35
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 135. Leiden, 2 Juni 1893.
De Commissie van Finnanciën heeft geene bedenkingen tegen de
rekening van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en
Vrouwenhuis en stelt U voor die goed te keuren, in ontvangst op
11551.48, in uitgaaf op f 9916.74, sluitende meteen batig saldo
van 1634.74.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Leiden, 3 Juni 1893.
Wjj hebben de eer Dwe Vergadering hiernevens over te leggen
een staat van af- en overschrijving op de begrooting voor 1892, strek
kende tot verhooging van eenige posten welke niet toereikende zijn
voor de gebleken noodige uitgaven, tot een totaal bedrag van
5337.39. Deze som kan worden gevonden uit de overschotten van
andere uitgaafposten.
De posten welke eene verhooging eischen zijn de navolgende:
Volgn. 75. Kosten van bet onderhouden en schoonhouden van het
gebouw of vertrek bestemd voor de vergaderingen van den Raad en van
31.23s
47.52s
827.61
152.40s
34.85s
870.90s
68.05
12.50
1595.51
48.94s
824.04s
109.88
498.34s
5.23»
25.90
Burg. en Weth. mitsgaders van de Secretarie der gemeente
Volgn. 90. Onderhoud van wandelplaatsen en plant-
soencn
Volgn. 93. Onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren
en dergeljjke
Volgn. 96. Onderhoud van vaartuigen
Volgn. 97. Kosten voor het verstrekken van en aanleg
voor duinwater
Volgn. 99. Onderhoud van huizen, torens, poorten en
dergeljjke
Volgn. 110. Onderhoud der wachthuizen, mitsgaders
licht en brandstoffen voor dezelve
Volgn. 115. Verdere uitgaven in zake de politie.
Volgn. 121. Kosten voortvloeiende uit het nemen van
maatregelen ten behoeve van den openbaren gezondheids
toestand
Volgn. 1231V. Kosten der Middelbare scholen, onderhoud
van gebouwen, meubilair enz
Volgn. 129. Kosten van het instandhouden van school
gebouwen en onderwijzerswoningen
Volgn. 131. Kosten van het aanschaffen en onderhouden
van schoolmeubelen
Volgn. 133. Kosten van verlichting en verwarming en
van het schoonhouden der lokalen
Volgn. 140. Kosten der kweekschool voor onderwijzers
en onderwijzeressen
Volgn. 168. Kosten van gemeenschappelijke zaken, be
langen en inrichtingen bedoeld bjj art. 122 der wet van
29 Juni 1851 (Stbl. n*. 85)
Volgn. 176 Uitgaven voortvloeiende uil het beheer der
voormalige administratie van de vereenigde Gast- en Le
prooshuizen
Totaal
De posten welke een overschot opleveren,
som kan worden gevonden, zijn de navolgende:
Volgn. 89. Onderhoud van wegen en voetpaden
Volgn. 91. Onderhoud van bruggen en overzetveren
Volgn. 92. Onderhoud van pompen en riolen
Volgn. 100. Dag- en weekgelden der werklieden en be
dienden in dienst der gemeente, mitsgaders verdere kos
ten der fabricage
Volgn. 113. Belooningen en premiën aan de brandspuit-
lieden en beambten
Volgn. 114. Kosten der schutterij
Totaal 5337.39
Tot toelichting van de meerdere uitgaven dient het navolgende:
Volgn. 75. Eenige kleine herstellingen welke niet zijn begrepen
in de aanbesteding der onderhoudswerken en waarvoor op de be
grooting niets is uitgetrokken, veroorzaakten het tekort op dit
artikel.
Volgn. 90. Het sterven van verscheidene hoornen en planten, als
een gevolg van de strenge winters van 1890/91 en 1891/92, maakte
de aanschaffing van meerdere planten noodig dan waarop gerekend
was. Hiertegenover staat een belangrijke opbrengst van de verkochte
doode hoornen.
Volgn. 93. Op dezen post zijn, o- m. gebracht de arbeidsloonen welke
voor het waterschuimen zijn uitbetaald, het meerder diepwerk in
eigen beheer en buitengewone herstelling van de wallen. Vermits
het schuimen in den zomer uit den aard der zaak drukker plaats
heeft en de maatregelen in) het belang van den openbaren
gezondheidstoestand deze werkzaamheden nog belangrijk vermeerder
den, was splitsing op deze beide artikels niet uitvoerbaar. Een be
langrijk deel der overschrijding van Volgn. 93 bleek dan ook eigenlijk
ten laste van Volgn. 121 te moeten komen.
Volgn. 96. Vermits de kolk- en rioolspecie gedurende het jaar 1892
in eigen gebruik is gehouden, is voor het vervoer te dier zake aan
schuitenhuur f 66 uitgegeven. Ook het meerdere waterschuimen
veroorzaakte grootere uitgaven voor huur van schuiten.
Volgn. 97. Het tekort is ontstaan door grootere onderhoudswerken
van de waterleidingen in de stadsgebouwen.
Volgn. 99. De meerdere uitgaaf wordt veroorzaakt door de aan
schaffing en plaatsing van een kachel in de kunstzaal van de Lakenhal
(waarvoor door den Raad in zijne vergadering van 15 Dec. '92 eene
5337.39
waaruit bovenstaande
1152.38s
990.71s
835.05
508.73
966.55
883.96
som van 400 werd toegestaan), door de noodig gebleken afdakking
van de ezelsrug op den mour van de Lakenhal (kosten ƒ66) endoor
de exploitatiekosten van de Gehoorzaal, waarvoor in de begrooting
niets is uitgetrokken, (brandstoffen f 230 en loon van den stoker.)
Volgn. 110. Het onderhoud eischte 28 55 meer wegens aanschaffing
van schoonmaakbenoodigdheden en meubilair. De kosten van vuur
en licht bedragen 39.50 meer dan de raming.
Volgn. 115 De meerdere kosten zijn veroorzaakt doordien meer
geneeskundige hulp werd ingeroepen.
Volgn. 121. Dit bedrag betreft het restant der kosten van inrich
ting van het tjjdelijk cholera-hospitaal in het Caeciliagaslhuis en van
de genomen maatregelen ten behoeve van den openbaren gezond
heidstoestand.
Volgn. 123IV. De aannemingssom van het onderhoud der H. B.
scholen, bedraagt 1350 per jaar (openbare aanbesteding van 14
Dec. 1891), zijnde f 1300 ter zake op de begrooting uitgetrokken.
De meerdere uitgaaf van f 50 bleek ten slotte niet meer uil den
post te kunnen worden gevonden.
Volgn. 129. De noodig gebleken herstelling van goten der openbare
lagere scholen vereischte een uitgaaf van ruim 400, die van de
gebroken ruilen dier scholen ruim f 600. Het tekort op dit artikel
wordt door mindere uitgaaf op andere onderdeelen lot /'824.04s terug
gebracht.
Volgn. 131. Eenige schoolborden bleken te moeten worden geverfd,
betgeen een uitgaaf vorderde van 25. Verder is het onderhoud der
schoolmeubelen voor f 1300 per jaar aangenomen (openbare aanbe
steding van 14 Dec. 1891) zijnde ƒ100 meer dan de bij de begrooting
geraamde som.
Volg. 133. De overschrijding betreft de kosten van licht en brand
stoffen. De meerdere uitgaaf is in hoofdzaak toe te schrijven aan
het meerder verbruik van brandstoffen tengevolge van de langdurige
koude.
Volgn. 140. De aanschaffing van kleine benoodigdheden deed het
geringe tekort op dit artikel ontstaan.
Volgn. 168. De onderhoudswerken van de Haarlemmertrekvaart
veroorzaakten een uilgaaf van 3680.82; de ontvangsten op deze
administratie bedroegen ƒ1896.38, zoodat het nadeelig slot 1784.44
is. Het tekort op dit artikel bedraagt derhalve f 184.44.
Volgn. 176. Het grooter verbruik van gas en cokes voor het Caeci
liagaslhuis gedurende het jaar 1892 is in hoofdzaak de reden van
het tekort. De uitgaven ter zake bedragen ƒ117.50 tegen f 101.55
in 1891.
Wij stellen Uwe Vergadering alsnu voor tot de voorgestelde af- en
overschrijving te besluiten, door vaststelling van den overgelegden
staat.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N'. 1ST.
Leiden, 5 Juni 1893.
In de raadszitting van 4 Mei jl. werd de bezoldiging vastgesteld
van den concierge van het Archiefgebouw op 8 per week, zoodat
daarvoor alsnog een post op de begrooting moet worden uitgetrokken.
Wjj geven U daarom in overweging over te gaan tot de vaststel
ling van den hierbjj overgelegden suppletoiren staat van begrooting,
dienst 1893, strekkende tot het brengen van een nieuw artikel op de
begrooting, Volgn. 69a, Hoofdst. 1, Afd. I, art. Ha: Jaarwedde van
den concierge van het Archiefgebouw 260, te vinden door af- en
overschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven.
De concierge is den 15 Mei jl. in functie getreden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N*. 188. Leiden, 5 Juni 1893.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zjj
geene bedenkingen heeft tegen de rekening der Kamer van Koop
handel en Fabrieken over 1892, en adviseert U die goed te keuren,
in ontvangst ad 475, in uitgaaf ad 473.86, sluitende met een
batig saldo van 1.14, welk bedrag in mindering zal strekken van
de toelage uit de gemeentekas over 1893.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien.
N». 139.
Leiden, den 5 Juni 1893.
Na overleg met de Commissie van Fabricage hebben wij de eer
Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij ons geene bedenkingen
bestaan tegen de inwilliging van het verzoek van den heer Mr. H. L.
Drucker, om eene leiding voor afvoer van het hemelwater te doen
maken door den tuin van het perceel Rapenburg 61 naar het stads-
riool in de Doelensteeg.
Wjj geven U derhalve in overweging de gevraagde vergunning te
verleenen onder de volgende voorwaarden
1°. dat het werk onder toezicht van den Gemeente-Architect worde
uitgevoerd en de vergunning tot wederopzeggens worde verleend
tegen betaling van eene recognitie van 1 per jaar.
2°. dat de verbinding van het riool geschiede met ijzeren of ver
glaasd Engelsche buizen, wijd minstens 10 centimeters en de aan
sluiting daarvan met het vervalputje voorzien zij van een stankscherm.
3». dat het vereischte straten en herstraten van gemeentewege ge
schiede en de kosten daarvan door adressant worden vergoed.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Hendrik Lodewijk
Drucker, wonende te Leiden, Rapenburg 61, dat hij ter loozing van
hemelwater eene leiding wenscht te leggen door zijn tuin en de
hem toebehoorende schuur in de Doelensteeg,
No. ISO.
184.44