn voor het grootste gedeelte gebouwen die zeer weinig aan brandgevaar blootstaan. Wij achten het niet onwaarschijnlijk, dat, ook bij volkomen soliede maat schappijen, tegen lager tarief zou kunnen worden verzekerd Wel licht zou men daartoe kunnen geraken door, op het voorbeeld van andere gemeenten, bij oproeping aanbiedingen uit te lokken. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 219. Leiden, 21 Augustus 1893. Met de Directie der Leidsche Duinwatermaalschappij zijn, zooals Uwe Vergadering bekend is, herhaaldelijk onderhandelingen gevoerd over de aansluiting van poorten enz. aan de waterleiding en laatstelijk over het gebruik van straatdrinkkranen. Het komt ons wenschelijk voor omtrent de over een en ander gevoerde correspondentie het advies in te winnen van de rechtsgeleerde leden van den Raad, op grond waarvan wij U voorstellen deze stukken te stellen in handen van de bovenbedoelde Raadsleden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 220. Leiden, 21 Augustus 1893. Zooals aan Uwe Vergadering is medegedeeld is met de overbrenging van het archief naar het Archiefgebouw aan den Vestwal een aan vang gemaakt, waarvan de kosten zullen bedragen 375, waarvoor dit werk is aangenomen. Wij geven U mitsdien in overweging het benoodigd crediet ter zake te verleenen, zullende een voorstel worden ingediend tot aan wijzing van de vereischte gelden op de begrooting voor dit jaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 221. Leiden, 21 Augustus 1893. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens ter vasstelling over te leggen het le Suppletoir Kohier der Plaatselijke Directe Be lasting, dienst 1893, met een getal van 198 aanslagen en tot een be drag van 2675.86. Aanfden Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 1