86 DONDERDAG 4 MEI 1893. (Zie Ing. St. n®. 80.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft tegen dezen staat geene bedenkingen. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. 11. Verzoeken om planken en bruggen te leggen aan den Lagen Rijndjjk. (Zie Ing. St. n'. 81.) De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik lees hier in de stukken dat indertijd geen\ vergunning is verleend voor het leggen van de bruggen, die er thans liggen. dit de stukken, die in de leeskamer liggen blijkt, dat dit indertijd nog al vrij lang geleden is. Nu zou ik willen vragen, of er geen mogelijkheid bestaat, om voor het verleeneu van die vergunning, die nu Burg. en Welh. voorstellen n te doen gaan met 1 Januari, eenige vergoeding en recognitie te /ragen, die ons gedurende een aantal jaren is onthouden. Wanneer is geconstateerd, dat onrechtmatig ik wil nu wel ge- iooven, dat het niet met voordacht is geschied, maar in ieder geval was het zonder recht van gemeentegrond is gebruik gemaakt, waarvan recognitie zou betaald zijn, wanneer behoorlijk vergunning ware aangevraagd, dan hebben wjj toch alle recht, daarvoor alsnog vergoeding te vorderen. De Voorzitter. Mij dunkt, dal wjj alsdan niet verder kunnen teruggaan dan de maand Januari van het vorig jaar, aangezien de rekening van 1891 gesloten is, terwijl dit met die van 1892 nog moet geschieden. Dus op de laatste kunnen wij nog terugkomen Toch zal ook dit nog een zeer moeilijke zaak zijn, daar het bijna niet is uit te maken, wanneer zjj die planken dan zouden gelegd hebben. De heer Fockema Andreae. Het bezwaar, door u geopperd, heb ook ik overdacht. Daarom wil ik dan ook niet recognitie vorderen van vroegere jaren; maar, er wordt nu vergunning gevraagd, om gebruik te maken van gemeentegrond; deze kunnen wij verleenen of niet. Nu staat het toch aan ons om te zeggen, dat wij die vergunning verleenen op voorwaarde, dat de verzoekers ons als schadevergoeding voor vroeger onrechtmatig gebruik een zekere som betalen. Zijn zij daartoe bereid, dan willen wjj onder de gewone conditiën het gebruik vergunnen. Ik zeg dit, omdat het mij voorkomt toch al zonderling te wezen, dat wjj den verzoekers voor het onrechtmatig gebruik niets zullen in rekening brengen, terwijl zij recognitie zouden hebben moeten betalen indien zij den rechten weg bewandeld hadden en ons tjjdig vergun ning hadden gevraagd. Wjj hebben het op dit oogenblik in ons hand om de vergunning te verleenen tegen eene recognitie en tegen zoo danige verdere voorwaarden als wjj wenschelijk en noodig oordeelen. De Voorzitter. Mij dunkt toch, dat wjj niet verder kunnen terug gaan dan 1892. De heer Fockema Andreae. Ik vraag geen recognitie, doch slechts schadevergoeding voor vroeger gebruik. Echter wil ik er geen voorstel van maken, wanneer het Dag. Be stuur geen aanleiding vindt de zaak te overwegen, zal ik mij hierbjj neerleggen. Zoo groot belang is er bjj de zaak nu ook niet. De heer De Sturler. Heeft de heer Fockema Andreae wellicht eene bepaalde som voor te stellen, die wjj volgens hem als schade vergoeding zouden kunnen in rekening brengen? De heer Fockema Andreae. NeenDit zou ik aan het Dag. Bestuur overlaten; wanneer dit in het denkbeeld kan treden, kan de zaak nu worden beslist; wil het echter eerst overwegen, welnu, dan kunnen wij het onderwerp een volgenden keer afhandelen. De Voorzitter. Het Dag. Bestuur stelt zich te vreden met een recognitie van 1 Januari 1893 af. Ik zal het voorstel in stemming brengen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth. om op de verzoeken gunstig te beschikken, wordt in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 11 stemmen. Voor stemden de heeren: Van Reenen, Koetser, De Vries, Kaiser, Van Hoeken, Van Lidth de Jeude, Zillesen, Oekhuyzen, De Sturler, Le Poole, Jula, Siegenbeek van Heukelom en Hasselbach. Tegen stemden de heeren: Verster, De Goeje, Zaalberg, Verhey van Wjjk, Fockema Andreae, Zaajjer, Du Rieu, Drucker, Driessen, Cock en Van Hamel. III. Voorstel betrekkelijk het gebruik van grond aan den Burg. (Zie Ing. St. n®. 82.) IV. Idem tot verhooging van enkele artikelen der begrooting van 1892, met staten tot wijziging van die begrooting. (Zie Ing. St. n". 83.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft geene beden kingen tegen dit voorstel. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. V. Verzoek van G. Van der Mey, om eene brug te leggen over de Heerensingelsloot, (Zie Ing. St. n°. 84.) VI. Idem van S. H. Koster, om eene loozing te leggen Oude Vest. (Zie Ing. St. n*. 84.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdeijjke stemmiug gunstig beschikt. VII. Voorstel tot het aanbrengen van liertjes aan de Spanjaards- brug, met staat van af- en overschrijving op de begrooling, dienst 1893. (Zie Ing. St. n®. 88.) De Voorzitter. De Commissie van Financien heeft tegen dit voor stel geene bedenking. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. VIII. Verzoek van H. A. J. Krüger, om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n®. 86.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming gunstig op beschikt. IX. Idem van C. Spaanderman, in zake den huurprjjs van het huisje in het Elisabelhshof. (Zie Ing. St n°. 87.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming afwijzend op beschikt. X. Voorstel tot aanschaffing van een slangenwagentje voor de tweede stoomspuit. (Zie Ing. St. n®. 88.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Verzoek van de wed. J. Oostveen en W. Van der Reyden, om trent overwulving van een gedeelte der Zoeterwoudsche Singelsloot, (Zie Ing. St. n®. 90.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XII. Voorstel omtrent de regeling der bezoldiging van den con cierge van het Archiefgebouw. (Zie Ing. St. n®. 91.) De Voorzitter. Er bestaat onzekerheid of de Raad dan wel Burg. en Weth. den concierge moeten benoemen. Is de Raad er op gesteld de benoeming aan zich te houden? Zoo niet, dan stel ik voor om deze over te laten aan Burg. en Weth. Het voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming aangenomen. XIII. Rekening van den Schuttersraad over 1892. (Zie Ing. St. n®. 94.) XIV. Idem als voren van de Plaatselijke Schoolcommissie. (Zie Ing. St. n". 93.) Deze rekeningen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd, wat de eerste betreft, voorloopig. Bij de behandeling der laatste rekening hadden de heeren De Goeje en Van Hamel ijjdelijk de vergadering verlaten. XV. Verzoek van H. W. Hoogeboom, in zake den bak tot bewa ring van sintels enz. aan de Oude Heerengracht. (Zie Ing. St. n®. 70 en 95.) De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik heb het immers goed begrepen dat de wijziging is aangebracht op kosten van de Zoutkeet? De Voorzitter. Jawel. De heer Fockema Andreae. Ik dank U, M. d. V.! Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. XVI. Idem van A. Letsch, om terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. (Zie Ing. St. n®. 96.) XVII. Idem van H. Bouter, om eene loozing te leggen in de Raamsteeg. (Zie Ing. St. n®. 98.) Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig beschikt. De Voorzitter. Verlangt nog iemand het woord? De heer Siegenbeek van Heukelom. M. d. V.l Verleden jaar is besloten f 2000 te besteden aan doorspoeling door middel van het stoomgemaal te Katwijk. Na dien tijd hebben wjj hiervan niets anders meer gehoord, dan dat de heer Zaayer gevraagd heeft, of er eenig resultaat bekend was en wanneer er rapport over zou worden uitgebracht. Daar nu de tjjd langzamerhand weder begint aan te komen, dat eene doorspoeling, zal ze herhaald worden, zou moeten geschieden, wilde ik wel tot het Dag. Bestuur de vraag richten, of wjj thans binnenkort dit rapport kunnen tegemoet zien? De Voorzitter. In eene volgende vergadering zullen wjj daarop antwoorden. De heer Zaaijer. M. d. V.! Mag ik er nog bjjvoegen dat ik juist dezelfde vraag had willen doen als de heer Siegenbeek van Heukelom. Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Bockdrukkerjj van Gebroeders Murb.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 2