28 DONDERDAG 20 APRIL 1893. voorschenkel, wang, achterste, middelste en voorste gedeelte der inwendige rihbenwand of harst en reuzel. op paarden, op elke lichaamshelft ten minste 17 afdrukken, nl. op de volgende deelen: achterschenkel, platte bil, bovenbil, stuit, vanglap, navelstreek, iniddenborst, punt, dikke lenden, dikke rib, klaprik, midden achterste rib, spier van de ribben, schouder, schoft, hals en voorschenkel. Op de koppen van runderen, kalveren en paarden, op elke wangvlakte, één afdruk, en verder op zulke stukken en deelen als de slager verlangt. De keuring geschiedt zoo spoedig mogelijk." De heer Verster van Wulverhorst. M. d. V.! Is het de bedoeling van de Commissie geweest om geslachte ezels vrij te stellen van de stempeling? Ik vraag dit, omdat in art. 11 ook ezels onder de te slachten dieren worden genoemd. De Voorzitter. Die kunnen wij onder letterbrengen: op paarden en ezels op elke lichaamshelft enz. De heer Db Goeje. M. d. V.! Moet in dit art. ook niet melding worden gemaakt van melk- en nuchtere kalveren. De Voorzitter. Daarvan is geen melding gemaakt, omdat zij. ge loof ik, zelden voor de consumptie gebruikt worden. De heer De Goeje. Ik kan u verzekeren M. d. V., dat dit zeer veel gebeurt. De Voorzitter. Dan zouden zij moeten volgen op graskalveren in letter c. De heer Zaajjer. Zouden de nuchtere kalveren geen plaats kunnen vinden sub. c. achter «kleine", zoodal gelezen werd: op kleine- en nuchtere kalveren ten minste 9 afdrukken enz.? De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik zou wel willen vragen of «nuchter kalf" cene technische benaming is, en of het slachten van dergelijke nuchtere kalveren moet gelegitimeerd worden door ze in de verordening op te nemen Uit gesprekken met slagers heb ik juist gemeend te moeten op maken dat het geen wettiging verdiende. Dit artikel is geheel overgenomen uit de verordening op hel abattoir in Amsterdam. De Voorzitter. Men zou ook de vraag kunnen stellen hoe lang een kalf nuchter blijft. tiet beste ware het artikel in dezen zin te wijzigen: b. op graskalveren, en verder als letter c luidt: c. op alle andere kalveren, op elk lichaamsdeel ten minste 3 af drukken, en verder als onder b voorkomt. De nuchtere kalveren zullen dan enkele afdrukken meer krijgen dan noodig is, maar daar zullen zy niet veel van voelen. Vette kalveren wordt nu veranderd in: alle andere kalveren. De beraadslaging wordt gesloten. Art. 12 wordt in dien zin gewijzigd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De artt. 13 en 14 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over art. 15 luidende: «Indien vee of vleesch is afgekeurd, is ieder belanghebbende be voegd, binnen 24 uren eene herkeuring daarvan te vorderen. In dit geval wordt het van een bijzonder keurmerk voorzien. De herkeuring geschiedt zoodra mogelijk, althans binnen 12 uren nadat zij door den belanghebbende aan het bureau van politie of aan hel keuringslokaal, mondeling of schriftelijk is aangevraagd. De herkeuring van vee ge schiedt aan hel keuringslokaal, die van vleesch ter plaatse waar het zich bij de keuring bevindt, of waar het is overgebracht. De kosten der herkeuring komen alleen dan ten laste van hem, die ze verzocht, wanneer hy in het ongelyk is gesteld". De heer De Goeje. M. d. V.Moet de herkeuring geschieden door dezelfden persoon die de eerste keuring heeft verricht? De Voorzitter. Aan wien de herkeuring zal worden opgedragen kan later worden beslist. De beraadslaging wordt gesloten en art. 15 zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 16 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. Beraadslaging over art. 17, luidende: «Het is verboden, ten verkoop aan te bieden, te verkoopen of af te leveren: a. vleesch dat tot bederf is overgegaan. b. ongekeurd vleesch. c. voor zooveel betreft de deelen waarop naar art. 12 de stempels worden geplaatst, vleesch zonder goedkeuringsmerk." De heer Zaalberg. Moet in dit artikel ook niet worden verboden het ten verkoop aan bicden, het verkoopen of afleveren van afgekeurd vleesch. Verkoop van dergelijk vleesch valt toch niet onder dit artikel. In art. 24 wordt wel het afgekeurde vleesch dat te koop wordt geboden, ongeschikt gemaakt voor menschelyk gebruik, doch hierin ligt geen verbod van te koop aanbieden en is dus dit niet strafbaar, wat het wel wordt, als het in art. 17 wordt opgenomen en b. gelezen wordt «ongekeurd of afgekeurd vleesch." De heer Was. Ik geloof dat afgekeurd vleesch valt onder c vleesch zonder goedkeuringsmerk. De heer Zaaijer. Ik had eerst hetzelfde bezwaar als de heer Zaalberg, maar in het geval is voorzien door art. 24 4de alinea: «Indien het is of wordt afgekeurd, zal het na verloop van den termijn voor herkeuring ongeschikt worden gemaakt voor menschelijk gebruik, en daarna worden teruggegeven aan hem onder wien het is in beslag genomen." De heer Drucker. Door die 4de alinea van art- 24 wordt niet geheel tegemoet gekomen aan het bezwaar van den heer Zaalberg omdat het afgekeurde vleesch toch nog hier of daar kan belanden en worden gebruikt. En art. 17 c zegt wel dat het verboden is vleesch te ver koopen zonder goedkeuringsmerk, voor zooveel betreft de deelen waarop naar art. 12 de stempels worden geplaatst, maar de vraag is: blijven er geen deelen over, waarop geen stempels worden gezet? Maken die te stempelen deelen het geheele beest uit? Duidelijkheidshalve zou ik dus ook in art. 17 willen opgenomen zien: afgekeurd vleesch. De heer Fockema Andreae. Dat zal ons niet veel verder brengen. Of vleesch is afgekeurd kan men alleen zien als het alkeurings- stempel er op staat. Dit stempel nu wordt gezet op dezelfde plaatsen als het goedkeuringsstempcl Ontbreekt dit laatste stempel dan is het ook volgens art. 17 verboden zulk vleesch te verkoopen. De heer Drucker. De redeneering van den heer Fockema Andreae zou alleen opgaan, wanneer al de deelen die volgens art 12 gestem peld moeten worden, te zamen uitmaken het geheele dier. Kan men mg dit verzekeren, dan heb ik geen bezwaar legen het art. Is dit echter niet het geval, dan is het niet onmogelijk, dat vleesch ver kocht worut, afkomstig van een afgekeurd beest. Volgens art. 12 krijgt een rund op 32 plaatsen afdrukken. Kan nu een afgekeurd rund niet zoodanig in stukken worden gesneden, dat er stukken zijn, waarop geen van die 32 stempels voorkomt? De Voorzitter. Om aan het bezwaar te gemoet te komen, geloof ik dat het eenvoudigste is om te lezen: b ongekeurd of afgekeurd vleesch De beraadslaging wordt gesloten en art. 17, dienovereenkomstig aangevuld, zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De artt. 18 tot en met 21 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over art. 22, luidende: «De keurmeesters in art. 20 genoemd, worden gemachtigd om ten allen tijde, wanneer zy dit noodig achten, erven, schuren, stallen en woningen der ingezetenen huns ondanks binnen te treden, met inachtneming der voorschriften van de wet van 31 Aug. 1853 (Stbl. n". 83)." De Voorzitter. Ik zou aan dit art. nog wel het volgende willen toevoegen, ontleend aan de Ulrechtsche Verordening: Het is verboden de keurmeesters of de ambtenaren der politie in de uitoefening van hunne werkzaamheden of plichten ter uitvoering van deze verordening te hinderen of te bemoeielyken, of hun den toegang in de woningen, schuren en stallen te weigeren". De heer Was. M. d. V.! Wordt in hetgeen u bedoelt niet voorzien door art. 23: «Iedere vleeschhouwer, slager, vleeschverkooper of vleeschvervoerder is verplicht al het vleesch, dat zich in zijn bezit of beheer bevindt, aan de bevoegde ambtenaren op hunne vordering aan te wijzen en door hen te laten onderzoeken." Wanneer een slager de deur dicht doet wanneer de keurings commissie komt, dan weigert hy te laten onderzoeken. Ik heb niets tegen de door u bedoelde toevoeging maar acht haar niet noodig. De Voorzitter. De slager ziet de keuringscommissie aankomen, hy sluit zijne deur, laat de beambten bellen en doet niet open. Wat dan? De heer Was. Dat geldt evenzeer voor de door u voorgestelde bepaling. Dan zegt hy later ook: ik heb het niet gehoord. Krachtens de wet van 1853 kan men bovendien de deur laten opensteken. In Utrecht is de zaak in eenigszins anderen vorm doch op dezelfde wijze geregeld als nu hier wordt voorgesteld, De beraadslaging wordt gesloten en art. 22 zonder hoofdelyke stemming goedgekeurd. De artt. 23, 24 en 25 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over art. 26, luidende: «Overtreding van elke bepaling dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden." De heer Drucker. M. d V.! Is zes dagen of vijf en twintig gulden de hoogste straf waarover het Gemeentebestuur te beschikken heeft. De Voorzitter. Ja. De beraadslaging wordt gesloten en art. 26 zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De geheele Ontwerp-Verordening wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Verster verklaart beschouwd te willen worden als te hebben tegen gestemd. In behandeling komt de «Ontwerp-Verordening op het veil bieden en verkoopen van visch. Art. 1 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. Beraadslaging over art. 2. luidende: «Het is verboden het bedrijf van vischhandelaar uit te oefenen in andere lokalen, dan die daartoe na voorafgaande kennisgeving aan Burg. en Weth. zyn bestemd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 4