.GEMISUITBRAAD VAA LEIDEN. 41 INGEKOMEN STUKKEN. N". 158. Leiden, 20 Juni 1893. Bij de Commissie van Financiën bestaat geen bezwaar tegen de Concept-Verordening op de beding van keurloon, wat betreft punt 1. Over de punten 2 en 3 der voordracht heelt de Commissie, meent zij, niet te adviseeren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 15®. Leiden, 20 Juni 1893. Wij hebben de eer U mede te declen dat wij de Gedeputeerde Stalen in kennis hebben gesteld van ons voorstel van 5 Junijl. (Ing. Stukken n®. 144) omtrent de vernieuwing van de Turfmarktsbrng, waarop voornoemd College ons bij Missive van 19 Juni jl. heeft bericht dal zij, ofschoon het nieuwe plan in hoofdzaak alleen in het belang van het verkeer over de brug de voorkeur verdient, bereid is het aan de Stalen voor te stellen, met wijziging van hun besluit van 19 Juli 1892 in de uilvoering van dit plan een subsidie toe te kennen van 6300 Ten einde de uitvoering van het werk, dat Gedeputeerde Stalen gaarne gelijktijdig met de overige werken der vaartverbetering, dat is omstreeks 1 Januari 1894, voltooid zagen, niet worde vertraagd, zullen de Staten nog in hunne in liet begin der volgende maand te houden Vergadering hieromtrent eene beslissing moeten nemen. Gedeputeerde Staten hebben ons daarom in overweging gegeven het daarheen te leiden dat ons voorstel nog deze week door den Raad in behandeling worde genomen, opdat door hen, bij aanneming van ons voorstel door den Raad, in de Julivergadering eene voordracht aan de Staten kunne worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden. Leiden, den 16 Juni 1893. Na overleg met de Commissie van Fabricage, hebben wij de eer U mede te deelen dat er geen bezwaar beslaat tegen de inwilliging van het verzoek van F. A. Wilh. Schudel, om op de eerste etage van het in aanbouw zijnd perceel aan de Papengracht n°. 2 bij de aan sluiting van den voor- en zijgevel, vormende een schuinen hoek, een balcon te plaatsen: voorts oin het bestaande keldergat aan den voor gevel te verplaatsen naar het midden van dien gevel, en eindelijk om twee nieuwe keldergaten te maken in de te leggen stoep langs den zijgevel aan de zijde van de Papengracht. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging de gevraagde vergunningen te verleenen onder voorwaarde: 1®. dat de zijwanden van het te maken balcon worden gemaakt van doorschijnend glas; 2®. dat het keldergat aan den voorgevel binnen de rooiing van de stoep blijve; 3". dat de stoep langs den zijgevel aan de Papengracht niet meer dan 1.2U meter uit den gevel worde gelegd en de keldergaten binnen de rooiing van die stoep blijven; voorts zoo de stoep niet wordt afgesloten, de keldergaten te dekken met ijzeren roosters, waarvan de stijlen hoogstens 5 centimeters, van midden tot midden, van elkander verwijderd mogen zijn en 4®. dat voor elk der keldergaten worde betaald eene recognitie van f 0.60 'sjaars overeenkomstig art. 3,37° van het tarief, vastgesteld 5 Maart 1857. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen F. A. Wilh. Schudel, wijnhandelaar en likeurstoker alhier: dat hij bij de verbouwing van het perceel aan de Breestraat en hoek Papengracht n®. 2, het bestaande portiek aan de Papengracht zal ontruimen; dat er een schuine hoek zal gemaakt worden bij de aansluiting van den voor- en zijgevel; dat hjj op de eerste étage aan den schuinen hoek een open- en aan den zijgevel, mede aanvangende op de eerste étage, een gesloten balcon wenscht te maken; dat het bestaande keldergat aan den voorgevel zal geplaatst worden naar het midden van dien gevel en de bestaande stoep zal vernieuwd worden en de stoep langs een gedeelte van den zijgevel zal worden gelegd. Eindelyk het maken van 2 keldergaten aan den zijgevel op de $oor het bovenstaande wordt de goedkeuring Uwer Vergadering verzocht. 't Welk doende, Leiden, 3 Juni 1893. F. A. Wilh. Schddel. N®. 161. Leiden, 19 Juni 1893. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van J. Roem, omtrent overwulving van een gedeelte der Zoeterwoudsche Singelsloot en van de sedert ingediende plannen, hebben wij de eer U, na overleg met de Commissie van Fabricage, mede te deelen dat tegen de inwil liging van het verzoek geen bczwirar bestaat. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: 1®. aan adressant vergunning te verleenen om het gedeelte der Zoeterwoudsche Singelsloot voor de kadastrale pcrceelen Sectie F n®. 1074 tot en met 1081 te overwulven, onder voorwaarde; a. dat de sloot alvorens te worden overwulfd, behoorlijk worde schoongemaakt; b. dat alles geschiede overeenkomstig de overgelegde teekening voigens aanwijzing en onder toezicht van den Gemeente-Architect en alle schade aan den berm door de gemeente worde hersteld, waarvan de kosten door adressant moeten worden vergoed; c. dat de vergunning vervalt wanneer daarvan niet binnen drie maanden gebruik wordt gemaakt. d. dat adressant drie dagen voor den aanvang der werkzaamheden daarvan aan den Gemeente-Architect schriftelijk kennis moet geven; e. dat dit verzoek alleen wordt verleend aan adressanle doch niet aan zijne rechtverkrijgende; 2®. het door de overwulving verkregen terrein aan adressant tot wederopzeggens in gebruik te geven, tegen betaling van eene jaar- lijksehe recognitie van 3j cent per centiare, onder bepaling dat die grond als tuin worde aangelegd en op een meter afstand van de booinenrei door een ijzeren hek, goedgekeurd door Burg. en Welh., worde afgescheiden, en dat het terrein behoorlijk worde onderhouden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan EAchtb. 11H. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Johannes Roem, wonende te Zoeterwoude, Heerenstraal n®. 169; dat hij kennis heeft genomen van Uw besluit van 1 Juni 1893, waaruit blijkt dat lot het dempen van de singelsloot, genoemd in zijne daartoe gedane aanvrage, bij UEAchlb. bezwaar bestaat, dal hij UEd.Achlh. thans verzoekt hem, en zijne rechtverkrijgenden toe te staan bedoelde sloot te overwulven en langs den Singelweg een ijzeren hekje te plaatsen, op door Uw hooggeacht College te be palen voorwaarden. 't Welk doende, Zoeterwoude, 5 Juni 1893. J. Roem. N'. 163. Leiden, 19 Juni 1893. Door J. G. Langeveld, Mare n®. 82 werd onlangs bij nevensgaand adres, om de daarbij vermelde redenen, aan ons College verzocht een schutting te verplaatsen voor afsluiting van zjjn tuin aan de Van-der- Werfstraat. Wij hebben daarop aan adressant te kennen gegeven dat daartegen bezwaar bestond, maar dat wij bereid zouden wezen aan den Raad voor te stellen hem de strook grond welke hij wenschte te omschutten in eigendom af te staan, waardoor het door adressant beoogd doel op betere wijze zoude worden bereikt. Nadat eenige onderhandelingen hadden plaats gehad omtrent den prijs van den eventueel over te dragen grond, heeft adressant met een prijs van f 5 per centiare genoegen genomen. Wij geven Uwe Vergadering uit dien hoofde alsnu, na overleg met de Commissie van Fabricage, in overweging: 1°. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd is een gedeelte van de Van-der-Werfstraat Sectie H ongenum merd, grenzende aan het perceel Sectie H n®. 1016, groot ongeveer 3.61 centiaren; 2®. dien grond in eigendom af te staan aan J. G. Langeveld, ten einde te verheelen aan zijn perceel Sectie H n°. 2862, tegen betaling van een koopsom van f 5 per centiare en van de kosten van over dracht, en onder bepaling dat het terrein van den openbaren weg moet worden afgesloten door een steenen muur dik een steen, afgedekt met een voldoende rollaag, ten genoege van den Gemeente-Architect en dat nimmer op de eene of andere wijze het licht mag worden benomen van het aanliggende pand aan de Mare Sectie H, n®. 1016, thans bewoond door A. Alt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de EdelAchlb. HH. Burg. en Welh. der gemeente Leiden. Ondergeteekcnde, winkelier Mare 82 alhier, neemt beleefd de vrij heid UEd.Achtbare te verzoeken hem toestemming te willen verleenen tot het verplaatsen der schutting voor afsluiting van zjjnen tuin in de Van-der-Werfstraat. Adressant wenschte deze in die richting te mogen verplaatsen, als op bijgaanden platten grond, door de stippellijn is aangegeven. Niet zoozeer voor uitbreiding van terrein, doch alleen lot voor koming van een gelegenheid waar vooral des avonds de grootste onzedelijkheid en onreinheid plaats vinden, verzoek ik UEd.Achtbaren mij dit verzoek te willen inwilligen, overtuigd daarmede een groote aanstoot voor bovengenoemde feiten te hebben weggenomen. 't Welk doende, J. G. Langeveld. N*. 163. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 11—17 Juni 1893. N°. Datum. Uur. j Aantal. Gemiddelde Eng. 1 Juni 11 8.30—9.45 7 16.6 2 12 8.30—9.45 8 16.2 3 13 8.30—9.45 7 16.6 4 14 8.30—9.45 8 16.0 5 15 8.30—9.45 7 16.2 6 16 8.30—9.45 8 16.4 7 17 8.30—9.45 8 16.4 N®. l«0. S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 1