63 DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1893. Aan dit verzoek is voldaan, een overzicht is opgemaakt en zal voor de leden in de Leeskamer worden nedergelcgd. Hierbij eenc kleine opmerking. Het verzoek is door de Commissie van Financiën gericht lot Burg. en Weth. Doch de rekening van de Stedelijke Gasfabriek komt niet in handen van Burg. en Weth., maar wordt door Commissarissen aan den Raad overgelegd, en dan door dezen gesteld in handen van de Commissie van Financiën. Het verzoek had dus dienen gericht te zijn tot de Commissie voor de Gasfabriek. De beraadslaging wordt gesloten. De rekening wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De heer De Laat de Kanter herneemt zijne plaats als Voorzitter. XVII. Verslag van Stedelijke Gasfabriek over 1892. De heer Vebhey van Wijk. M. d V.! De heer Driessen heeft mjj verzocht aan Commissarissen voor de Gasfabriek te vragen om het volgende jaar een staat van assurantiën bij het Verslag over te leggen. Op zijn aandringen is dit ten vorigen jare geschied, doch dit jaar weder achterwege gelaten, en daarom wilde hij thans zijn verzoek herhalen. De Voorzitter. Wij zullen den staal alsnogi aan het Verslag toe voegen; ik meen dat er bij het vorige jaar vergeleken, geene veran dering in is gekomen. XVIII. Voorstel betrekkelijk eene verlenging van de verpachting van het ophalen van asch en vuilnis, het baggeren, de faecale stoffen verzameld volgens het Liemurstelsel en van den afval van en de levering der benoodigdheden voor de Beestenmarkt. (Zie Ing. St. n®. 204.) De openbare Vergadering wordt veranderd in eene met gesloten deuren. Na heropening van de openbare Vergadering deelt de Voorzitter mede, dat het voorstel met algemeene stemmen is aangenomen. Zoodat is besloten de pachter van het ophalen van asch en vuilnis, het bag geren, en de faecale stoffen verzameld volgens het Liemurstelsel te verlengen tot uit. Maart 1894 onder de bestaande voorwaarden en de pacht van den afval van en de levering der benoodigdheden voor de Beestenmarkt te verlengen tot uit. December 1893, tegen betaling van 400, door den pachter aan de gemeente. XIX. idem omtrent de Gehoorzaal. (Zie lng. St. n®. 205.) De heer Drucker. M. d. V.! Het zal wel geen betoog behoeven dat ik, en zeker wel alle leden van den Raad, met groot leedwezen kennis hebben genomen van deze voordracht. Ik zal daarover echter nu niet verder spreken; aan de zaak is niets te veranderen. Doch wel wenseh ik eene kleine wijziging voor te stellen, ten einde te voorkomen een mogelijk misverstand, waartoe de voordracht, zooals zij door Burg. en Weth. is ingediend, wellicht aanleiding zoude kunnen geven. Punt 2 van het voorstel luidt: «Ons te machtigen twee deskundigen te benoemen, ten einde met den Gemeente-Architect na te gaan of, en in hoeverre, de constructie der kap voorziening behoeft, ook in verband met de gebruikte mate rialen." Dat wil dus zeggen of het voor de veiligheid of om andere redenen noodzakelijk zal zijn die constructie te herzien, te veranderen. Nu wordt daaraan echter toegevoegd punt 3, luidende: «Aan die deskundigen tevens op te dragen hunne bevinding te openharen, wat betreft den geheelen bouw der Gehoorzaal, uit een technisch oogpunt beschouwd." Nu zoude men allicht, en zouden speciaal de te benoemen des kundigen, daarin kunnen lezen de opdracht eenc wetenschappelijke kritiek te geven op de technische uitvoering van den geheelen houw der Gehoorzaal, over het al of niet mooie er van, over de vraag of het werk bijv. goedkooper, degelijker, artistieker had kunnen worden uitgevoerd, en nu geloof ik niet dat het op dit oogenblik op onzen weg ligt een onderzoek van dien omvang uit te lokken. De Gehoor zaal is er thans, en oi deskundigen haar mooi vinden of niet, kan ons onverschillig laten. De eenige vraag waarvoor wij staan is deze: moeten er maatregelen worden genomen om de veiligheid van het gebouw te verzekeren. Ik stel daarom voor, punt 3 te doen vervallen, en punt 2 eenigszins uit te breiden, door tusschen de woorden: «kap" en «voorziening" in te voegen: »of andere deelen van het gebouw." De heer De Stürler. De bedoeling met punt 3 van het voorstel is niet geweest de meening van deskundigen in te winnen, of zij het gebouw al dan niet fraai vinden, of het goedkooper had kunnen ge bouwd worden, maar om te weten hoe zjj denken over de veiligheid en soliditeit in het algemeen, m. a. w. of naar hun oordeel groote reparatiën noodig zullen zjjn om het bewoonbaar te maken. Wat mij betreft, kan ik dus wel met het amendement medegaan. De Voorzitter. Burg. en Weth. nemen het amendement van den heer Drucker over. De beraadslaging wordt gesloten. Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. XX. Onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden van den Gemeenteraad. De Voorzitter. Mag ik de heeren Was, Van Hamel en Drucker verzoeken zich met het onderzoek der geloofsbrieven te willen belasten. De Vergadering wordt voor eenige oogenblikken geschorst en daarna herval. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van den heer Mr. S. J.Fockeina Andreae is gebleken dat hij met volstrekte meerderheid van stemmen is gekozen tot lid van den Gemeenteraad; dat hij de be noeming heeft aangenomen, den vereischten leeftijd bezit, zijne woon plaats te Leiden heeft, gedurende den tijd door den Wet geeischt en geene openbare betrekkingen bekleedt welke niet vereenigbaar zijn met hel lidmaatschap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Fockema Andreae toe te laten als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De heer W\s. Ten aanzien van de geloofsbrieven van de heeren F. A. Verster van Wulverhorst en Mr. Egbert De Vries wordt dooi de Commissie diligentverklaring verzocht op grond dat, vermits ge noemde heeren geen deel mogen nemen aan het onderzoek en de beoordeeling hunner eigen geloofsbrieven en de daarover te houden beraadslaging niet mogen bijwonen, zij de vergadering zullen moeten verlaten en alsdan het vereischt getal leden niet tegenwoordig zal zijn. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt daarop besloten de voorgestelde diligentverklaring te verleenen. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van Dr. T. Zaajjer is gebleken dal hij met volstrekte meerderheid van stemmen is gekozen tot lid van den Gemeenteraad; dal hij de benoeming heelt aangenomen, den vereischten leeftijd bezit, zijn woonplaats te Leiden heeft gedurende den tijd door de Wet geeischt en geene openbare betrekkingen be kleedt welke niet vereenigbaar z(jn met het lidmaatschap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Zaaijer toe te laten als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude is gebleken dat hij met volstrekte meerderheid van stem men is gekozen tot lid van den Gemeenteraad; dat hij de benoeming heeft aangenomen, den vereischten leeftijd bezit, zijne woonplaats te Leiden heeft gedurende den tijd door de Wet geeischt en geene openbare betrekkingen bekleedt welke niet vereenigbaar z(jn met het lidmaat schap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Van Lidth de Jeude toe te lat.en als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van Mr. L. M. J. H. Eer stens is gebleken dat hij met volstrekte meerderheid van stemmen is ge kozen tot lid van den Gemeenteraad; dat hij de benoeming heeft aangenomen, den vereischten leeftijd bezit, zijne woonplaats te Leiden heeft gedurende den tijd door de Wet geeischt en geene openbare betrekkingen bekleedt welke niet vereenigbaar zijn met het lidmaat schap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Eerstens toe te laten als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van den heer A. E. Van Kempen is gebleken dat hij met volstrekte meerderheid van stemmen is ge kozen tot lid van den Gemeenteraaddat hjj de benoeming heeft aange nomen, den vereischten leeftijd bezit, zijne woonplaats te Leiden heeft ge durende den tijd door de Wet geeischt en geene openbare betrek kingen bekleedt welke niet vereenigbaar zijn met het lidmaatschap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Van Kempen toe te laten als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van den heer N. Stadhouder is gebleken dat hij met volstrekte meerderheid van stemmen is gekozen tot lid van den Gemeenteraad; dat hij de benoeming heeft aangenomen, den vereischten leeftijd bezit, zijne woonplaats te Leiden heeft gedurende den tjjd door de Weth. geeischt en geene openbare betrekkingen bekleedt welke niet vereenigbaar zijn met het lidmaat schap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Stadhouder toe te laten als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De heer Was. Ten aanzien van de geloofsbrieven van den heer W. Pera is gebleken dat h(j bjj herstemming met meerderheid van stemmen is ge kozen tot lid van den Gemeenteraad; dat hij de benoeming heeft aange nomen, den vereischten leeftijd bezit, zijne woonplaats te Leiden heeft ge durende den tijd door de Wet geeischten geene openbare betrekkingen bekleedt welke niet vereenigbaar zijn met het lidmaatschap van den Raad. De Commissie stelt derhalve voor den heer Pera toe te laten als lid van den Gemeenteraad. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. De VooRziTTatt. Ik dank de leden der Commissie voor de genomen moeite. Niemand verder het woord verlangende, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 2