DONDERDAG 20 APRIL 1893.
33
De heer Drucker. De stemming is nog niet zuiver. Ik wil ook
niet besluiten, de school aan de Brandewijnsteeg niet uit te breiden;
ik wilde eerst de plannen tegenover elkander zien, goed geformuleerd
en daarna beslissen. En daarom zou uitstel van de zaak m. i. de
voorkeur verdienen.
De Voorzitter. Dan hangt alles weder in de lucht.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van de meerderheid van het Dag. Bestuur om de school
aan de Brandewijnsteeg niet uit te breiden enz. wordt in stemming
gebracht en met 5J0 legen 6 stemmen verworpen.
Tegen stemden deheeren: Zaaijer, Zillesen, Du Rieu. Was, Driessen,
De Vries, Cock, Fockema Andreae, De Goeje, Le Poole, Van Hamel,
Hasselbach, Tieleman, Koetser, Van Reenen, Verster, Van der Breggen,
Van Hoeken, Zaalberg en Kaiser.
Voor stemden de heeren: Verhey van Wijk, Drucker, Dekhuyzen,
De Sturler, Juta en Van Lidth de Jeude.
Het voorstel: uitbreiding van het schoolgebouw door aanbouwing
van vier lokalen, waarvan de kosten zijn geraamd op 11500 met
meubilair ad ongeveer f 420 per lokaal, wordt daarna aangenomen
met 22 tegen 4 stemmen.
Tegen steraden de beerenDrucker, Dekhuyzen, De Sturler en Juta.
De Voorzitter. Ik kan den Raad nog mededeelen dat de heer
Thorbecke zich bereid heeft verklaard in het proces met de Leidsche
Duinwatermaatschappij voor de gemeente op te treden.
Verlangt nog iemand het woord?
De heer Zaalberg. M. d. V. Ik wenschte wel te vragen of er bij
de langdurige droogte niet meer gebruik kon worden gemaakt van
de brandkranen.
De Voorzitter. Er is juist heden morgen bevel gegeven de brand
kranen tot besproeiing aan te wenden.
De heer Zaalberg. Ik dank u, M. d. V.en houd mij voor een
veelvuldig gebruik der brandkranen tot besproeiing zeer aanbevolen.
Niemand verder het woord verlangende wordt de Vergadering
gesloten.
ERRATUM.
In de rede van den heer Cock opgenomen in het Zittingsverslag
van 6 April jl. bladz. 21, eerste kolom, 6de zinsnede, zijn eenige regels
uitgevallen; deze zinsnede moet gelezen worden als volgt:
Nu stel ik de vraag: komt dit hier te pas, waar het alleen geldt
verzekering tegen ongevallen (in den vorm eener toelage in eens)
van eiken arbeider, die op een gemeentewerk omkomt, onverschillig
of hij vast gemeente-werkman is, of wel in dienst van dezen of genen
aannemer werkzaam is? Besloot men in dien zin en pensioneerde
men uilsluitend - in bedoeld geval de weduwen en weczen van
vaste stads-werklieden, wat zou inen dan moeten antwoorden, zoo zij
om pensioen kwamen vragen, aan de weduwen en weezen van de
talrijke andere vaste stads-beamblcn, indien hunne echtgenooten ook eens
door een ongeval in stadsdienst het leven verloren hadden Die andere
vaste beambten zijn talrijk. Onze pensioen-verordening geeft er 46 cathe-
gorien van aan. Belooft men aan ééne dezer cathegorien pensioen,
dan moet men dat pensioen ook aan de 45 overige cathegorien toe-
zeggen. Had dan ook de laatste spreker, de heer Hasselbach, daaraan
gedacht en had hij onden meerderen ook de talrijke politieagenten
mcdcgerckcnd, dan zou hij tot een ander resultaat gekomen zijn.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Mdré.